1
,Verklarende woordenlijst
Attitude
Binnen de context van het onderzoek; de professionele houding die verwacht wordt van een
zorgprofessional (Van den Berg, 2016).
BOZ
Branche Organisatie Zorg (BOZ, z.d.)
OGGZ
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg is het hulp bieden aan kwetsbare mensen, die ondanks soms
zware problemen niet zelfstandig of vrijwillig hulp zoeken. Het gaat om mensen die niet eenvoudig zelf
de weg naar hulp weten te vinden, of de zorg juist mijden (GGD, z.d.).
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Rijksoverheid, z.d.)
IFZO
Informatiesysteem Forensische Zorg. Het gehele traject van forensische zorg (SWP, 2013)
DBC
Registratiesysteem van zorginstellingen (NZA, z.d.)
Zorgwekkende zorgmijder
Wanneer een individu er moeite mee heeft noodzakelijke zorg te ontvangen (BKZ, 2021)
ZVH
Zorg- en Veiligheidshuis (ZVH, z.d.)
2
,Inhoud
Hoofdstuk 1 – Inleiding...........................................................................................................................5
1.1 Organisatieomschrijving...............................................................................................................5
1.1.1 Macro: ‘X’...............................................................................................................................5
1.1.2 Meso: Zorg en Veilgheidshuis ‘De X’......................................................................................5
1.1.3 Micro: OGGZ PLAATS.............................................................................................................5
1.2 Doelgroep OGGZ...........................................................................................................................5
1.3 Samenwerkende partners............................................................................................................6
1.4 Aanleiding.....................................................................................................................................6
Hoofdstuk 2 - Onderzoeksdoel...............................................................................................................8
Hoofdstuk 3 – Centrale vraag.................................................................................................................8
3.1 Onderzoeksvraag..........................................................................................................................8
3.2 Deelvragen....................................................................................................................................8
Hoofdstuk 4 – Verkennende literatuurstudie.........................................................................................9
4.1 Zorgmijding...................................................................................................................................9
4.2 Bemoeizorg en outreachend werken............................................................................................9
4.3 Verdieping: outreachend werken...............................................................................................10
4.4 Presentie.....................................................................................................................................10
Hoofdstuk 5 – Onderzoeksmethode per deelvraag..............................................................................12
5.1 Betrouwbaarheid........................................................................................................................14
Literatuurlijst........................................................................................................................................16
Planning................................................................................................................................................19
3
,Voorwoord
In aanloop naar het eind van mijn studie moest ik denken aan een wijze waarop ik mijn werk visueel in
kaart kan brengen. Hoe kan ik aan de leek mijn werk uitleggen zodat deze begrijpt wat ik doe?
Het kunstwerk op het voorblad leek mij treffend; een houtsnijkunstwerk van de Britse kunstenaar
Martin Tomsky. De titel zegt wat mij betreft veel: ‘Life In Layers’ dus dat wordt ‘Leven In Lagen’.
Dat is de doelgroep waar ik mij als procesregisseur van het OGGZ mee bezig houdt; mensen helpen
met ‘meerdere lagen’. In de zorg wordt vaak gesproken van ‘multi-problematiek’.
Hierbij moet gedacht worden aan individuen met verslavingsproblematiek in combinatie met een
onveilige woonsituatie, een berg schulden en schimmige sociale contacten. Het lijkt of het een zichzelf
in standhoudend ‘systeem van ellende’ is. Deze titel vind ik echter te zwaar, want er zijn ook veel
mooie kanten aan mijn werk.
Hoewel veel cliënten wegens hun problematiek vaak op hun tandvlees lopen, is het ook een
interessante doelgroep om mee te werken. Je leert het leven kennen met de mooie en minder mooie
kanten. Cliënten die dán eens poeslief zijn en je een moment later een tropische ziekte toewensen.
Ik ben werkzaam bij X en gedetacheerd in het OGGZ team PLAATS. Vanuit verschillende kanten van
de samenleving kan een melding komen van een cliënt met ‘multi-problematiek’ . Vanwege de
werkinhoud willen de meesten geen hulp, waarover later meer. In het werkveld worden dit
‘zorgwekkende zorgmijders’ genoemd.
Vanuit de GGD, politie, het meldpunt Bezorgde Burgers, Ambulante Begeleiding en andere
ketenpartners wordt een zorgmelding gemaakt. Dit is overigens enkel het geval als
‘reguliere’ zorgverlening ontoereikend is.
Dat is niet onlogisch, omdat de meeste partijen ‘slechts’ één of twee specialismen hebben. En dat is
juist niet wat mijn werk inhoud. Ik neem holistisch perspectief in en inventariseer de situatie zoals in
het werk van Tomsky. Laag voor laag moet ik er achter zien te komen wat de eerste, tweede en
dertiende prioriteit heeft.
Een wankel evenwicht is vaak waar ik als eerste naar op zoek ben. Multi problematiek betekend dat
een klein leger aan zorgprofessionals voor langere tijd aan zet zijn. Iedere laag, ieder aspect moet met
microscopische precisie onder het vergrootglas worden gelegd, want het 1 kan direct verband houden
met het ander.
Dan moet de cliënt wel mee willen werken, en daar wringt hem de schoen. Veel cliënten bij X
weigeren hulp, hoe schrijnend de situatie ook is. Het is daarom mijn taak om mij te richten op optimale
hulpverlening en binding aan de cliënt.
Daar waar ‘hij’ geschreven is, kan ook ‘zij’ gelezen worden.
4
, Hoofdstuk 1 – Inleiding
De organisatieomschrijving vindt plaats van macro- naar micro niveau. Eerst overkoepelende
organisatie ‘X’, waarna ‘De X’ en het OGGZ volgen.
1.1 Organisatieomschrijving
1.1.1 Macro: ‘X’
X is een overkoepelende zorgorganisatie gericht op de behandeling van mensen met psychiatrische-
en verslavingsstoornissen. Vaak gaat dit gepaard met multi problematiek op sociaal- wonen-, werk-,
dagbestedings-, financieel- en justitieel gebied. X is een overkoepelende zorgverlener die hulp
samenbrengt op integraal niveau. Zij is de ‘spin in het web’ bij het organiseren van zorg. Een
veelvoorkomend praktijkvoorbeeld is het samenbrengen van ambulante psychiatrische- en sociaal-
maatschappelijke hulpverlening.
1.1.2 Meso: Zorg en Veilgheidshuis ‘De X’
Een onderdeel van X’s overkoepelende netwerk is Zorg- en Veiligheidshuis ‘De X. De X is een
gespecialiseerd zorgnetwerk binnen 8 gemeenten in West-Brabant. De functie van ‘De X’ is het
voorkomen en terugdringen van probleemgedrag voor risicogroepen en maakt onderdeel uit van het
netwerk van X. De belangrijkste partners van De Markiezaten zijn het OM, politie en instellingen op
het gebied van zorg, veiligheid, welzijn en justitie.
1.1.3 Micro: OGGZ PLAATS
Het OGGZ (openbare geestelijke gezondheidszorg) PLAATS is een afdeling binnen het netwerk van
‘De X’. Het is een zorg- en veiligheidshuis dat onderdeel uitmaakt van ‘De Makizaten’ en centraal staat
in dit onderzoek. OGGZ PLAATS richt zich op cliënten waarbij sprake is van complexe multi
problematiek. Haar doel is het bieden van zorg bij ernstige psychosociale- en sociaaleconomische
problematiek.
In de praktijk bestaan haar werkzaamheden uit praktische hulpverlening waarbij ‘richtinggevende zorg’
vooropstaat. Soms wordt dit ook wel met ‘bemoeizorg’ aangeduid. Dit betekend dat de cliënt de
handvaten wordt geboden om zelfredzaam de toekomst tegemoet te gaan. De OGGZ visie sluit hierbij
aan door maatschappelijke uitval te voorkomen en het vroegtijdig signaleren van risicofactoren.
1.2 Doelgroep OGGZ
De doelgroep van OGGZ PLAATS bestaat zonder uitzondering uit multi problematische casussen. De
primaire doelgroep is ‘zorgwekkende zorgmijders’ waaronder overlastveroorzakers, daklozen,
zwerfjongeren en vrouwen met verslavingsproblematiek in combinatie met middelengebruik (OGGZ,
z.d.). Er is sprake van een ontbrekend sociaal netwerk en van zelfredzaamheid kan niet gesproken
worden. Het gebrek hieraan betekend in de praktijk dat deze doelgroepen gemiddeld meer
ondersteuning behoeven op meerdere leefgebieden.
Op basis van het OGGZ jaarrapport 2020 bestaat de doelgroep uit de volgende segmenten met hun
respectievelijke aandeel:
- dak en thuislozen (55%);
- zelfstandig wonende ouderen met dementie, depressie of alcoholisme (30%);
- individuen met tenminste een dubbele diagnose (65%);
- mensen met gedrags-, of persoonlijkheidsstoornissen (85%);
- overlast-gevende individuen in een reguliere woonomgeving (20%).
Het is duidelijk uit de percentages dat één enkel individu vaak binnen meerdere categorieën valt.
Bovenstaande percentages zijn representatief voor de doelgroep OGGZ PLAATS (OGGZ, 2020). Op
5