In deze samenvatting heb ik alle verplichte theorie behandeld, daarnaast heb ik de leerdoelen erbij beschreven zodat je een duidelijk beeld krijgt van de stof die je moet kennen. Alles wat je nodig hebt om je tentamen te halen!
He Milou,

Wat vervelend dat je niet tevreden bent. Mag ik vragen waar dit aan ligt, zodat ik hier in de toekomst rekening mee kan houden?
HC 1: wat is sociologie?
Leerdoelen:
Je kent het ontstaan van sociologie beschrijven vanuit de relevante maatschappelijke
ontwikkelingen en hierbij een aantal klassieke sociologen benoemen:
- Franse revolutie, standenmaatschappij verdween > samenleving werd complexer,
verstedelijking.
- Marx: arbeidsdeling/vervreemding.
- Durkheim: beïnvloeding sociale voorwaarden individu.
- Weber: waarde vrijheid/sociaal handelen
- August Comte: grondlegger sociologie.
Je kunt de drie basisconcepten (interactie, cultuur, interdependentie) van sociologie
benomen en beschrijven.
- Zie samenvatting 1
Je kunt (globaal) beschrijven hoe sociologen analyseren en aan de hand van
praktijkvoorbeelden toelichten waarom dit relevant is voor pedagogen.
- Samenhang tussen maatschappelijke verschijnselen.
- Overeenkomsten en verschillen in samenleving.
- Verschillen tussen scholen en klasse.
Hoofdstuk 1: samenlevingen
1.1 Wat is sociologie?
- Sociologie is de wetenschap waarin wordt bestudeerd hoe mensen samen leven/ de studie
naar sociale netwerken.
- Sociaal netwerk schets de relatie tussen de actoren.
- Sociologen onderzoeken de verschillen en overeenkomsten tussen groepen of de
maatschappij. Er wordt gekeken vanuit het sociale gebied, de omgeving die invloed heeft op.
- Er wordt vooral onderzoek gedaan naar het nu, maar de geschiedenis heeft ons veel
gebracht en is belangrijk voor de kennis die we nu te weten komen.
1.2 Aard sociale werkelijkheid.
- Sociaal is alles omvattend en betekent meerdere dingen.
- Sociaal en individueel staan los van elkaar. Individu staat IN de maatschappij en IS niet de
maatschappij.
- Alles en iedereen heeft invloed op een individu. > mensen vormen elkaar door 3
verschillende manier. Zoals beschreven in 1.3, 1.4 en 1.5.
- De sociale werkelijkheid= de eigensoortige werkelijkheid.
1.3 Interactie
- Interactie is het telkens reageren op elkaar, dit gebeurd op verschillende manier en is er
altijd.
- Sociaal handelen= handelen dat georiënteerd is op het gedrag van de ander. > Al ons
eigen gedrag houdt rekening met de anders.
- Gedrag is onvoorspelbaar, behalve bij vaste interactiepatronen en door de regels het
gedrag handhaven.
1
, 1.4 Cultuur
- Cultuur= mensen die veel met elkaar omgaan en hierdoor dezelfde normen, waarden en
opvattingen hanteren.
- Socialisatie= overdragen van gedrag op een ander en dit eigen maken > nooit een exacte
kopie.
- Internalisering= het eigen maken van deze aangeleerde regels en gedragingen.
- Binnen 1 dominante cultuur bevinden zich subculturen, elk individu is uniek.
- Zelfbeeld wordt uiteindelijk ontwikkelt door de ander.
- Gedrag is nature en nuture en beïnvloed elkaar.
- Door onze hoeveelheden biologische eigenschappen zij wij extreem sociaal.
- Of nature of nuture meer invloed heeft op ons gedrag en ontwikkeling is niet precies
bekent, ze beïnvloeden elkaar iig. Nature is ook voor de socioloog belangrijk vanwege de
onvoorspelbaarheid van het individu.
1.5 Interdependentie (afhankelijkheid)
- Iedereen is afhankelijk van een ander.
- Er is sprake dat van dat mensen vroeger onafhankelijk van elkaar leefde. Dit is echter
onmogelijk. Darkheim zegt: sinds de Renaissance kunnen mensen zich wel individu
ontplooien, daarvoor was het helemaal een sociaal weefsel.
- Er ontstaan machtsverschillen door de afhankelijkheid.
- In de individualistische samenleving creëren mensen meer hun eigen mening, maar ze zijn
nog steeds afhankelijk van elkaar.
- 4 bindingen van afhankelijkheid
1. Economisch: afhankelijkheid van goederen/geld. (macro)
2. Politiek: dwang/macht over andere. (meso/macro)
3. Affectief: relaties van positieve en negatieve gevoelens. (micro/meso/macro)
4. Cognitief: kennisoverdracht. (meso/macro)
2
, HC 2: sociologisch analyseren
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat sociologie als wetenschap inhoudt en zich ten opzichte van
pedagogiek verhoudt.
- Sociologie kijkt een stapje breder dan de pedagogiek, maar ze zijn beide belangrijk
voor elkaar.
Je kunt de basis beginselen en uitdagingen van sociaalwetenschappelijk onderzoek
beschrijven.
- Zie samenvatting 2
Je kunt de vier typen bindingen op micro, meso- en macro niveau identificeren.
- Zie samenvatting 1
Hoofdstuk 1: Samenlevingen
1.6 Samenhang en accentverschillen
- Interactie, cultuur en interdependentie heeft allemaal een verband met elkaar.
- Cultuur komt voort uit interactie en andersom.
- Interactie komt voort uit interdependentie, maar niet andersom. > nog steeds afhankelijk
van een ander ook zonder interactie.
- Cultuur en interdependentie komen ook weer samen.
1.7 Differentiatie van bindingen
- Interdependentie is altijd een veranderd iets door de wisselingen in de maatschappij.
- Denk aan de oorlog en het milieu, de blinde veranderingen waar we niet voor kiezen.
- We proberen wel zoveel mogelijk te sturen en te beïnvloeden. Dit bestuderen sociologen
door empirisch onderzoek te doen.
- Langetermijnprocessen: onderzoek verdeeld over een langer termijn om het verloop van tijd
te bestuderen. > 2 belangrijke lange termijn onderzoeken:
1. Afhankelijkheidsnetwerken:
- Afhankelijkheid (interdependentie) is internationaal geworden.
- Door mondialiserende afhankelijkheid ontstaat er een asymmetrische verhouding (macht
over de ander)
- Mondialisering= verbondenheid.
- Vooral op economisch en politiek gebied, maar ook steeds meer op affectief gebied door
alles wat we delen op het internet > ontstaan van wij gevoel/ nieuwe cultuur.
2. Maatschappelijke differentiatie
- De samenleving heeft een duidelijke scheiding gemaakt tussen de verschillende bindingen:
economisch=werk, politiek=stemmen, cognitief= school, affectief=familie en vrienden.
1.8 Basis gegevens menselijke samenleving
- Menselijke samenleving is te verdelen in 3 voorwaarden.
1. Biologisch= man/vrouw en verschil in leeftijd > Geven een betekenis aan
gedragsmogelijkheden.
2. Demografisch= verschil van aantal soort mensen die samenleving op 1 plek.
3. Geografisch= de plek en middelen waar mensen mee leven.
1.9 Arrangementen te beheersing van een probleem in de samenleving
- We willen als mensen iedereen helpen/beschermen tegen het ‘foute’, dit doen we door
controle uit te oefenen met de regels, welzijnswerk en macht.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jenniferdaan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.