Samenvatting Introducing Islam – William E. Shepard
H1: Approaching the subject
Wat is Islam?
- Islam is de religie van de mensen die al 14 eeuwen de ‘lessen’ van profeet
Mohammed volgen. Je kunt ‘Islam’ op drie levels bekijken:
1. God volgen: Submitting of committing onself to God, een inwaardse mentale
actie met consequenties die zich uiten;
2. Religie: Refereert naar een religie, wat wil zeggen een systeem van geloven en
gebruiken die worden gewijd aan God. Moslims zijn de aanhangers van deze
religie;
3. Cultuur & beschaving: Refereert naar een cultuur en beschaving. Islamitische
beschavingen hebben zichzelf geïntegreerd met andere beschavingen.
- Culturele moslims = Those who sit loosely by the religion, but are heirs to the
culture and civilization and identify with them.
- Oorsprong Islam: De islam begon met de profeet Mohammed, circa. 610-632. Al
stellen sommige moslims dat het veel eerde was. De islamitische beschaving begon
rond deze tijd.
- Rol culturele context en diversiteit: De precieze vorm van de religie van een
specifieke groep moslims hangt voornamelijk af van de culturele context. Echter,
religie en cultuur bestaan alleen in de mensen die dit uitdragen. Daarom bestaan
er zo een grote diversiteit. De diversiteit van cultuur heeft geresulteerd in een grote
diversiteit in geloof en uitvoering in de moslimwereld, met als resultaat dat veel
mensen liever spreken over ‘Islams’ dan over ‘Islam’. We zouden bijna kunnen
zeggen dat er net zoveel Islams als moslims zijn.
Empathetic understanding:
- Bracketing = Het tussen haakjes zetten van onze eigen kijk/mening op de Islam. We
proberen die opzij te zetten, om objectief naar de islam te kijken (empatisch en
sympatisch).
- Vergelijking met Christendom: Om empathie te creëren kunnen we analogieën
trekken uit onze eigen cultuur en ervaringen (bijv. vergelijkingen met Jesus Christus),
maar dit moet voorzichtig worden gedaan. Zowel verbeelding en intuitie zijn nodig, als
kritisch denken.
Voorbeeld: Er zijn veel westerse kritische studies m.b.t. de Islam. Deze worden
door veel moslims als aanval gezien.
- Apologetics/apologetiek = ‘’The effort to defend a particular view or position and
recommend it to others, frequently by overstating the virtues of that position and
understating its defects while doing the reverse with opposing positions’’ kortom:
de positieve kanten extreem belichten, de negatieve kanten wegcijferen.
- Vals contrast Islam en het Westen: Veel geschriften over de Islam contrasteren de
‘Islam’ en ‘het Westen’. Dit is echter gevaarlijk om meerdere redenen. Daarnaast zijn
er ondertussen veel mensen zowel Moslim, als Westers.
- Oriëntalisten = Zo werden mensen vroeger (midden 20e eeuw) genoemd die de
Islam op een academische manier bestudeerden. Er hangt echter nu een negatieve
lading aan het woord. Geleerden worden liever ‘Islamicists’ genoemd. Niet
verwarren met ‘Islamist’, want dat is iemand die een islamitische staat en
maatschappij wil.
, - Media en Islam: De media schildert de islam vaak af als gewelddadige en
dramatische religie. Historische en culturele achtergrond worden hierbij vaak
vergeten.
Voorbeeld: Een voorbeeld is de wens van sommige moslims om de Sharia in te
voeren in het Westen, wat fel bekritiseerd wordt in de media vanwege de
behandeling van vrouwen. Echter, er zijn vele interpretaties van de Sharia.
- Issues of language and related matters: Uitdagingen in het begrijpen van de religie
zitten ook in problemen met vertalingen.
Voorbeeld: Salah (salat) betekent iets als ‘prayer’ of ‘worship’, maar geen enkel
woord dekt de precieze lading.-
- Dates: CE = AD (na christus) BCE = BC (voor christus)
An introductory overview of Islam:
- Formula of Witness = Islam means submission or commitment to God and what this
involves is stated in the words by which we witness to our faith, known as the
shahada or ‘Formula of Witness’: There is no god but God; Muhammed is the
Messenger of God’.
- Moslim als ordelijkheid in de natuur: God is de bron en de heerser van het
universum en de natuur onderwerpt zich aan hem. De ordelijkheid in de natuur is een
van de meest krachtige bewijzen voor het bestaan van God. De hoofduitzondering
hierop is de mensheid. Onze lichamen gehoorzamen God, maar als het gaat om
morele beslissingen dan gehoorzamen we vaak niet. In het kort: de natuurlijk is altijd
moslim (submitting to God), maar mensen moeten kiezen om dit te doen.
- Adam en Eva: God plaatste mens in het paradijs, die zondigden (verhaal Adam en
Eva). Daarom strafte Hij hen door ze op aarde te plaatsen. Al hun nakomelingen
moeten hiermee leven en worden na de dood gestraft of beloond.
- Profeten: God heeft profeten naar de aarde gestuurd om ons te informeren en te
herinneren aan Hem. De eerste was Adam, daarna Nuh (Noah), Ibrahim (Abraham),
Musa (Moses), Dawud (David) en Isa (Jesus). Het hoofdbericht was altijd: er is geen
andere god dan God (…).
- Profeet Mohammed: Ongeveer 6 eeuwen na Jesus stuurde God de laatste
boodschapper, namelijk Mohammed. Geboren in Mekka in 570 CE. Hij ontving zijn
openbaring van God in 610. In 622 verhuisde hij met een deel van zijn volgers naar
Medina. Dit wordt de Hijra (emigratie) genoemd. In Medina creëerde hij de
Islamitische Staat. Eerst conflict met de tegenstanders uit Mekka, maar na 8 jaar
zegevierde hij en ontving hij deze mensen in zijn gemeenschap. Hij stierf in 632.
- Verspreiding Islam: Moslim legers hebben de ‘Muslim rule’ vervolgens verspreid
door Arabië in een eeuw, van ongeveer Spanje tot Pakistan. In deze landen was het
vanaf toen mogelijk om de Islam te bidden, al waren niet alle inwoners moslim. Met
de tijd ging men het steeds meer accepteren.
- Koran en Sunna: Voor moslims is God’s wil geopenbaard door de Koran (Qur’an) en
de Sunna (teaching and example) van Mohammed. De Koran bestaat uit de woorden
van God, welke hij aan Mohammed heeft geleerd in zijn 23e jarige carriere. God has
preserve this from any modification.
Sunna = De Sunna bevat woorden en daden van Mohammed, welke ook
vastgelegd en bewaard zijn. Het is niet de directe openbaring zoals de Koran,
maar God behoedde Mohammed voor fouten.
Sharia = De Koran en de Sunna zijn de basisbronnen voor de Sharia: de wet van
God zoals geleefd moet worden. Fiqh (understandig/law/jurisprudence) is de
interpretatie van dit door geleerden.
, - Central beliefs: The central beliefs of Islam are beliefs in God, His angels, His
scriptures, His messengers, the Last Day, when all will be raised from the dead and
judged, ans His determination of good and ill.
- De belangrijkste pilaren/uitvoeringen van de islam zijn:
1. Bidden: Bevestiging van de shahada, salah: 5 keer bidden per dag;
2. Ramadan: Vasten in de maand van de Ramadan;
3. Zakah: Het geven van zakah/zakat: het geven aan de armen;
4. Hajj: Het doen van Hajj: pelgrimtocht naar Mekka
Sidenote: Sommigen voegen hier ook Jihad aan toe: het streven naar het pad
van God, hetzij in oorlog of in morele of geestelijke strijd. Dit is belangrijk,
maar geen eigen pilaar.
Sidenote: Islam is niet beperkt tot deze pilaren en bevat veel meer. Men moet
Gods wil ontdekken en dit in alle wegen van het leven volgen. Niet alleen als
individu, maar ook als gemeenschap.
- Hedendaagse westerse invloed: In de laatste twee eeuwen is de westerse invloed
toegenomen. Voor sommigen betekent dit dat het Westen zich in extreme mate moet
onderwerpen aan bijv. de Sharia, voor anderen is dit niet zo.
Key points:
1) Three levels: Islam exists at three levels, (1) personal commitment, (2) religion as a
system of beliefs and practices, (3) culture and civilization.
2) Islam = Islam means submission or commitment to God and no worship of anything
else.
3) Role Muhammad: Muhammad was the last of a series of messengers from God. His
scripture, the Qur’an, and his Sunna constitute the basic sources of authority for
Muslim life.
4) Shari’a = The Shari‘a in principle applies to all areas of life, including politics.
, H3: The Beginnings of Islam (Muslim history to about 700 CE)
The Arabs and their religion before Islam:
- Locatie Arabisch Schiereiland: Het Arabische Schiereiland lag in de periferie van
de landen die overheerst werden door de Byzantijnen en de Sassaniden, maar was
zelf geen onderdeel hiervan. In centraal Arabië leefden stammen – voornamelijk
nomaden, maar veel leefden ook in handelssteden of op het land.
- Quraysh-stam = Deze Arabieren aanbeden krachten/spirits, welke geassocieerd
werden met natuurlijke dingen (stenen, bomen, etc.). Ook erkenden ze verscheidene
Goden, meestal gekoppeld aan bepaalde stammen. Erg op de achtergrond, zelden
ingeroepen, was de ‘creator god’: Allah.
Stad van Quraysh-stam: Mekka was een populaire en welvarende stad, welke
gesticht was door de Quraysh-stam in ongeveer 500 na Christus.
Normen en waarden: De ethische normen en waarden van deze Arabieren waren
niet gerelateerd aan deze krachten en Goden, maar meer aan de stam.
Voornamelijk focus op loyaliteit en identiteit. De meest belangrijke waarden waren
generositeit, moed, standvastigheid en loyaliteit. De manier van leven van de
stammen was vastgelegd in tradities.
Shaykh = De leden van de stam waren ongeveer economisch gelijk, al hadden
sommige families meer prestige. De leider, ofwel shaykh, kwam uit een leidende
familie, maar iedereen moest hem willen/accepteren en hij leidde vooral in
consensus.
- Jahiliyya = Omdat de stam de hoogste loyaliteit was, regeerde er een soort anarchie
onder de stammen. Bloedwraak speelde een grote rol in de gemeenschap. Jahiliyya:
de benaming voor deze periode (Age of Ignorance). Dit woord impliceert ook wild,
excessief gedrag.
- Literaire kunst: Poëzie was de voornaamste manier van literaire uitingen.
The career of the Prophet Muhammad:
- 570: Vroege levensloop: Mohammed werd in 570 geboren in Mekka, als zoon van
Abdullah. Hij werd geboren in de Hashimclan van de Quraysh-stam. Hij werd al op
zijn 6e weeskind. Opgevoed door eerst opa Abdul Mutallib, daarna door oom Abu
Talib. Hij trok al vroeg in een karavaan naar Syrie. Hij behaalde reputatie door zijn
eerlijkheid en werd gezien als al-amin (the faithful one). Hij trouwde een rijke
weduwe, genaamd Khadija (veel ouder).
- 610: Eerste openbaringen: Op een gegeven moment ging hij periodes in retraite en
meditatie, in een grot vlakbij Mekka genaamd Hira’. In 610 kwam zijn eerste
openbaring. Hierna ontving hij meer berichten van God (via Engel Gabriel) en hij
kreeg een klein groepje volgers om zich heen (o.a. zijn vriend Abu Bakr). De ‘clan’
van Mohammed is twee jaar lang geboycot geweest.
- 619: Verlies dierbaren: In 619 verloor Mohammed zowel Khadija als Abu Talib.
Mohammed volgde hem niet op als stamleider, waardoor hij grote morele en
materiele steun verloor.
619: Tocht Jerusalem en Mi’raj: Vlak hierna echter ervaarde hij (waarschijnlijk in
visioen) een miraculeuzer toch naar Jerusalem (isra) en vanuit daar een
beklimming naar de hemel (mi’raj). Dit is nog steeds heel belangrijk in het Moslim
godsdienstige leven.
- 622: Tocht Mekka naar Medina: Vlak hierna ging hij steun zoeken buiten Mekka en
belandde in Yathrib (nu Medina) om daar te mediaten tussen vechtende stammen. In
622 kwamen veel van zijn volgelingen hem achterna naar Medina. Deze toch van