Chromosomen in metafase meest gecondenseerd -> best onder microscoop
Chromosomen tijdens celdeling in tweevoud aanwezig -> chromatide
Syndroom van Klinefelter
Extra X-geslachtschromosoom (47 chromosomen / 94 chromatiden)
Korte arm chromosoom = p / lange arm chromosoom = q
Ongebandeerde chromosomen onderscheidt je door plaats centromeer en lengte arm
Bandering -> kleuring tijdens metafase / specifiek bandenpatroon
Chromatine = combinatie DNA en histoneiwitten waar DNA omheen zit
Heterochromatische regio’s zijn gedurende de gehele celcyclus gecondenseerd
Triploïde: elke chromosoom 3x, 69 in totaal, niet levensvatbaar
Met een extramaternale set leidt wel tot een kind / extra paternale set = mola hydatitosa
Trisomie: 1 chromosoom 3x, 47 in totaal.
Mozaïcisme: deel van cellen afwijking, ander deel niet.
Non-disjunctie: twee chromosoomhomologen naar dezefde dochtercel (90% van moeder) ->
monosomisch / trisomisch nageslacht.
- 1e meiose: alle cellen afwijkend
- 2e meiose: helft van cellen afwijkend
Inversie = volgorde chromosoom omgekeerd
Translocatie = deel chromosoom naar datzelfde of ander chromosoom verplaatst
Gebalanceerde translocatie = geen genetisch materiaal verloren
Cytogenetische schrijfwijze: aantal, combinatie, translocatie
Robertsoniaanse translocatie = twee chromosomen worden er 1
alleen bij chromosoom / / 22 (acrocentrische chromosomen), kleine q arm
zonder DNA
45 chromosomen q armen koppelen / p armen gaan verloren (verwaarloosbaar)
Gebalanceerd: een 21 / een 14 / een gemixt -> geeft er 1 of 2 door
Trisomie 14 = niet levensvatbaar / monosomie 21 of 14 = niet levensvatbaar
(ongebalanceerd)
Down en een robertsoniaanse translocatie -> normaal aantal chromosomen !
Reciproque translocatie : deel tussen twee heterogene chromosomen uitgewisseld
Geen symptomen maar kan wel partiële trisomie of monosomie veroorzaken.
Gameet = geslachtscel
Iemand met gebalanceerde translocatie -> 6 verschillende soorten gameten (plaatje)
FISH: numerieke chromosoomafwijking, cellen bestuderen in interfase.
Gekloonde DNA sequenties met fluorescerend label.
,Syndroom van down
Numeriek: ander aantal
Structureel: andere vorm
Trisomie door meiose fouten, hogere leeftijd is hoger risico, meer delingsfouten meiose
Echo trisomie 21:
- verdikte nekplooi (10-13 weken)
- Double bubble (20 weken) = afsluiting duodenum
- AV septum defect
- Als het derde chromosoom los van de andere ligt is het niet erfelijk
Trisomie 18 (syndroom van Edwards)
- Laag geboortegewicht / crossed fingers / afwijking voeten, hart, nieren
- Niet met het leven verenigbaar
Trisomie 13 (syndroom van Patau)
- Groeivertraging / schedelafwijking / schisis / polydactyly / kleine ogen / afwijkingen
hart en nier
Syndroom van Turner
- 45, X
Bij alle varianten een groeivertraging
Combinatietest / NIPT 1e trimester / 20 weken echo
NIPT test (niet invasief) -> bloed van moeder screenen op DNA kind
Minder fout positieve dan de combinatie test
Kan vanaf 10 weken, hoog sensitief, screening trisomie
Hoog negatief voorspellende waarde (wel fout positieve) = screening géén diagnostiek
Na positieve NIPT een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie = enige diagnostische
Vlokken kan vanaf 11 weken, risico, placenta, DNA uit trofoblastvlokken (niet altijd in
embryo)
Vruchtwater kan pas na 16 weken, wel cellen kind zelf, risico 0,5-1% op verlies zwangerschap
Karyotypering álle chromosomen. Geen onderscheid erfelijk
Combinatietest: (hele lage sensitiviteit), gevalideerd voor trisomie risico-inschatting
1. Maternale leeftijd
2. Bloedwaarden (Papp-A laag / Beta HCG hoog) tussen 8 en 13 weken
3. Nekplooimeting of NT via echo tussen 11 en 13 weken tussen 45 en 82 mm normaal
Uitslagen -> MoM -> LR -> risicobepaling
Vermenigvuldig de 3 LR’s met het a priori risico (gebaseerd op leeftijd en voorgeschiedenis)
Boven 1/200 -> vervolgonderzoek (GUO / MRI)
95% losse trisomie = niet erfelijk, extra chromosoom in eicel meegegeven
Non disjunctie in meiose I of II (niet ergelijk)
3-4% reciproke / robert translocatie = erfelijk, extra chromosoom 21 op bv chromosoom 14
0,5% mozaiek downsyndroom = niet in alle cellen
Evt duplicatie down kritische regio / robertsoniaanse translocatie
NIPD = foetaal DNA in maternale bloed
QF-PCR = moleculaire sneltest voor extra chromosomen, binnen 48 uur / RAD = betrouwbaar
FISH = probe matchen met dna, cellen in interfase, duur en intensief
Verschil tussen losse trisomie of translocatie niet te zien.
Alleen om trisomie op te sporen.
,SNP array =
Kenmerken down: slechthorendheid / hartafwijking / GI / hypothyreoidie / strabismus /
coeliakie / pancreas- bottumor of retinoblastoom
Prognose 95% na het 10e levensjaar, gemiddeld 70 jaar
OCD / depressie
Alzheimer: APP gen in chromosoom 21
Solide tumoren: SOD1 gen (tumorsuppressor op 21)
46 XY der (5) t (5;21) (q35,3;q22,1)
Derivaat = waarvan het centromeer in nieuwe chromosoom ligt
(grootste stuk van 5 in 21)
Breukpunten bekijken voor Alzheimer gen
Uniparentale disomie
Beide homologen van een ouder door non disjunctie meiose
Meiose I -> heterodisomie -> 2 verschillende van ouder
Meiose II -> isodisomie -> 2 identieke van ouder
Probleem als bv van een chromosoom alleen vaderlijke genen worden afgelezen
Als dit het geval is op chromosoom 15 zie je het syndroom van Prader Will
Mitose
, Afbreken zwangerschap:
Curettage / dilatatie = instrumenteel
Antiprogestageen / mifepristone / misoprostol
Geen lijkbezorging < 24 weken