Introductie; Europese Integratie
Europees recht = het geheel of systeem van juridische regels betreffende doelstelling,
inrichting en functioneren van de Europese Unie.
Europese Unie = een verband van landen en mensen met gezamenlijke bestemming.
Stappen die leidde tot de Europese Unie:
1950 Schuman verklaring: feitelijke solidariteit als uitgangspunt bij het verenigen
van Europa
1951 Verdrag van Parijs: EGKS werd opgericht door Benelux, West-Duitsland,
Frankrijk en Italie.
1957 Verdragen van Rome: EEG&EURATOM werden opgericht. EEG legt de basis
voor de EU zoals we deze vandaag kennen.
1965 Empty Chair Crisis: een crisis die ontstaat op het moment dat Frankrijk geen
sterke supranationale EEG wilt en daarom niet meer deelneemt aan de
zittingen in de Raad. oplossing Luxemburgs Akkoord.
1966 Luxemburgs akkoord
1987 Single European Act (Europese Akte): overgang van een gemeenschappelijke
naar een interne markt. Vetorecht werd afgeschaft.
1992 Verdrag van Maastricht. Oprichten van de EU met economische unie en
muntunie. Burgerschap van de EU werd hier gecreëerd. Drie pijlers van de EU
neergelegd in 2 verdragen: EU-verdrag & EG-verdrag.
1. Europese Gemeenschappen;
2. Europees Burgerschap, Economische en Monetair Unie (EMU),
Gemeenschappelijk buitenlands-, en veiligheidsbeleid;
3. Politiële en justitiële samenwerking.
1997 Verdrag van Amsterdam: aantal wijzigingen op het verdrag van Maastricht
2001 Verdrag van Nice: poging tot voorbereiding van de EU op de toetreding van
nieuwe lidstaten.
2004 Grondwettelijk verdrag: in totaal 18 lidstaten dit verdrag geratificeerd maar
Frankrijk en Nederland niet en daardoor vond het verdrag geen doorgang.
2009 Verdrag van Lissabon: VEU, VWEU en Handvest van de grondrechten van de
EU werden vastgesteld.
Welke landen in welk jaar toegetreden tot de EU?
1951 Frankrijk, Duitsland, Italië & Benelux
1973 Verenigd Koninkrijk, Ierland & Denemarken
1981 Griekenland
1986 Spanje & Portugal
1995 Oostenrijk, Finland & Zweden
2004 Tsjechië, Slowakije, Polen, Hongarije, Slovenië, Cyprus, Litouwen, Letland,
Malta & Estland
2007 Bulgarije & Roemenië
2013 Kroatië
,Instellingen van de Europese Unie
Europese Raad Art. 15 VEU & Regeringsleiders & Voorzitter: Donald
art. 235-236 Staatshoofden Tusk
VWEU Leidinggevend!
Besluiten worden bij
consensus genomen
Raad van de Art. 16 VEU & Ministers in verschillende Elk half jaar
Europese Unie art. 237-243 samenstellingen veranderd de
VWEU Wetgevingstaak voorzitter van de
Gekwalificeerde raad, dit gebeurd
meerderheid via een vast
systeem. 1
uitzondering: als de
ministers van
buitenlandse zaken
bij elkaar komen is
de Hoge
Vertegenwoordiger
voorzitter.
Europees Art. 14 VEU & Vertegenwoordiging van de Voorzitter: Martin
Parlement art. 223-234 burgers van de EU Schulz
VWEU - Wetgevingstaak
- Toezicht op de
Commissie
Commissie Art. 17 VEU & Uitvoering en handhaving Voorzitter: Jean-
art. 244-250 van EU-recht. Art. 17 lid 2 Claude Juncker
VWEU recht van initiatief
- 1 commissaris per
lidstaat, zij behartigen niet
het belang van hun
lidstaat.
Hof van Justitie Art. 19 VEU & Geschillenbeslechting X
art. 251-281
VWEU
De Europese Art. 282-284 De centrale bank voor de Voorzitter: Mario
Centrale Bank VWEU gemeenschappelijke munt Draghi
in de EU (euro)
Rekenkamer Art. 285-287 Controleert financien van Niet van belang
VWEU de EU
Hoge - Toezien op de Frederica Mogherini
Vertegenwoordiger samenhang van het
van de Unie voor externe optreden
buitenlandse zaken van de Unie
en veiligheidsbeleid - Verantwoordelijk
voor de
tenuitvoerlegging
van het beleid
- Voorzitter Raad
Buitenlandse zaken
- Vicevoorzitter
commissie
,Rechtsbronnen en wetgeving van de Europese Unie
Bevoegdheden
Attributiebeginsel = Unie heeft alleen bevoegdheden wanneer deze zijn overgedragen via
een verdrag. Art. 5 lid 2 VEU
Elk besluit van de Unie moet een geldige rechtsbasis of rechtsgrondslag in een specifieke
bepaling van de verdragen hebben. Geen rechtsbasis = geen bevoegdheid!!
Functies rechtsbasis:
1. Concrete bevoegdheid om doelstelling te bereiken;
2. Bepaalt de categorie waarbinnen de bevoegdheid valt;
3. Bepaalt de procedure voor aannemen handeling;
4. Bepaalt rechtsinstrument.
De Unie zal altijd moeten kijken of er een rechtsbasis is, willen ze wetgeving aannemen.
Bij het kiezen van de rechtsbasis moeten ze kijken naar het doel en de inhoud van de
regel. Dit wordt lastig wanneer een regel meerdere doelen heeft; in beginsel gaat het
hoofddoel voor. Zijn er twee onlosmakend verbonden doelen? dan kunnen beide
rechtsbases’ worden gecombineerd.
Bevoegdheden zijn onder te verdelen in:
1. Exclusieve bevoegdheid, art. 3 VWEU
2. Gedeelde bevoegdheid, art. 4 VWEU
3. Ondersteunende, coördinerende of aanvullende bevoegdheid, art. 6 VWEU
Bronnen van Unierecht
Het Unierecht is terug te vinden in verschillende bronnen en deze bronnen verhouden
zich hiërarchisch tot elkaar.
Primair recht:
1. Verdragen;
2. Algemene beginselen;
3.Secundair recht:
a. Verordening
b. Besluit
c. Richtlijn
4. Uitspraken Hof van Justitie;
5. Soft law.
Verordening = heeft algemene strekking, is verbindend in al haar onderdelen en is
rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Besluit = een geschikt instrument voor de tenuitvoerlegging van in verordeningen
neergelegde algemene regels, maar kan ook een meer algemene regelstelling bevatten.
Besluiten die feitelijk een beschikking behelzen kunnen zijn gericht aan lidstaten of aan
particulieren of aan ondernemingen en zijn dan alleen voor de adressaat bindend.
Richtlijn = verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat
waarvoor zij bestemd is. Nationale instanties hebben de bevoegdheid om de ‘vorm en
middelen’ te kiezen. Binden alleen lidstaten en moeten dus omgezet worden.
Europese Wetgevingsprocedures
Verschillende rechtsbronnen kunnen op verschillende manieren worden gewijzigd.
Primair recht kan alleen worden gewijzigd door een verdragswijziging, op grond van art.
48 VEU moet dit gebeuren door unanimiteit. Voor secundair recht gelden de
wetgevingsprocedures.
, Gewone wetgevingsprocedure
Art. 294 lid 1 VWEU geeft de basisstructuur aan van de procedure. De commissie heeft
het recht van initiatief tot het indienen van een wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel moet
worden aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Beiden mogen
amendementen invoeren.
Recht van initiatief -------- Aannemen door:
Commissie EU Parlement & de Raad ---- kunnen amendementen indienen
(eerste lezing) (tweede lezing)
Geen amendementen? Aanneming
Aanneming
Stemmodaliteiten in de Raad:
1. Unanimiteit:
Alleen bij belangrijke onderwerpen
2. Gewone meerderheid:
Dit is de uitzondering, het gebruik van gewone meerderheid komt het meeste
voor bij procedurele kwesties.
3. Gekwalificeerde meerderheid:
Meest gebruikelijke, geregeld in art. 16 lid 4 VEU.
Stemmodaliteiten in het Europees Parlement:
Zij stemmen meestal met een gewone meerderheid; dus de helft + 1. Wel kennen ze
meerdere modaliteiten:
1. Volstrekte meerderheid van stemmen: de normale meerderheidseis
2. Volstrekte meerderheid van leden: gekwalificeerde meerderheid, 378 van de 754
stemmen.
3. Verzwaarde meerderheid van leden:
Bijzondere wetgevingsprocedure
Hier is geen algemene bepaling voor, de bijzondere wetgevingsprocedure is terug te
vinden in de specifieke verdragsbepaling die de bevoegdheid tot regelgeving toekennen.
Art. 289 lid 2 VWEU geeft een algemene omschrijving van de verschillende soorten
wetgevingsprocedures.
Negatieve en positieve integratie
Positieve integratie is wetgeving die de regelgeving van lidstaten harmoniseert.
Negatieve integratie zijn onderwerpen die verboden zijn in het verdrag maar de lidstaten
moeten die respecteren. Ook wanneer de Unie geen bevoegdheden heeft op dit gebied;
lidstaat mag zelf regelgeving opstellen over dit onderwerp maar mag geen verboden van
de Unie schenden.