Blok 4.3 Science Based Practice in the Field
Portfolio opdrachten
Portfolio 1
Opdracht 1 Zelfreflectie
…
Opdracht 2 Primum non nocere
Wij zouden het ‘Scared Straight’ niet aanbevelen voor kinderen met een Conduct
Disorder. Deze opinie is gebaseerd op meerdere onderzoeken die concluderen dat deze
interventie geen effect heeft en soms zelf een averechts effect zou hebben. Petrosino et al.
(2013) voerden een literatuuronderzoek uit en gebruikten hiervoor negen onderzoeken. De
conclusie van acht van deze onderzoeken was dat er geen positief effect gevonden werd bij
het gebruik van het Scared Straight-programma. Bij één onderzoek werd er zelfs een negatief
effect gevonden. Petrosino et al. (2013) concludeerden op basis van de methodes en resultaten
van de gebruikte onderzoeken dat er mogelijk een sterke indicatie is voor een averechts effect
van de interventie.
Welsch en Rocque (2014) hebben een review verricht naar de averechtse effecten van
misdaadpreventie, waaronder het Scared Straight-programma. Van de acht interventies die
schadelijke effecten bleken te hebben, had het Scared Straight-programma de grootste
proportie hiervan. Geen enkele studie die meegenomen werd in deze review rapporteerde
positieve effecten van het programma (Welsch & Rocque, 2014).
Maahs en Pratt (2017) onderzochten dit programma ook maar vonden wederom geen
effect op het gedrag van de kinderen. Daarnaast stellen ze dat er verschillende andere
behandelmethodes zijn die veel effectiever lijken. Scott (2018) raadt bijvoorbeeld aan om
eerder medicatie te gebruiken of interventies richten op de omgeving.
Een betere behandeling voor kinderen met een Conduct Disorder zou een
gedragsmatige oudertraining (BPT) zijn. Uit onderzoek blijkt BPT ook de meest effectieve
interventie te zijn (Menting et al., 2013). Hierbij worden ouders getraind om beter om te
kunnen gaan met hun kind, wat probleemgedrag reduceert. Een vorm van BPT is de
Incredible Years Parent Training (IYPT). Menting et al. (2013) onderzochten de effectiviteit
van deze training. De resultaten indiceren dat het een effectieve interventie is, waarbij storend
gedrag afneemt en pro-sociaal gedrag verbetert. De intensiteit van het probleemgedrag van het
kind is een sterke voorspeller van de effectiviteit van de interventie. De grootste effectiviteit
wordt gevonden bij kinderen met hevige gedragsproblemen (Menting et al., 2013). Voor de
start van BPT wordt er geadviseerd om eerst psycho-educatie te geven (Matthys & van de
Glind, 2013). Hierbij worden de ouders geïnformeerd over de symptomen, co-morbiditeit,
risicofactoren, behandelmethoden en het beloop van de stoornis. Aan het kind kan ook
informatie gegeven worden. Een belangrijk punt is dat het dan wel aansluit op het sociaal-
emotionele ontwikkelingsniveau van het kind.
Kortom zouden wij het Scared Straight-programma niet aanbevelen doordat het
weinig en soms een negatief effect oplevert. Er zou beter gekozen kunnen worden voor een
,gedragsmatige oudertraining, waaronder de Incredible Years Parenting Training. Training
gericht op de ouders blijken namelijk een betere effectiviteit te hebben.
Opdracht 3 Jamie Bulger case
10 jaar
Op tienjarige leeftijd zouden wij, onder voorbehoud van meer informatie, Jon
Venables diagnosticeren met de Conduct Disorder met een ongespecificeerde onset.
Daarnaast is er mogelijk ook sprake van gelimiteerde pro-sociale emoties. Jon voldoet aan
criteria A, B en C van de DSM-V (American Psychiatric Association, 2013) voor de Conduct
Disorder en laat bij criteria A met name agressie tegen mensen en dieren zien. Dit wordt
teruggezien in onder andere het gebruik van een wapen, de fysieke wreedheid en geforceerde
seksuele handelingen.
27 jaar
Op 27-jarige leeftijd zouden wij, wederom onder voorbehoud van meer informatie,
Jon Venables diagnosticeren met een Antisociale Persoonlijkheidsstoornis, de Parafilie
Pedofilie en Middelenafhankelijkheid/-misbruik. Jon Venables voldoet aan de DSM-V criteria
(American Psychiatric Association, 2013) voor een Antisociale Persoonlijkheidsstoornis
omdat hij zich niet conformeert aan de maatschappij en daarnaast agressief, roekeloos en
onverantwoord gedrag en mogelijk een gebrek aan spijt vertoont. Daarnaast heeft Jon volgens
ons een Conduct Disorder gehad met een onset van jonger dan 15 jaar.
Verder voldoet Jon Venables dus ook aan de DSM-V eisen voor de Parafilie Pedofilie
(American Psychiatric Association, 2013). Het is onduidelijk of Jon Venables voldoet aan
criteria A (het langer dan zes maanden aanwezig zijn van de seksuele opwinding), maar Jon
Venables voldoet zeker aan criteria B en C.
Als laatste voldoet Jon Venables mogelijk aan de criteria voor een stoornis in het
gebruik van stimulerende middelen en een overige hallucinogene gebruik stoornis op basis
van de DSM-V (American Psychiatric Association, 2013). Hoewel de informatie ontbreekt
om individuele criteria af te vinken, kan op basis van het arrest wegens drugsmisbruik wel
geconcludeerd worden dat Jon Venables aan de criteria voldoet. De diagnose ‘stoornis in het
gebruik van stimulerende middelen’ is dan ook voortgekomen uit zijn cocaïnegebruik en niet
de verdere criteria. Er is gekozen voor de diagnose ‘overige hallucinogene gebruik stoornis’
omdat Jon Venables XTC gebruikt wat overeenkomt met, het in de DSM-V weergegeven,
MDMA.
, Referentielijst
American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and Statistical Manual of Mental
Disorders (5th ed.). Washington, DC: Author.
Maahs, J. & Pratt, T. C. (2017). “I Hate These Little Turds!”: Science, Entertainment, and the
Enduring Popularity of Scared Straight Programs. Deviant Behavior, 38(1), 47–60.
DOI:10.1080/01639625.2016.1190619.
Matthys, W. & Glind, van de, G. (2013). Richtlijn Oppositioneel-Opstandige Stoornis (ODD)
en Gedragsstoornis (CD) bij Kinderen en Jongeren. Utrecht: De Tijdstroom
Menting, A. T., Orobio de Castro, B., & Matthys, W. (2013). Effectiveness of the Incredible
Years Parent Training to Modify Disruptive and Prosocial Child Behavior: A Meta-
Analytic Review. Clinical Psychology Review, 33, 901–913.
DOI:10.1016/j.cpr.2013.07.006
Petrosino, A., Turpin-Petrosino, C., Hollis-Peel, M. E., & Lavenberg, J. G. (2013). “Scared
Straight” and Other Juvenile Awareness Programs for Preventing Juvenile
delinquency. Cochrane Database of Systematic Reviews, 1–36.
DOI:10.1002/14651858.cd002796
Scott, S. (2008). An Update on Interventions for Conduct Disorder. Advances in
Psychiatric Treatment, 14(1), 61–70. DOI: 10.1192/apt.bp.106.002626
Welsch, B. C. & Rocque, M. (2014). When Crime Prevention Harms: a Review of Systematic
Reviews. School of Criminology and Criminal Justice, 10, 245–266. DOI:
10.1007/s11292-014-9199-2