Behaald cijfer: 9. Uitgebreide samenvatting van feiten en rechtsregels van alle verplicht voorgeschreven arresten
Schema's van alle belangrijke en terugkerende tentamenvragen
Extra uitgebreid schema over bestuurdersaansprakelijkheid
Week 1:
Oprichtingsvereisten kapitaalvennootschap:
Constitutief: Notariële akte ex art. 2:64/175 lid 2 BW
Niet-constitutief: Inschrijving in het handelsregister
o Sanctie: inschrijfaansprakelijkheid ex art. 2:69/180 BW: hoofdelijke
aansprakelijkheid voor bestuurders in de fatale periode (tijdvak voorafgaand
aan inschrijving).
o Staalbankiers: redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 BW) kunnen
meebrengen dat vennootschapscrediteur geen beroep kan doen op art. 2:69/180
lid 2 BW. Dit is het geval wanneer de crediteur wist dat er geen inschrijving
had plaatsgevonden en desondanks de rechtshandeling aanging.
Handelen namens BV/NV i.o.:
1. Directe binding in oprichtingsakte art. 2:93/203 lid 4 BW
a. Enkel mogelijk voor handelingen uit lid 4 (inrichting en opzetting venn.);
b. Onvoldoende zorgvuldige oprichter uit lid 4: interne aansprakelijkheid ex art.
2:9 BW, externe aansprakelijkheid bij faillissement ex art. 2:138/248 BW.
Oprichter dan gelijkgesteld aan bestuurder (bv hoge administratiekosten).
c. Wordt de vennootschap in de oprichtingsakte gebonden dan kan alleen de
vennootschap aangesproken worden tot nakoming, niet de bestuurders.
2. Bekrachtiging na oprichting art. 2:93/203 lid 1 BW
a. Mogelijk voor alle handelingen;
b. Stilzwijgende of uitdrukkelijke bekrachtiging door vert. bev. bestuurder
(vennootschap moet wel al opgericht zijn);
c. Gebondenheid handelende persoon wordt gebondenheid RP;
d. Van der Heijden/Van Hoogenhuize i.o.: identiteitseis (de vennootschap die
bekrachtigd moet dezelfde zijn als de vennootschap i.o., een geheel andere
rechtspersoon kan niet bekrachtigen) + voldoende concrete
oprichtingshandelingen.
e. Let op! Pas bekrachtigen na inschrijving handelsregister! Anders
bekrachtiging (lees: rechtshandeling) in fatale periode en daarom
inschrijfaansprakelijkheid. Bestuurder mag ook na inschrijving niet
bekrachtigen als hij weet dat de vennootschap niet door kan gaan met betalen
schulden (Beklamel).
f. 2:93/203 lid 3 BW:
i. De vennootschap moet zijn verplichtingen niet zijn nagekomen
ii. Degene die namens i.o. handelde is hoofdelijk aansprakelijk indien zij
wist of behoorde te weten dat i.o. zijn verplichtingen niet zou kunnen
nakomen.
iii. Hiertoe moet haar een ernstig persoonlijk verwijt kunnen worden
gemaakt.
iv. De bestuurder is aansprakelijk indien hij ten tijde van de bekrachtiging
wetenschap van benadeling heeft (de weldenkende bestuurder had dan
nooit bekrachtigd) vgl. art. 2:93/203 lid 3 slot eerste volzin en art.
6:162 BW - Beklamel).
3. Hemmen: de BV i.o. is nooit daadwerkelijk opgericht
,Week 2A:
Kapitaalbescherming NV:
1. Kapitaalklem (kern van kapitaalbescherming): eigen vermogen > geplaatst kapitaal (of
gestort en opgevraagd kapitaal) + wettelijke en statutaire reserves.
2. Stortingsminima
a. Minimumstortingsplicht van 25% per aandeel ex art. 2:80 BW;
b. Minimum gestort kapitaal € 45.000, - euro ex art. 2:67 BW.
c. Sanctie: stortingsaansprakelijkheid ex art. 2:69 lid 2 onder b en c BW.
i. Geen disculpatiemogelijkheid
ii. Lijkt op inschrijfaansprakelijkheid: fatale termijn voordat aan
stortingsminima is voldaan.
iii. Staalbankiers: indien de wederpartij wist dat nog niet aan de
stortingsminima was voldaan en dat desalniettemin heeft aanaard
brengt redelijkheid en billijkheid met zich mee dat geen beroep kan
worden gedaan op art. 2:69 lid 2 sub b of c BW.
Crediteurenbescherming BV:
1. Wettelijke uitkeringstest (voortgaan met betalen opeisbare schulden)
2. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor bestuurders wanneer vennootschap niet voort
blijkt te kunnen gaan met het betalen van opeisbare schulden).
Inbreng op aandelen BV:
1. In natura
a. Verplicht publicatievoorschrift in oprichtingsakte ex art. 2:204 lid 1 sub c BW
b. Bestuurders maken en beschrijving van hetgeen wordt ingebracht met de
daaraan toegekende waarde en waarderingsmethoden.
i. Peildatum: niet meer dan 6 maanden voor oprichting
ii. Moet ten kantore van de vennootschap ter inzage
2. In geld
a. Aandeelhouder is verplicht nominale waarde aandeel te storten ex art. 2:191
BW;
b. Mag later gestort worden (kan dan door bestuur worden opgevraagd of vast
tijdstip wordt overeengekomen)
3. Bas-C arrest: eis van daadwerkelijke storting! Gelden moeten van buitenaf de BV
invloeien. Er moet sprake zijn van een reële storting op de aandelen.
a. Voor opvolgende aandeelhouder(s) dreigt aansprakelijkheid voor volstorting
ex art. 2:199 BW (volgens de HR mag de opvolgende aandeelhouder er niet
zomaar vanuit gaan dat het aandeel is volgestort)
4. Bijzonderheden:
a. Bestuur is verplicht bij zwaar weer het overige kapitaal op te vragen (belang
van de vennootschap)
b. BV kan niet met een te laat aandelenkapitaal worden opgericht, anders dreigt
Beklamel-aansprakelijkheid.
c. Nachgründung bestaat niet meer, maar: bestuurder moet belang van de
vennootschap vooropstellen.
,Inbreng op aandelen NV:
1. In natura
a. Verplicht publicatievoorschrift in oprichtingsakte ex art. 2:94 lid 1 sub d BW;
b. Objectieve inbrengcontrole ex art. 2:94a BW
i. Beschrijving van oprichters van hetgeen wordt ingebracht met
vermelding van toegekende waarde en waarderingsmethoden. Deze
moeten in het maatschappelijk verkeer aanvaardbaar zijn.
1. Peildatum niet eerder dan zes maanden voor oprichting
2. Moet ten minste voldoen aan wettelijke stortingsplicht
(nominaal + evt. agio).
ii. Accountantsverklaring dat beschrijving klopt en minimaal voldoet aan
wettelijke stortingsplicht
c. Beschrijving + accountantsverklaring moet worden gehecht aan akte van
oprichting ex art. 2:94a lid 1 en 2 BW.
d. Sancties: oprichtingsgebrek ex art. 2:21 lid 1 sub a BW; aansprakelijkheid
bestuurders ex art. 2:69 lid 2 sub a BW; aansprakelijkheid oprichters ex art.
2:93 lid 4 jo. 2:9/138 BW (in geval van onvoldoende zorgvuldige oprichter).
e. Let op uitzonderingen van 2:94a lid 3!
2. In geld
a. Bankverklaring ex art. 2:93a BW
i. A-verklaring: bankgarantie
ii. B-verklaring: (peildatum, ten vroegste vijf maanden, storting in
oprichtingsakte aanvaarden, bankrekening uitsluitend ter beschikking
van NV)
iii. Bij zakelijke onttrekking door oprichter van gelden aan de
bankrekening van NV i.o. hoofdelijk aansprakelijk tot NV onttrekking
uitdrukkelijk bekrachtigd ex art. 2:93a lid 4 BW.
iv. Bij onzakelijke onttrekking door oprichter van gelden aan de
bankrekening van de NV i.o. volgt aansprakelijkheid van de bestuurder
wanneer hij deze onzakelijke onttrekking bekrachtigd ex art. 2:9/138
BW.
v. Ontbreken van bankverklaring is een oprichtingsgebrek ex art. 2:21 lid
1 sub a BW; hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders ex art. 69 lid 2
sub a BW.
b. Minimumstortingsplicht van 25% van aandeel ex art. 2:80 lid 1 BW.
Uiteindelijk moet gehele nominale waarde gestort worden. Venn. Kan overige
75% later opvragen.
3. Bas-C arrest: eis van daadwerkelijke storting! Gelden moeten van buitenaf de NV
invloeien. Er moet sprake zijn van een reële storting op de aandelen.
a. Voor opvolgende aandeelhouder(s) dreigt aansprakelijkheid voor volstorting
ex art. 2:90/199 BW (volgens de HR mag de opvolgende aandeelhouder er niet
zomaar vanuit gaan dat het aandeel is volgestort)
b. Voor opvolgende bestuurders dreigt stortingsaansprakelijkheid ex art. 2:69 lid
2 BW (het tijdvak voordat aan de volstortingsplicht is voldaan).
4. Let bij NV op het Kasrondje!
5. Let op Quasi-inbreng (Nachgründung) ex art. 2:94c BW! Verkrijging van een
vermogensbestanddeel dat één jaar vóór oprichting of nadien toebehoorde aan een
oprichter van de NV dat om baat wordt verkregen, ongeacht de waarde, binnen een
termijn van twee jaar verkregen door de vennootschap.
, Week 2B:
Balans: mogelijkheid tot uitkering
1. Activa waarderen aan de hand van tekst (staat er ‘enige’ activa of moet je een post
‘overige activa’ berekenen?)
2. Passiva indelen aan de hand van art. 2:373 BW.
3. Wordt dividend of bonusaandelen uitgekeerd?
a. Dividend (zie standaardregels art. 2:105 en 2:216 BW)
b. Bonusaandelen
i. Bonusaandelen worden uitgegeven ten laste van reserves (specifiek een
vrije reserve)
ii. Dit kwalificeert als een uitkering aan aandeelhouders, dus art. 2:105 lid
2 of art. 2:216 lid 1 jo. lid 3 van toepassing.
c. Bestuur moet goedkeuring geven voor uitkering bij de BV, bij de NV moet
uitkering overeenkomen met de jaarrekening!
4. Let op reserves die kunnen worden omgezet naar kapitaal! De uitkeringsruimte ten
laste van vrije reserves wordt dan groter
a. Deelnemingenreserve ex art. 2:389 lid 6 BW
b. Herwaarderingsreserve ex art. 2:390 lid 2 BW
Uitkeringen aandeelhouders (dividend) NV:
1. Wie is bevoegd tot het doen van uitkering? In beginsel AV ex 2:105 lid 1 BW.
Aandeelhouders mogen niet uitgesloten worden van de winst. Verliezen moeten eerst
worden weggewerkt. Verplichte reserves moeten worden aangevuld.
a. Winst reserveren
b. Bestuur belonen
c. Winst uitkeren
2. Gouden regel NV: Eigen vermogen moet groter zijn dan het geplaatst (of gestort en
opgevraagd) kapitaal vermeerderd met de wettelijke en statutaire reserves.
3. Mogelijkheid tot uitkering moet blijken uit de jaarrekening ex art. 2:101 BW
a. Termijn voor vaststelling maximaal 12 maanden lid 1;
b. Uitkering mag pas plaatsvinden na vaststelling jaarrekening;
4. Let op wettelijke/statutaire reserves die kunnen worden omgezet in kapitaal!
(Herwaarderings- & deelnemingsreserve)
5. VEB/KLM: Indien ander orgaan dan de AV (art. 2:101 lid 6 BW) beslist over
reserveringen en verliesverwerking dan heeft dit orgaan (BGA) een zorgplicht jegens
andere aandeelhouders. Rechter moet terughoudend beoordelen. Meerderheid handelt
in strijd met redelijkheid en billijkheid door jaar in jaar uit nauwelijks tot geen
dividend uit te keren door alle winst te reserveren.
6. Nimox & Reinders
a. Nimox: Wanneer aandeelhouders stemmen voor dividenduitkering terwijl
crediteuren daardoor benadeeld worden plegen zij een onrechtmatige
gedraging jegens vennootschapscrediteuren (uitkering doet praktisch alle
reserves verdwijnen)
b. Reinders: Bestuur die uitvoering geeft aan onrechtmatig uitkeringsbesluit
handelt onbehoorlijk/onrechtmatig.
7. Aandeelhouder die verkrijgt terwijl hij weet dat uitkering niet geoorloofd is treft art.
2:105 lid 8 BW. Aandeelhouder te goeder trouw wordt beschermd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper svengommans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.