100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht €5,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Bestuursrecht

 154 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting van 24 pagina's voor het vak Bestuursrecht aan de VU

Voorbeeld 4 van de 24  pagina's

  • 16 maart 2015
  • 24
  • 2014/2015
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (73)
avatar-seller
ssnnoopp
Hoofdstukken van bestuursrecht – Van Wijk/Konijnebelt & Van Male
1 Bestuursrecht
Bestuursrecht: het recht dat de overheid die zich actief bemoeit met de samenleving het daarvoor nodige,
juridische instrumentarium biedt; en tegelijkertijd het recht dat de leden van de samenleving invloed op en
bescherming tegen deze zich met hen en hun omgeving bemoeide overheid moet ingeven. (Het recht betreffende
de actieve overheidsbemoeiing)
Bestuursrecht heeft alles te maken met administrare (besturen).
Pas sinds de 19e eeuw is die overheidsbemoeiing groot.
Besturen ziet op een van de drie overheidsfuncties: wetgeving, bestuur en rechtspraak. Bestuur is de
overheidsfuncties minus wetgeving en rechtspraak.
Besturen: het uitoefenen van de overheidsfunctie, uitgezonderd de parlementaire wetgeving en de voorbereiding
daarvan en uitgezonderd de functies die worden uitgeoefend door rechters, en ook de werkzaamheden van het
parlement die niet met de wetgeving van doen hebben, liggen buiten het terrein van besturen in deze zin.
Bijzondere deel van het administratieve recht: rechtsregels die de verschillende gebieden van het bestuursrecht
regelen.
Algemene deel van het administratieve recht: de algemene vraagstukken die zich hierbij voordoen (verschillende
vormen van bestuursoptreden, verschillende typen bestuursorganen, besluitvormingsprocedures,
rechtsbescherming van de burger, algemene vereisten waaraan het bestuur bij al zijn handelen gebonden is,
bestuursrechtelijke sancties e.d.).
Over het geheel genomen kan men zeggen dat vrijwel het gehele bestuursrecht betrekkelijk tot zeer jong is. De
groei blijkt bovendien steeds versneld te zijn. Die groei hangt samen met de toenemende behoefte aan
rechtstreeks overheidsoptreden. De groei van de bevolking, technische ontwikkelingen, rampen en crises, de
verzorgingsstaatgedachte en Europese integratie vragen om actief overheidsoptreden. Vanuit de EG-rechtsorde
worden aan nationale wetgevers talloze opdrachten gegeven om regelingen te treffen ter implementatie van
allerhande punten van het communautair beleid.
Er is echter wel een jungle gegroeid van regels in het bestuursrecht, en er wordt gepoogd het te harmoniseren, te
coördineren en te codificeren. Het antwoord hierop is de Awb, de eerste en tweede tranche zijn op 1 januari 1994
in werking getreden, de derde tranche trad op 1 januari 1998 in werking, en aan de vierde tranche wordt gewerkt.
Deregulering: een beleid waarbij de overheidsbemoeienis sterk wordt teruggebracht in gedetailleerdheid,
vereenvoudigd en beter naleefbaar en uitvoerbaar wordt.
Privatisering: taken die van overheidswege plachten te worden uitgevoerd, worden overgeheveld naar de
particuliere sector.
Het bestuursrecht heeft, net als het privaatrecht, voor een deel betrekking op rechtsverhoudingen tussen private
partijen. De rechtsbetrekking tussen een particulier en een bestuursorgaan wordt beheerst door het bestuursrecht.
Raakvlakken met het strafrecht:
- strafbaar is niet alleen het overtreden van een algemene rechtsregel, maar bovendien vaak het handelen in
strijd met een individuele beschikking
- de morele laakbaarheid van het delict kan variëren van zeer gering tot buitengewoon sterk
- de opsporing van strafbare feiten is niet alleen overgelaten aan de gewone politie, maar vaak zijn er ook
bijzondere opsporingsambtenaren aangewezen.
- De handhaving van bestuursrechtelijke normen vindt niet alleen plaats d.m.v. het strafrecht, maar ook en
vooral d.m.v. het bestuursrecht

Het materiële bestuursrecht ligt tussen het privaatrecht en het commune strafrecht in. Geleidelijk hebben zich de
materiële normen van het bestuursrecht ontwikkeld, die zijn tot stand gebracht omdat bij de ontwikkeling van de
samenleving de privaatrechtelijke normen enerzijds en de strafrechtelijke normen anderzijds niet meer
toereikend waren om een rechtvaardige ordening van de samenleving te verzekeren.
In onze samenleving treedt de overheid dikwijls als het ware in plaats van particulieren op, als hun
‘zaakwaarneemster’, ter bescherming van hun belangen.
Het bestuursrecht is dikwijls gericht op nadere individualisering: vaak kan niet worden volstaan met algemene
regels en moet en bestuursorgaan beslissen wat voor een bepaalde situatie rechtens is, wat de rechtsnorm voor
dat geval zal zijn. De afstand die er vanouds was tussen het privaatrecht en het strafrecht wordt door het
bestuursrecht overbrugd.
Evenals het privaatrecht en het strafrecht kent het bestuursrecht een eigen procesrecht.
Contentieuze administratief procesrecht: procesrecht in engere zin, het betreft de procedurele regels voor
rechtsbescherming tegen genomen bestuursbesluiten.
Non-contentieuze administratief procesrecht: betreft de procedureregels voor besluitvorming door
bestuursorganen.
Het staatsrecht bevat het publiekrechtelijke organisatierecht; het geeft regels m.b.t. de instelling, werkwijze en
globale bevoegdheden van de overheidsorganen die rechtsvorming en rechtshandhaving tot taak hebben. Voor
zover het bestuursrecht organisatierecht omvat, verschilt het niet van het staatsrecht; in zoverre kan het worden
beschouwd als een supplement op het staatsrecht.

1

,Het communautaire Europese recht wordt onderscheiden in institutioneel recht (te vergelijken met staatsrecht) en
materieel recht (omvat een gering deel privaatrecht en voor het grootste deel bestuursrecht).
Van Europese richtlijnen bepaalt art 249 EG-verdrag dat ze door de nationale organen uitgevoerd moeten
worden. Communautair recht is in zoverre van belang dat een besluit van een bestuursorgaan nooit in strijd mag
zijn met een rechtstreeks toepasselijke regel van Europees communautair recht.

2 De grondslagen van het bestuursrecht
Het bestuursrecht moet aan een aantal kwaliteitseisen voldoen die teruggaan op de uitgangspunten, de
grondslagen van het bestuursrecht. De rechtsstaatgedachte gaat terug naar Locke en Montesquieu, en is verder
ontwikkeld door Kant. Het gaat bij de rechtsstaat om een stelsel van waarborgen tegen de overheid, met name
tegen de vorstelijke macht (uitvoerende macht). De belangrijkste elementen van de rechtsstaatgedachte zijn:
wetmatigheid van bestuur (legaliteitsbeginsel), grondrechten, machtsverdeling en rechterlijke controle. In de
verzorgingsstaat kwam de presterende overheid pas: de Duitsers noemen dit Leisungsverwaltung. De overheid
ging niet alleen ge- en verboden opleggen, maar verrichte ook feitelijke werkzaamheden.
Het bestuurshandelen moet niet alleen op een wettelijke grondslag berusten, maar moet ook in overeenstemming
met de wettelijke voorschriften zijn.
De wet is naar haar aard in beginsel gericht op gelijke behandeling. Het wetmatigheidsbeginsel wil de
rechtszekerheid bevorderen. Het grondrecht op behoorlijke rechtspraak (art 6 EVRM, art 14 Bupoverdrag) speelt
een belangrijke rol bij (punitieve) administratieve sancties en bij de organisatie van de administratieve
rechtspraak.
De spreiding van overheidsmacht over diverse organen is een zaak die teruggaat op de Grondwet en die in
beginsel geregeld is door middel van het legaliteitsbeginsel: de wettelijke regeling die een bevoegdheid creëert,
wijst haar toe aan een bepaald orgaan.
Sinds 1994 kunnen ook andere besluiten dan beschikkingen aan de bestuursrechter worden voorgelegd; maar bij
andere handelingen van bestuursorganen moet teruggevallen worden op de burgerlijke rechter.
De democratie gaat uit van vrijheid en gelijkheid voor allen, de een mag niet gebukt gaan onder de heerschappij
van de ander. De democratie heeft invloed ondergaan van Rousseau. Aan de procedure van besluitvorming
worden een aantal eisen gesteld:
a. de belangrijkste besluiten (wetten) worden genomen door of met medewerking van een
volksvertegenwoordiging die gebaseerd is op vrije, geheime verkiezingen en algemeen kiesrecht
b. de uitslag van de verkiezingen of de bemoeiing van de volksvertegenwoordiging kan leiden tot vervanging
van bestuurders
c. openbaarheid van bestuur
d. wie een bijzonder belang heeft bij een bepaalde overheidsmaatregel, krijgt extra gelegenheid zijn visie te
laten meewegen (inspraak)
e. het besluit moet de belangen van de (overstemde) minderheid zoveel mogelijk ontzien, het moet tot zo min
mogelijk onvrijheid en ongelijkheid leiden.

Inspraak: een georganiseerde mogelijkheid tot beleidsinvloeding voor ‘burgers’, organisaties en andere niet-
bestuurders. Inspraak kan betrekking hebben op beleidsmaatregelen van algemene strekking – wettelijke
regelingen, maar in de praktijk meestal plannen – of op concrete beschikkingen. Vaak is de inspraakmogelijkheid
ook opengesteld voor iedereen, althans voor alle belanghebbenden.
De inspraakfiguur veronderstelt dat de uiteindelijke beslissing wordt genomen door een overheidsorgaan. Af en
toe wil men dat bij sommige besluiten een beslissend volksreferendum wordt gehouden.
De inhoud van de besluiten moet zoveel mogelijk overeenkomen met de wensen van degenen op wie het besluit
betrekking heeft of op wier belangen er anderszins bij in het spel zijn.
Het gaat er in het bestuursrecht om dat de met dat recht beoogde doelen zo veel en zo goed mogelijk worden
bereikt. Twee instrumentele vereisten:
- effectiviteit of doeltreffendheid
- efficiëntie of doelmatigheid
Er zijn vier ‘rationaliteiten’ waaraan het overheidsoptreden moet voldoen: politieke, juridische, economische en
technisch- en sociaal-wetenschappelijke rationaliteit.

3 De rol van de Algemene wet bestuursrecht
Doelen van de codificatie van de Awb:
- het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
- het systematiseren en, waar mogelijk, vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving
- het codificeren van ontwikkelingen die zich in de bestuursrechtelijke jurisprudentie hebben afgetekend
- het treffen van voorzieningen tav onderwerpen die zich naar hun aard niet voor regeling in een bijzondere
wet lenen.
De reikwijdte van de Awb wordt voor een belangrijk deel bepaald door de definities die in titel 1.1 zijn
opgenomen. De werking van de Awb hangt samen met andere, bijzondere wetten.


2

,Voor de toepasselijkheid van hoofdstuk 3 moeten bestuurshandelingen in drie groepen worden onderscheiden:
1. besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden; alleen 3.2 t/m 3.5 van toepassing
2. overige besluiten; hiervoor geldt hoofdstuk 3 helemaal
3. andere handelingen van bestuursorganen dan besluiten; afdeling 3.2 t/m 3.5 zijn van toepassing voor zover
de aard van de handelingen zich er niet tegen verzet.

Bestuursorgaan: elk orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon (a) alsmede elke instantie die met openbaar
gezag is bekleed (b), met uitzondering van het parlement, gerechtelijke instantie en de ombudsman; de
uitgezonderde instanties zijn echter wel bestuursorgaan voorzover ze opereren als werkgever van de ambtenaren
die ze in dienst hebben (art 1:1 Awb).
a-organen: rechtspersonen krachtens publiekrecht ingesteld:
- openbare lichamen (de staat, provincies, gemeenten, waterschappen, p.b.o. lichamen).
- bijzondere rechtspersonen die rechtstreeks bij of krachtens de wet zijn ingesteld, en die geen rechtspersoon
zijn als genoemd in art 2:2 en 2:3 BW (universiteiten, Ziekenfondsraad, CvM, Ctsv, Lisv)
b-organen:
- zelfstandige bestuursorganen: bij of krachtens de wet in het leven geroepen bestuursorganen die niet bij een
decentrale overheid horen maar die ook niet deel uitmaken van een ministerie, zodat ze niet hiërarchisch
ondergeschikt zijn aan een minister of staatssecretaris (Kiesraad, Centrale Landinrichtingscommissie,
Registratiekamer).
- instanties die hun bestaansrecht niet in eerste instantie ontlenen aan het vervullen van een overheidstaak of
het uitoefenen van een overheidsbevoegdheid, maar die – nu ze eenmaal bestonden – daarmee wel zijn
toegerust.
Ze zijn bestuursorgaan voorzover ze bekleed zijn met openbaar gezag, daarbuiten niet. Er zijn dus drie soorten b-
organen: 1. bekleed met openbaar gezag zowel ten opzichte van burgers als van personeelsleden/ambtenaren,
2. alleen met openbaar gezag bekleed ten opzichte van burgers, 3. alleen met openbaar gezag bekleed ten
opzichten van personeelsleden/ambtenaren. Het verschil tussen a-organen en b-organen ligt in het
privaatrechtelijk en puur feitelijk handelen: a- organen vallen wel onder de Awb als zij zulke handelingen
verrichten, en b-organen niet.

Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (art 1:2 lid 1 Awb).
Vereisten voor rechtstreekse betrokkenheid bij een besluit voor een natuurlijke persoon of een groep zonder
rechtspersoonlijkheid:
- eigen belang: andermans belang kan slechts behartigd worden met machtiging van de betrokkene.
- objectief bepaalbaar: subjectieve belangen vallen hier niet onder.
- Actueel: geen toekomstige ontwikkelingen
- Persoonlijk: moet iets zijn waardoor men zich onderscheidt van willekeurige anderen, nabijheid en
concurrentie spelen hierbij een rol
- rechtstreeks betrokken bij het besluit: de belangen waarop iemand zich beroept moeten door het besluit
rechtstreeks worden geraakt. Is de vraag of die belangen in het gedrang kunnen komen afhankelijk van
nadere beslissingen, dan zijn de belangen niet rechtstreeks betrokken bij het (eerste) besluit.
De geadresseerde van het besluit is per definitie belanghebbende.
Art 1:2 lid 2 Awb: een bestuursorgaan is belanghebbende bij een besluit wanneer de hun toevertrouwde belangen
rechtstreeks bij het besluit zijn betrokken. Toevertrouwde belangen moeten krachtens de wet zijn toevertrouwd.
Art 1:2 lid 3 Awb: sommige organen van rechtspersonen hebben specifieke belangen die niet zonder meer
samenvallen met de belangen van de rechtspersoon als zodanig en ten aanzien waarvan die organen als
zelfstandig belanghebbende worden beschouwd. Ondernemingsraden zijn bijzondere organen van
rechtspersonen.
Een rechtspersoon kan algemene en collectieve belangen behartigen:
Algemene belangen: ook wel specifieke ideële belangen, bijv. van een milieuorganisatie.
Collectieve belangen: belangen van min of meer grote groepen natuurlijke personen of rechtspersonen. Voor
opkomen voor collectieve belangen is machtiging van de betrokken personen vereist.
Als je als belanghebbende wordt aangemerkt, ben je ontvankelijk in je bezwaar of beroep tegen een besluit. Je
moet ook een procesbelang hebben, er iets mee willen bereiken. Er vindt belangenafweging plaats.
Aanvraag: verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen.
Besluit: schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling (art
1:3 lid 1).
Een beslissing is schriftelijk wanneer ze kenbaar is uit een schriftelijk stuk. De beslissing moet een
rechtshandeling inhouden, een handeling die naar haar aard is gericht op rechtsgevolg (wat verandert er in de
wereld van het recht?). Het moet een publiekrechtelijke rechtshandeling zijn en niet een privaatrechtelijke.
Publiekrechtelijk is het in de eerste plaats wanneer de bevoegdheid om de rechtshandeling te verrichten wordt
ontleend aan een publiekrechtelijk wettelijk voorschrift. In de tweede plaats komen gemengde beslissingen voor:
beslissingen die worden genomen op basis van een privaatrechtelijke bevoegdheid, maar waarvan de wetgever
beoogde dat ze zouden worden gebruikt als instrument ter behartiging van een wettelijke taak.

3

, Er zijn twee categorieën besluiten: beschikkingen en besluiten van algemene strekking (art 1:3 lid 2).
Beschikking: besluit dat niet van algemene strekking is. Het belangrijkste criterium is het adressaatscriterium:
een besluit dat in beginsel gericht is tot een open groep personen, is in beginsel een besluit van algemene
strekking: is dat het niet, richt het zich tot een gesloten groep personen, dan gaat het waarschijnlijk om een
beschikking. Art 1:3 lid 2 bepaalt dat de afwijzing van een aanvraag om een beschikking te nemen, ook een
beschikking is.

4 De organisatie van het openbare bestuur
a-bestuursorganen: organen van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld.
Geen privaatrechtelijke rechtspersonen uit boek 2 BW.
Van een openbaar lichaam is sprake bij een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon die leden kent, en
een bestuur dat binnen die rechtspersoon zekere publiekrechtelijke bevoegdheden bezit.
Bij a-organen gaat het om een min of meer formeel criterium: dat zijn organen van openbare lichamen en andere
rechtspersonen die naar publiekrecht zijn ingesteld. Bij b-organen speelt een materieel criterium: (andere)
personen of colleges die met enig openbaar gezag zijn bekleed.
De criteria a en b zijn als alternatief bedoeld: wie aan één van beide kenmerken voldoet, is daarmee al
bestuursorgaan in de zin van de Awb.
Overheid: verzamelnaam voor het geheel van organen met publiekrechtelijke bevoegdheden, om het even welke
functie ze uitoefenen: openbare lichamen, wetgevende, bestuursorganen en de rechterlijke macht vallen onder de
overheid.
De bestuursorganen van de centrale overheid zijn in de eerste plaats de Kroon en de ministers
(staatssecretarissen). Bij provincies en gemeenten zijn het vooral provinciale staten en gedeputeerde staten, de
Commissaris van de Koningin, de gemeenteraad, het college van B en W en de burgemeester.
Bij andere openbare lichamen hangt het af van hoe het in hun statuten is geregeld.
Ambtenaren van openbare lichamen en andere krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersonen kunnen ook
bestuursorgaan zijn, in elk geval voor zover zij krachtens attributie, delegatie of mandaat bevoegd zijn tot het
uitoefenen van bestuursbevoegdheden. Ook adviesorganen van krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersonen
als staat, provincie of gemeente zijn bestuursorganen in de zin van de Awb. Het gaat in deze gevallen om a-
organen.
Zelfstandige bestuursorganen: buiten de gewone, departementale organisatie vallende overheidsinstanties
waaraan (krachtens attributie of delegatie) bestuursbevoegdheden zijn toegekend, ze zijn bevoegd besluiten te
nemen. Ze zijn niet hiërarchisch ondergeschikt aan een minister.
Agentschap: departementsonderdeel waarvoor krachtens hoofdstuk VI van de Comptabiliteitswet een
afzonderlijk beheersregime geldt. Een agentschap is altijd a-orgaan van de centrale overheid.
Functionele decentralisatie: de functionele instanties hebben een eigen ledensubstraat, een eigen ‘achterban’. Dit
zijn allemaal a-organen.
Een deel van de overheidstaak ligt echter in handen van andere instanties: van overheidswege opgerichte
‘privaatrechtelijke rechtspersonen’ (instanties waarin overheid en particulieren samenwerken, of soms ook
geheel particuliere instellingen). NV’s en stichtingen vallen hieronder.
Voor zover bij of krachtens de wet niet iets anders is bepaald, is privaatrecht hierop van toepassing wat hun wijze
van functioneren betreft. Als de organen van de rechtspersoon met openbaar gezag bekleed zijn ten aanzien van
de ambtenaren die ze in dienst hebben , zijn ze beperkt b-orgaan. Als een rechtspersoon uit dit punt
bestuursorgaan is in de zin van de Awb, is ze bij haar optreden in die hoedanigheid gebonden aan de bepalingen
van de Awb.
Voor samenwerking tussen de overheid en particulieren wordt wel gebruik gemaakt van de privaatrechtelijke
vorm. Lagere overheden kunnen ook in publiekrechtelijke vorm samenwerken met particulieren: d.m.v. de
gemeenschappelijke regeling en de functionele commissie. Bij gemeenschappelijke regeling ingestelde organen
en commissies van provincies en gemeenten zijn a-organen.
Openbaar bestuur wordt ook uitgeoefend door particuliere instanties. De organen van deze privaatrechtelijke
rechtspersonen zijn bestuursorganen voor zover ze belast zijn met het uitoefenen van bestuursrechtelijke
bevoegdheden; ze zijn b-organen.
Overheidspersonen zijn de mensen die samen de overheid vormen. De bevolking van het bestuur valt in
hoofdzaak uiteen in de categorieën bestuurders en personeel. Bestuurders zijn personen die de ‘normale’
eenpersoonsambten bekleden (ministers, staatssecretarissen, burgemeesters).
Verschillende personen kunnen een bestuursambt uitoefenen. Het is niet persoonsgebonden maar
functiegebonden. Het bestuursorgaan en het ambt leiden een eigen leven, dat onafhankelijk is van de bekleders
daarvan. De bestuurders kunnen worden onderscheiden in drie categorieën:
- degenen die uitsluitend deel uitmaken van een vertegenwoordigend college
- zij die lid zijn van een meerhoofdig college van dagelijks bestuur
- bekleders van een eenhoofdig ambt
Overheidspersoneel: de werknemers in overheidsdiensten, ondergeschikt aan een bestuursorgaan
Overheidspersoneel wordt onderverdeeld in twee groepen:
- ambtenaren

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ssnnoopp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48072 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,48  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd