100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht samenvatting €5,98
In winkelwagen

College aantekeningen

Vennootschaps- en rechtspersonenrecht samenvatting

 152 keer bekeken  0 keer verkocht

Collegedictaat van 73 pagina's voor het vak Vennootschapsrecht en Rechtspersonenrecht aan de VU

Voorbeeld 6 van de 73  pagina's

  • 18 maart 2015
  • 73
  • 2014/2015
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (91)
avatar-seller
ssnnoopp
Personenvennootschap bestaat soms ook zonder dat degene in
vennootschap weten dat ze een personenvennootschap zijn  dan zijn ze
ook onderworpen aan de regels die hierbij horen  wordt geregeld door
het contractenrecht  boek 6 en boek 7A

Algemene kenmerken personenvennootschap 
Bijzondere overeenkomst in de wettelijke systematiek  als er een
samenwerking is of ontstaat dan zijn de kenmerken van die samenwerking
bepalend of het een personenvennootschap is of niet  ook al wil je niet
gekwalificeerd worden als zodanig, als kenmerken samenwerking voldoen
aan wettelijke kenmerken , dan ben je een maatschap of een vof  als je
aan bepaalde kenmerken voldoet, dan val je in dat hokje, en dan val je
onder de regels die gelden voor dat contract.

Samenwerking als basis wordt aangegaan met het oog op bijzondere
capaciteiten en eigenschappen van degenen die samenwerken  intuiti
personae  als vennoot overlijdt, failliet gaat, dan wordt in principe de
overeenkomst ontbonden  je kan hier van afwijken in overeenkomst 
als een van vennoten overlijdt of eentje opzegt, kunnen de andere
vennoten de vennootschap voortzetten of dan hebben ze een recht op
voortzetting

Contractuele samenwerking  personenvennootschappen hebben in
Nederland geen rechtspersoonlijkheid  zijn geen rechtspersonen
Het zijn de natuurlijke personen (vennoten) die het vermogen in hun bezit
hebben, degenen die eigenaar zijn van het vermogen van de
personenvennootschap  ze zijn persoonlijk drager van de rechten en
verplichtingen van de vennootschap  persoonlijk aansprakelijk voor
verliezen en schulden van de vennootschap

Vermogen van de vennootschap is afgescheiden van het vermogen van de
vennoten  brengt mee dat zaakscrediteuren (degene met wie
overeenkomst is aangegaan in kader van personen vennootschap ) dat die
bij voorrang verhaal hebben op het vermogen van de vennootschap  en
dat privecrediteuren geen verhaal kunnen nemen op het vermogen van de
vennootschap  het vermogen staat apart van het privévermogen van de
vennoten

Als vennoten zijn uitgetreden of als er nieuwe vennoten zijn toegetreden
dat de crediteuren van de vennootschap die al voordien bestonden dat ze
toch verhaal kunnen halen op dat vermogen  dit komt door het
afgescheiden vermogen  maakt verhaal mogelijk op vermogen van de
vennootschap ook als daartoe vennoten zijn gerechtigd die niet
aansprakelijk zijn voor die desbetreffende schulden.

contractuele samenwerking  min of meer duurzaam (staat niet in de wet,
maar volgt uit de rechtspraak  toevallig samen met iemand iets kopen,
verkopen en delen in de winst, dan geen vennootschap)  moet sprake
zijn van een duurovereenkomst  vennoten spreken af om gedurende een

,bepaalde periode te gaan samenwerken

Samenwerking op voet van gelijkheid  wil niet zeggen dat de vennoten
dezelfde bevoegdheden hebben, je kan best afspreken dat de ene vennoot
vertegenwoordigingsbevoegd is en de andere niet
Je kan ook afspreken dat de ene vennoot de bevoegdheid heeft om
bepaalde handelingen voor rekening van de vennootschap te verrichten,
maar dat er toestemming nodig is van andere vennoten
Het gaat om ontbreken van een gezagsverhouding  de ene vennoot is
niet de baas over de andere vennoot  want dan spreken we niet meer
van samenwerking op voet van gelijkheid

Als je samenwerkt in vennootschap heb je geen dienstverband, geen
loonbelasting afdragen  als rechter vaststelt dat de ene vennoot boven
de ander staat, dan zegt de rechter ja hier is geen sprake van
vennootschap, je moet alsnog loonbelasting betalen, sociale
zekerheidspremies afstaan  je kan niet terughalen op degene die als
werknemer wordt aangemerkt.

Inbreng van vennoten  elk van de vennoten moet iets inbrengen in de
samenwerking  inbreng is elke prestatie die kan bijdragen aan het
succes van de vennootschap  waarop is samenwerking gericht? Op het
behalen van materieel voordeel  winst, maar dat kan ook zijn het
besparen van kosten.

Winst moet worden verdeeld over de vennoten  vader bepaalt of zoons
wel of niet aandeel in de winst zullen krijgen, is dit een
personenvennootschap? Nee, de rechter zei in casu krijg je of wel of geen
deel van de winst en dat betekent dat je geen recht hebt op de winst,
geen recht op een aandeel in de winst  terwijl dat juist een kenmerk is
van de vennootschap  dat je recht hebt op een aandeel in de winst.

Je kunt arbeid inbrengen, maar ook goodwill  vorm van inbreng waar je
samenwerking verder mee kan brengen

Vergelijking personenvennootschap en kapitaalvennootschap  bij BV kan
je wettelijk gezien geen arbeid inbrengen, maar bij personenvennootschap
kan dat wel

Inbreng van goederen
onderscheid inbreng goederen in juridische zin en in economische zin
Inbreng van goederen zonder nadere toevoeging  levering van eigendom
van die goederen aan de overige maten  je brengt goederen in mede-
eigendom  goed wordt overdragen  titel van koop is van
overeenkomstige toepassing  gevolg is dat als je goed inbrengt in
juridische zin dat waarde veranderingen voor rekening en voor risico zijn
van de vennootschap

Inbreng van economische eigendom  (obligatoire inbreng)  degene die
goed inbrengt blijft eigenaar, maar genot van de goederen wordt ter

,beschikking gesteld van de vennootschap  bepalingen huur van
overeenkomstige toepassing  je kan afspraken maken over risico van
waardedaling en waardestijging  economische inbreng voor risico van
vennootschap  als goed in waarde is gestegen dan betekent dat, dat de
waardestijging die zich heeft voorgedaan moet worden verrekend met
degene die het goed heeft ingebracht.

Inbreng van genot van goederen  inbreng van zuiver genot 
waardestijging waardedaling voor rekening van degene die heeft
ingebracht, en niet voor rekening van de vennootschap  dit is te merken
als de vennoot ermee stopt of overlijdt of failliet gaat dan vervalt de
verplichting tot inbreng ( verplichting tot je vennoot bent) en dat betekent
dat je weer de volle eigendom verkrijgt als vennoot

Maatschap is basisvorm van de personenvennootschappen 
je kan niet spreken van vof of cv als niet ook voldoet aan de kenmerken
van de maatschap

Stille maatschap  maatschap ter uitoefening van een beroep of bedrijf
maar niet onder gemeenschappelijk naam  maten oefenen beroep of
bedrijf uit onder eigen naam  stille maatschap hoeft niet kenbaar te zijn
Openbare maatschap  als maatschap wordt uitgeoefend onder
gemeenschappelijk naam  ter uitoefening van een beroep

Van belang is afgescheiden vermogen  15 maart 2013  als maatschap
na ontbinding afgescheiden vermogen heeft dan voor ontbinding ook 
verhaalspreferentie.

Als je afgescheiden vermogen aanneemt doorbreek je de gelijkheid van
crediteuren  vandaar dat stille maatschap geen afgescheiden vermogen
kan of zou behoren aan te nemen.

Als het gaat om uitoefening bedrijf onder een gemeenschappelijk naam
dan is er sprake van een VOF  je kan wel een maatschap hebben die een
bedrijf uitoefent, maar dan is het wel een stille maatschap.

Wanneer is er sprake van een gemeenschappelijk naam? Is niet altijd even
duidelijk. Bijv. Gezondheidscentrum Bergen  huisartsen etc. dan is wel
duidelijk dat er sprake is van handelen onder een gemeenschappelijke
naam
Echter, bij 2 huisartsen, 1 praktijk met een bordje Krijger&deVries 
gemeenschappelijke naam? Hoeft niet, is niet helemaal duidelijk.  het
kan zijn dat ze samenwerken, maar dat ze een stille maatschap zijn

VOF is contractuele samenwerking die moet voldoen aan kenmerken van
de maatschap  maar daarnaast gaat het om de uitoefening van het
bedrijf (16 WvK) en onder gemeenschappelijke naam (firma betekent
naam)  als je aan de kenmerken voldoet ben je een VOF, of je dat nou
wilt of niet.

,Wat is het verschil tot beroep en bedrijf?
Agrariërs vinden dat zij een beroep uitoefenen  maar een agrarisch
bedrijf is een bedrijf en geen beroep
Onderscheid beroep en bedrijf moet je zoeken in de sfeer van een vrij
beroep en de rest is bedrijf  dus huisartsen, advocaten, notarissen,
fysiotherapeuten (vrij beroep, valt in de maatschap  timmerbedrijf,
metselbedrijf (bedrijf)
Als kenmerk wordt genomen dat er sprake is van een zekere een
persoonlijke relatie, vertrouwensrelatie, soort kwetsbare positie (beroep)

Als fysiotherapeuten en huisartsen samenwerken  maatschap, want
beiden oefenen vrij beroep uit
Accountants  bij accountancy is lastig zeker als je bij de big four zit want
ze werken erg bedrijfsmatig, dat element van die persoonlijke relatie
tussen klant en behandelaar van het dossier is er dan niet meer, daar
neigt men dan toch meer om een bedrijf aan te nemen  als je met 2 of 3
accountants een accountantskantoortje hebt en je de klanten heel
persoonlijk bedient, dan zou dat misschien weer beroepsmatig zijn

VOF regels van de maatschap betreffende interne verhouding vennoten
geldt ook voor de VOF  als het gaat om
vertegenwoordigingsbevoegdheid, aansprakelijkheid, extern dan kijken
naar WvK

Commanditaire vennootschap 
moet voldoen aan de kenmerken van de VOF (maatschap) is ook
gedefinieerd in WvK 
Naast een of meer beherende vennoten zijn er ook commanditaire
vennoten (vennoten die niet mogen handelen op naam van de
vennootschap, ook niet krachtens volmacht, die zijn dan ook niet
verbonden voor de schulden van de vennootschap, extern niet
aansprakelijk, en hun risico, draagplicht is beperkt tot de hoogte van hun
inbreng)  beperkt aansprakelijke vennoten

Vermogen van de vennootschap  onderscheiden we 2 begrippen 
vermogen in economische zin  alle vermogen met inbegrip van
verplichtingen en aanspraken die de vennoten hebben ingebracht,
bijvoorbeeld ook inbreng van genot van zaken
Vermogen in juridische zin  goederen die juridisch gemeenschappelijk
zijn van de vennoten  waartoe de vennoten gezamenlijk gerechtigd zijn,
waarvan ze mede-eigenaar zijn

Vermogen van de vennootschap is doel gebonden, als individuele vennoot
kan je zo’n goed niet aan de vennootschap onttrekken  kan gehele
aandeel als zodanig niet vervreemden en zijn crediteuren dus ook niet 
je kan wel goederen aan de gemeenschap onttrekken, maar dan moeten
alle vennoten daar aan mee werken  door daar aan mee te werken,
wordt dat gebonden karakter van dat goed of vermogen opgeheven

,Verhouding tussen de vennoten onderling  bestuur van de vennootschap
(beheer en beschikken binnen de vennootschap)  als hoofdregel geldt
dat elke vennoot bevoegd is tot het verrichten van beheershandelingen 
handelingen die behoren tot de normale exploitatie van de uitoefening van
het beroep of bedrijf 

Beschikkingshandelingen zijn alle handelingen die niet behoren tot de
normale uitoefening van het bedrijf  bedrijfspandje en je zou dat willen
verkopen, dat behoort niet tot de normale gang van zaken  soms is het
wel een normale bedrijfshandeling als je zit in een onroerend goed
samenwerking CV  met als doel het handelen in onroerende zaken, dan
behoort het wel tot de normale exploitatie, en zijn de vennoten weer wel
bevoegd.

Uit gang van zaken kan worden afgeleid of er sprake is van een
beheershandeling of beschikkingshandeling.

Regelend  je kan afwijken van de regels dat elke vennoot bevoegd is om
beheershandelingen te verrichten, of dat ze bij beschikkingshandelingen
slechts gezamenlijk bevoegd zijn.

Draagplicht is direct gekoppeld aan de bevoegdheid die iemand heeft 
draagplicht is interne verantwoordelijk om bepaalde kosten voor hun
rekening te nemen  hoofdregel is dat de draagplicht evenredig is naar
ieders inbreng (inbreng is bepalend voor je winstaandeel, vandaar dat het
logisch is dat ook de kosten voor dat aandeel door jou worden betaald)

Draagplichtig als iemand die de rechtshandeling heeft verricht daartoe ook
bevoegd was.

Het kan best zijn dat je extern niet bevoegd bent om de vennootschap te
vertegenwoordigen(bijvoorbeeld geen volmacht bij maatschap, of
beperking vertegenwoordiging bij VOF) , maar dat je intern wel bevoegd
bent om bepaalde handelingen te verrichten ( en als we het hebben over
de draagplicht gaat het over de interne bevoegdheid  als in
vennootschapscontract niets is geregeld m.b.t. de beheershandelingen
komen de kosten van de verrichte rechtshandeling voor rekening van de
maatschap  als in het contract is opgenomen dat de vennoot niet
bevoegd is voor rekening van de maatschap te handelen, dan kunnen de
andere vennoten zeggen wij dragen die kosten niet, blijft voor jou
rekening.

Als je interne bevoegdheid overtreedt, dat je daar zelf rekening voor
betaald  tenzij vennoten het accepteren.

Bij de maatschap is de regel dat als we het hebben over de
vertegenwoordigingsbevoegdheid, dus handelen namens de maatschap,
dat dat alleen kan als er sprake is van volmacht(gevolmachtigde is wel
schadeplichtig, maar bindt niet zichzelf) (wederpartij is eenzijdig gebonden
bij onbevoegde vertegenwoordiging, die kan niet zeggen de

, gevolmachtigde was niet bevoegd dus ik was niet gebonden, de
wederpartij kan wel de principaal dus de pseudo volmachtgever een
termijn stellen waarbinnen hij vraagt om bekrachtiging, door bekrachtiging
komt de handeling alsnog tot stand, de wederpartij is pas bevrijd van de
handeling als er geen bekrachtiging plaatsvindt)

Als je schijn hebt gewekt kan je wel worden gebonden  schijn moet zijn
gewekt door de volmachtgever, niet door de gevolmachtigde.
Baattrekking  als de rechtshandeling onmiddellijk netto voordeel
oplevert voor de vennootschap, gaan we ervan uit dat de maatschap
daardoor gebonden is.

Als maat optreedt namens de maatschap bindt die in principe alleen
zichzelf en niet de maatschap of de andere vennoten  hij kan de maten
binden als hij daartoe volmacht heeft  geen volmacht, dan heeft die
zichzelf gebonden 

Maten zijn gebonden voor gelijke delen (1680) als er sprake is van
volmacht, schijn van volmacht of bekrachtiging

Bij ondeelbare verbintenissen is de aansprakelijkheid hoofdelijk

Stel er is volmacht, dan kan het maatschapsvermogen worden
uitgewonnen door de zaakscrediteuren (de crediteuren waarmee op naam
van de vennootschap een rechtshandeling is verricht) (vanwege het
maatschapsvermogen) 

Stille maatschap heeft geen afscheiden vermogen  kan je dan wel
verhaal nemen op het vermogen van de maatschap  waarschijnlijk wel
als alle maten die op dat moment waarop je verhaal wil nemen ook
verbonden zijn voor die schulden, want dan zijn zij allemaal aansprakelijk,
allemaal deelgerechtigd tot die vermogensbestanddelen (en er zijn geen
anderen die gerechtigd zijn tot de vermogensbestanddelen, dan kun je
verhaal nemen)

Heeft er een wisseling van maten plaatsgevonden, dan ligt dat
waarschijnlijk anders, want dan zijn er ook andere maten bij gekomen die
gerechtigd zijn tot het vermogen van de maatschap en dan hebben we
niet meer de situatie waarbij de verbondenheid en gerechtigdheid
samenvallen met de personen en dan heb je bij stille maatschap een
probleem

Bij openbare maatschap maakt de wisseling van maten niet meer uit, dan
is alleen van belang of alle maten extern aansprakelijk zijn op het moment
dat de verbintenis werd aangegaan, zo ja, dan maakt de wisseling van de
vennoten nadien niet meer uit want dan is het vermogen als zodanig
verbonden, niet meer via de maten, maar het vermogen als zodanig (door
afgescheiden vermogen)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ssnnoopp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48072 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,98
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd