Kernitems
Medisch biologisch
• Wervelkolom: vorm en functie: cervicaal: groot foramen voor ruggenmerg en arterien,
vooral rotatie. Discus verdwijnt bij ouderdom. Lumbaal groot corpus = gewichtdragend.
Foramen stopt bij S2. Vooral flexie en extensie bij lumbaal
• Facetgewrichten: cervicaal staan de facetgewrichten in een hoek van 45 graden. lumbaal
staan de facetgewrichten in een hoek van 90 graden.
• Discus: tussenwervelschijf, schokdemping
• Mechanische vervormingMechanische vervorming: vervorming van de ruggenwervel
doormiddel van tijd maar ook door de krachten die er op komen
• Ionkanalen (een eiwit)Ionkanalen (een eiwit): snel veranderen van het membraanpotentiaal
in neuronen en spiercellen vereisen het openen en sluiten van het membraan kanaaleiwitten
die bepaalde ionen door het membraan laten passeren. De beweging van ionen via deze
ionkanalen verandert de membraan spanning. Twee klassen van ionen kanalen zijn belangrijk
voor excitatie en samentrekking van skelet.
• PijnPijn: pijnreceptoren worden geactiveerd door extreme druk en temperatuur en een ware
soep van vrijgekomen chemicalien van beschadigd weefsel. Histamine, kalium, ATP, zuren,
bradykinine zijn de krachtigste pijnveroorzakende chemicalien. Alles van deze chemicalien
werken op vezels met een kleine diameter
• A-vezels: snelle gemyeliniseerde vezels. A-vezels: snelle gemyeliniseerde vezels: zijn
voornamelijk somatische sensorische en motorische vezels ten dienste van de huid,
skeletspieren en gewrichten. Ze hebben de grootste diameter, dikke myelinescheden en
geleidende impulsen bij snelheden tot 150 mijl per uur
• C-vezelsC-vezel: hebben de kleinste diameter. Ze zijn niet gemyeliniseerd, dus ze zijn niet in
staat tot saltatoire geleiding en impulsen in een rustig tempo geleiden
• StabiliteitStabiliteit: actieve stabiliteit = spieren. passieve stabiliteit = botten, ligamenten
• Kanker in de voorgeschiedenis: rode vlag
• TBC in de voorgeschiedenis: rode vlag
• HIV in de voorgeschiedenis: rode vlag. Tast botdichtheid aan, heft effect op de
stevigheid/functie mogelijkheid van de wervelkolom
• Intraveneus drugs gebruik in de voorgeschiedenis: rode vlag
• Osteoporose: verminderde dichtheid en sterkte van bot als gevolg van een geleidelijke
afname van de snelheid van botvorming
• Gewichtsverlies: rode vlag
• Reumatoïde artritis: chronischechrische ontstekingsziekte. Vooral bij mensen met de leeftijd
tussen 30 en 50 jaar, maar het kan bij iedereen ontstaan. het komt vaker voor bij vrouwen
dan bij mannen. Gewrichtsstijfheid, vooral de kleine gewrichten. Bilateral.
Autoimmuunziekte.
• Afwijkende stoelgang: rode vlag
• Neurologische uitval: rode vlag, kan duiden op een radiculopathie, perifere zenuwlaesie,
hernia, etc.
• Spasmes: een plotselinge, onwillekeurige spiertrekking in gladde of skeletspier. Kan komen
tot chemische onevenwichtheden. Massage kan helpen tegen spasmes. Een kramp is een
langdurige spasme.
, • Algeheel gevoel van onwelbevinden: rode vlag
• Subfebriele lichaamstemperatuur: rode vlag. Lichaamstemperatuur boven 38,5 graden
Celsius.
• Cauda equina syndroom: uitval van de cauda equina: S3, S4 en S5
• Verlies van sfincter tonus: sfinter is een sluitspier. Uitval door een zenuwprobleem kan
leiden tot incontinentie
• Uitval S4: gebied rond anus. Wat leidt tot incontinentie
• Positieve Babinski reflex: voetzoolreflex. Positieve test wanneer de tenen strekken.
• Neurologische uitval: veranderde sensatie, verminderde/geen spierkracht, tintelingen
• Abnormaal looppatroon:
• Bilaterale tintelingen: bij een polyneuropathie zijn de extremiteiten bilateraal aangedaan
• Vormafwijkingen thoracale en lumbale wervelkolom: extreme kyfose of lordose
• HNP: hernia nuclei pulposi. uitstralende pijn, afwijkende reflexen, motorische stoornissen,
gestoorde sensoriek, uitval
• Osteofyten: wanneer artrose vordert, wordt het blootgestelde botweefsel dikker en er
vormen verdikkingen die de botuiteinden verdikken, dit kan lijden tot pijnlijke bewegingen
• Artrose: veel soorten artrose, wat overeenkomt is pijn, stijfheid en zwelling van het gewricht.
• Spondylose: is osteoarthrose. Herhaalde irritatie als gevolg van defecte mechanica.
Progressieve veranderingen in het facet en de randen van het corpus vertebrae.
• Spondylartrose: is spondylose
• Lumbale spinale stenose: een vernauwing van het wervelkanaal waarin het ruggenmerg
loopt
• Spondylitis ankylopoetica: een variant van reuma artritis die vooral mannen treft; het begint
Meestal in de SI-gewirchten en vordert superieur langs de wervelkolom. De wervels worden
onderling verbonden door fibrous weefsel, waardoor de wervelkolom stijf wordt (voorheen
ookwel ziekte van bechterew, afgekort met Ax-SpA
• Labrum glenoidale scheur: labrum is vezelig kraakbeen, wat de kom van de schouder dieper
maakt. Een scheur kan ontstaan door een acuut trauma. Symptomen: stijfheid en instabiliteit
en pijn
• Meningitis: hersenvliesontsteking, hoge koorts (of een te lage temperatuur), koude rillingen,
bleke huid, of andere huidkleur dan normaal, hoofdpijn, overgeven, nekpijn of een stijve nek;
het lukt niet goed de nek voorover te buigen, sufheid, verwardheid.
• Nociceptor: zenuwuiteinde die gespecialiseerd is in het waarnemen van gevaarlijke invloed
• Perifere zenuw: voorbeelden zijn n. ulnaris, n. radialis, n. medianus, n. femoralis, n. tibialis
• WDR neuronen: wide dynamic range neuron, een neuron die op verschillende intensiteiten
van verschillende soorten perifere zenuwen reageert.
• Glutamaat: neurotransmitter met een exciterende werking
• NMDA receptor: een glutamaat receptor en ion kanaal gevonden in neuronen. Het is
belangrijk voor het controleren van synaptische plasticiteit en leren en onthouden. Deze
receptor kan het ruggenmerg hyperalgesie ‘aanleren’.
• Wind-up: een onderdeel van centrale sensitisatie waarbij herhaalde C-vezel stimulatie een
telkens sterker effect heeft en er steeds meer peer wordt ervaren.
• Second order neuron: Second order neuron: de cellichamen van neuronen van de tweede
orde bevinden zich in de dorsale hoorn van het ruggenmerg of in medullaire kernen. Ze
geven impulsen door aan de thalamus of naar het cerebellum waar ze synapsen
• Ascenderende pijnbanen: banen naar het brein: tractus spinothalamicus, tractus dorsale
hoorn-mediale lemniscus en tractus spino-cerebellus