Hoorcolleges uitwerkingen
FT-zorg ..................................................................................................................................................... 2
College 1 .............................................................................................................................................. 2
College 2 .............................................................................................................................................. 5
College 3 .............................................................................................................................................. 5
College 4 .............................................................................................................................................. 8
College 5 ............................................................................................................................................ 11
College 6 ............................................................................................................................................ 15
College 7 ............................................................................................................................................ 16
Medisch-Biologisch................................................................................................................................ 20
College 1 ............................................................................................................................................ 20
College 2 ............................................................................................................................................ 20
College 3 ............................................................................................................................................ 22
College 4 ............................................................................................................................................ 24
College 5 ............................................................................................................................................ 25
College 7 ............................................................................................................................................ 26
College 8 ............................................................................................................................................ 27
Gedrag en Communicatie ...................................................................................................................... 30
College 1 ............................................................................................................................................ 30
College 2 ............................................................................................................................................ 31
College 3 ............................................................................................................................................ 33
College 4 ............................................................................................................................................ 35
College 5 ............................................................................................................................................ 37
College 6 ............................................................................................................................................ 38
College 7 ............................................................................................................................................ 39
, FT-zorg
College 1
Lage rugpijn
Aspecifieke rugklachten: er is geen specifiek bewijs dat een specifiek weefsel of een pathologie
verantwoordelijk is voor de pijn. Weefsel kan een rol spelen, alleen weten we niet welke.
- Multifactoriële verklaring
- Pain is in the brain
- Bottom up – activatie van nocisensoren. Top-down modulatie in CZS
Normaal beloop: er is sprake van een ‘normaal beloop’, wanneer de activiteiten en participatie in de
tijd gradueel toenemen (tot het niveau van voor de klachtenepisode). Vaak zal ook de pijn
verminderen. Dit houdt niet in dat de lage rugpijn altijd geheel verdwijnt, maar dat de lage rugpijn
het uitvoeren van activiteiten en participatie niet (meer) in de weg staat.
Afwijkend beloop: er is een afwijkend beloop als de beperkingen en participatieproblemen in de tijd
niet afnemen, maar gelijk blijven op zelfs toenemen. Reeds na 3 weken
Profiel 1: aspecifieke lage rugpijn met normaal beloop
profiel 2: aspecifieke lage rugpijn met abnormaal beloop, zonder dominante aanwezigheid van
psychosociale factoren die herstel belemmerend zijn
profiel 3: aspecifieke lage rugpijn met abnormaal beloop, met dominante aanwezigheid van
psychosociale factoren die herstel belemmerend zijn
Prognostische factoren
op stoornis niveau: ernstige beperkingen in activiteit, uitstralende pijn, wijdverspreide pijn
persoonlijke factoren: oudere personen, slechte algemene gezondheid
psychosociale factoren: stress, angst, vermijdingsgedrag, somatisatie, depressieve klachten
werk gerelateerd: slechte relaties, lichamelijk zwaar
,Nekpijn
Natuurlijk beloop: normaal zal de pijn afnemen met 45% binnen 6 weken. In de algemene populatie
zal 50-85% van de patiënten een nieuwe episode van nekpijn krijgen of zelfs voortdurende nekpijn
binnen 5 jaar.
Normaal beloop: binnen 6 weken reductie van pijn en toename van activiteiten en participatie
Abnormaal beloop: na 6 weken een onveranderd of zelfs toegenomen niveau op pijn- en activiteiten-
en participatieniveau
Graad 1: nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele pathologie.
Niet of nauwelijks invloed op ADL (profiel A, B, C)
Graad 2: nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele pathologie.
Hebben een forse invloed op activiteiten in ADL (profiel A, B, C)
Graad 3: nekpijn met neurologische symptomen en hebben een forse invloed op ADL
Graad 4: specifieke nekklachten met symptomen, duidend op andere, serieuze pathologie
Profiel A: normaal beloop, in 6 weken is er een toename in activiteiten en participatie
Profiel B: abnormaal beloop, na 6 weken is er geen toename in activiteiten en participatie, zonder
dominante psychosociale factoren.
Profiel C: abnormaal beloop, na 6 weken is er geen toename in activiteiten en participatie, met
dominante psychosociale factoren
Prognostische factoren
Werk gerelateerd: eerdere MSK-aandoeningen, eerdere nekpijn, hoge werkeisen en weinig invloed
op werk
Trauma gerelateerd: hyperalgesie voor kou, eerdere MSK-blessures, angst, catastroferen, depressie,
passieve coping stijl, afname activiteit
Persoonlijk: angst, hogere leeftijd, stress, slechte psychologische gezondheid
, Rode vlaggen nek
- (Recent) trauma
- Al langer bestaande (onverklaarde) koorts
- Recent onverklaard gewichtsverlies (> 5 kg/ maand)
- Langdurig gebruik corticosteroïden
- Constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van positie
- Kanker in voorgeschiedenis
- Algemeen onwelbevinden
- Nachtelijke pijn (die aanhoudt als u van houding veranderd bent)
- Uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
Tractus is een samenhangend systeem van organen met een bepaalde functie in het lichaam. Door
bepaalde vragen te stellen, kan je erachter komen in welke tractus het probleem zich afspeelt
Tractus neurologicus – centrale en perifere zenuwstelsel
Tractus digestivus – verteringssysteem
Tractus respiratorius – longen, ademhalingsstelsel
Tractus locomotorius – bewegingsapparaat: botten, spieren, banden, gewrichten
Tractus circulatorius – hart- en bloedvaten
Tractus urogenitalis – urinewegen en geslachtsorganen
SCEGS
- Somatisatisch: ontstaanswijze, beloop, status patiënt, comorbiditeit, huidige behandeling
- Cognitie: attributie, percepties, verwachtingen, IPQ
- Emotie: angst, onzekerheid, boosheid, depressie
- Gedrag: coping stijl, omgang met klachten en beperkingen, vermijding
- sociaal: relaties, werk, hobby, stress
definitie pijn: een onaangename sensorische en emotionele ervaring, geassocieerd met actuele of
potentiële weefsel schade of dergelijke schade
nociceptieve pijn: pijn die te maken lijkt te hebben met actuele of dreigende schade van weefsel,
door activatie van nociceptoren
neuropatische schade: primair letsel of ziekte van het somatosensoren deel van het CZS (perifeer of
centraal)
Nociplastisch: versterking van het neurale verkeer binnen het centraal zenuwstelsel, wat leidt tot
pijnovergevoeligheid
Pijn geeft geen maat voor de toestand van het weefsel
pijn wordt veranderd door vele factoren zoals somatische, psychologische en sociale
de relatie tussen pijn en de toestand van het weefsel wordt minder betrouwbaar wanneer de pijn
langer aanhoudt
pijn kun je beschouwen als de bewuste uitkomst van een onbewust perceptie van bedreiging van
weefsel
Pijn facilitatie: verergerd. Doel is om te weten te komen over de situatie van weefsel
Pijn inhibitie: verminderd. Doel is om de binnenkomende info te verminderen omdat er geen
noodzaak is
Nociplastisch pijn/centrale sensitisatie
CZS laat een toegenomen activiteit van pijn van de faciliterende banen zien en een afgenomen
activiteit van pijn van de inhiberende pijn met als resultaat een disfunctionerende endogene pijn
controle