Kennislijn chronisch zieken OP1 leerjaar 2:
Kennisclip 1 verpleegkundig proces en klinisch redeneren:
De manieren waarop mensen het verpleegkundige proces zien is verschillend.
Verpleegkundig proces definities:
- Het verpleegkundig proces is een benaderingswijze waarin hey denken en doen van
verpleegkundigen wordt toepast.
- Het is een systematisch, creatieve methode die gebruikt wordt om feitelijke,
dreigende of mogelijke gezondheidsproblemen vast te stellen, te voorkomen en te
behandelen.
- Het is een methode waarmee je de vermogens van de zorgvrager vaststelt.
- Het biedt een richtinggevend kader waarin verpleegkundigen hun competenties
toepassen bij het verlenen van zorg.
Het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen en
problemen van een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid.
Cyclisch proces van:
1. Risico-inschatting.
2. Vroeg signalering.
3. Probleemherkenning.
4. Interventie (EBP).
5. Monitoring.
Rond 1950 is het verpleegkundig proces voor het eerst geformuleerd. Toen noemde ze het
APIE model assessment, problems, interventions en evaluation. Het was vooral
probleemoplossend. Het was ook erg gerelateerd aan medische conditie. Het werd vooral
gebruikt in het ziekenhuis.
Rond 1960 ontstond er een diagnose beweging. In 1973 dacht het ANA (Standards of nursing
practice) na over het verpleegkundig domein, ze begrijpen van proces en producten van
klinisch redeneren. Hierdoor veranderde het verpleegkundig domein ADPIE: assessment,
diagnosis, planning, implentation en evaluation.
Volgens Wilkinson in 2019 is er weer een ander
verpleegkundig proces opgesteld:
,lu
a
v
E
rti
e
In
ito
gG
zm
sP b
/D
Verpleegkundig proces wat wij op de hogeschool gebruiken:
EBP: klinische expertise verpleegkundige, best beschikbare bewijs en wensen en voorkeur
van de patiënt.
Kritisch denken beïnvloedende factoren:
- Achtergrond van de verpleegkundige.
- Normen en waarden.
- Levenservaring.
- Verpleegkundige kennis en vaardigheden.
- Visie en ideeën op verpleegkunde.
- Informatie van en over de patiënt
Kennisclip geneeskunde 1: COPD en astma:
COPD: chronic obstructive pulmonary disease. Hieronder verstaan we:
- chronische bronchitis: chronische ontsteking van de kleine luchtwegen. Dit ontstaat
door prikkelende stoffen uit de omgeving. Door deze ontsteking verkrampt het
gladde spierweefsel in de wand van de kleine luchtwegen waardoor de
slijmproductie omhoog gaat. Hierdoor krijgt de patiënt last van kortademigheid,
hoesten en het opgeven van sputum (slijm).
- Longemfyseem: Chronische ontsteking lijdt in het begin tot meer slijmproductie en
hoesten maar als de prikkelingen van de luchtwegen doorgaat raakt het longweefsel
beschadigd en kan uiteindelijk de longfunctie sterk afnemen longemfyseem.
Chronische bronchitis en longemfyseem trede vaak samen op, dit noemen we CODP. Bij
COPD staat een chronische obstructie van de kleine luchtwegen centraal. Dit leidt tot een
beperking van de luchtstroom door de kleine luchtwegen tijdens de uitademing. Er blijft dus
meer lucht in de longen achter na de uitademing. COPD leidt uiteindelijk tot een afwijkende
gaswisseling: de hoeveelheid zuurstof in het bloed neemt af en de hoeveelheid koolzuurgas
neemt toe.
,De veerkracht neemt af, ze worden slappe zakjes waardoor de lucht bij uitademen in de
longblaasjes achterblijft. De wand van de longblaasjes raakt beschadigd, dit betekent dat het
longweefsel met bloedvaten hierin open gaat. Hierdoor neemt de gaswisseling af en in
ernstige gevallen neemt de bloeddruk in de longen toe pulmonale hypertensie. In deze
situatie kan de rechterkant van het hart deze hoge druk niet meer aan rechts
decompensatie.
COPD ontstaat door erfelijke kwetsbaarheid en langdurige prikkeling door bepaalde stoffen.
De gevolgen zijn: chronische ontsteking, beschadiging wand longblaasjes, obstructie
bronchie en bronchioli, afname aantal bloedvaatjes en afname gaswisseling.
Bij de behandeling en begeleiding van een COPD patiënt spelen bepaalden aspecten een rol:
- Preventie (stoppen met roken, voorlichting, prikkels vermijden en griepvaccinatie).
- Beta-2-sympathico-mimetica luchtwegverwijdende medicatie.
- Anticholinergica luchtwegverwijdende medicatie.
- Theofylline luchtwegverwijdende medicatie.
- Corticosteroïden ontstekingsremmende medicijnen.
- Eventueel zuurstof gebruik je alleen bij ernstige vormen van COPD.
- luchtweginfecties antibiotica enzovoort.
Astma bronchiale (astma).
Astma bronchospasme aanvalsgewijs hoesten, dyspnoe en piepen.
Hoe ontstaat astma:
- Erfelijke overgevoeligheid luchtwegen.
- Specifieke prikkels.
- Aspecifieke prikkels (bronchiale hyperreactiviteit.
Gevolgen:
- Ontsteking: slijmproductie, zwelling.
- Prikkeling cholinerge receptoren.
- Vernauwing van de luchtwegen.
Bij mensen met astma zijn de longen gevoelig voor een bepaalde stof bijvoorbeeld een
allergie. Bij een allergische prikkel zorgt een bepaald antilichaam (IGE) voor de koppeling
tussen de prikkelende stof en de mestcel een apart type cel in de wand van de
luchtwegen. Bij deze koppeling geeft de mestcel histamine en leukotrieën af. Deze stoffen
zorgen voor zwelling, slijm en verkramping in gladspierweefsel wat vernauwing in de
luchtwegen veroorzaakt broncho constrictie. IGE word in toenemende mate
geproduceerd na herhaald contact met een allergie makende stof, deze productie is erfelijk
bepaald atopie, dit speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van astma.
Het kan ook gaan om iets anders dan een allergische stof zoals rook, koude lucht, inspanning
enzovoort bronchiale hyperreactiviteit. Kleine luchtwegen bronchie en bronchie
reageren op dergelijke prikkels met een ontstekingsreactie, dit lijdt tot productie van slijm,
, zwelling en verkramping van glad spierweefsel dit zorgt voor vernauwing van de kleine
luchtwegen.
Een prikkeling van cholinerge receptoren lijdt tot extreme samentrekkingen van glad
spierweefsel en vernauwing van de kleine luchtwegen.
Cholinerge receptoren zorgen in rust voor het vernauwen van de luchtwegen.
Behandeling astma:
- Preventie (voorlichting, stoppen met roken, saneren huis, prikkels vermijden en
griepvaccinatie).
- Beta-2-symathico-mimetica.
- Anticholinergica.
- Theofylline.
- Corticosteroïden.
- Eventueel zuurstof.
- LWI AB enzovoort.
Astma is chronisch en is niet te genezen maar aanvallen kunnen wel voorkomen kunnen
worden.
Filmpje Astma en COPD juf Danielle.
Astma:
- Ze hebben last van benauwdheid, piepen en hoesten.
- De aanvallen komen door pollen, huisstofmijt, parfum en kou.
- Klachten in aanvallen.
- Het begint vaak op jongere leeftijd.
COPD:
- Ze hebben vaak last van hoesten, slijm en benauwdheid.
- Ze hebben een chronische ontsteking.
- Hierdoor ontstaat longemfyseem.
- Het ontstaat op oudere leeftijd.
Exacerbatie ziektes/klachten die de normale klachten verergeren.
Filmpje behandeling van astma en COPD juf Danielle:
De belangrijkste onderdelen van de behandeling van astma en COPD zijn:
1. Preventie:
- Stoppen met roken.
- Vermijden van prikkels.
- Griepvaccinatie.
2. Zuurstoftoediening.
3. Medicamenteus:
- Bronchodilatatie.
- Ontstekingsremmen.