College: Klinisch redeneren volgens ProActive Nursing
Leerdoelen:
• Uitleggen wat klinisch redeneren volgens ‘ProActive Nursing’ inhoudt
• Toelichten wat de zes stappen bij ‘ProActive Nursing’ inhouden
• Uitleggen wat het verband is tussen ‘ProActive Nursing’ en het verpleegkundig proces
• Uitleggen wat de verschillen én overeenkomsten zijn tussen de diverse methoden voor klinisch
redeneren.
Doel klinisch redeneren
- Problemen op fysiek, psychische, sociaal, spiritueel en functioneel gebied systematisch in kaart
brengen, analyseren, monitoren en eventueel oplossen
- Besluitvorming op methodische en evidence based wijze
ProActive Nursing
- Goed inzicht in verschillende lichaamssystemen
- Voor iedereen toepasbaar
- Niet evidence based
De drie O’s
- Observeren
- Ordenen
- Oordelen
Belangrijk is dat je dingen kan onderbouwen. Dit proces stopt nooit, je blijft overdenken
6 stappen van ProActive Nursing
1. Oriëntatie op situatie: Wie is de patiënt? Wat is er aan de hand?
De actuele gezondheidssituatie volgens de SBAR:
- Situation: mentale en fysieke gezondheidssituatie
- Background: bestaande ziekten en voorgeschiedenis, behandelingen. Evt. zwangerschap. Huidige
behandeling en behandelbeperking (NR/NB). Medicatie en allergie
- Assessment: meetgegevens, observaties, lab uitslagen, Geef werkdiagnose en de urgentie
- Recommendation: welke aanbevelingen doe je? (bv consulatie, aanvullend onderzoek,
beleid/behandeling, overplaatsing)
,(Read back (herhaal afspraken hardop. Uit juridisch oogpunt en veiligheid, goede keuze)
Redeneerhulpen:
- SBAR: voor communicatie
- ALTIS (veel gebruikt bij pijn en bij wonden): aard, lokalisatie, tijdsverloop, invloeden,
samenhang/beleving
- ABCDE (traumatologie, wat het belangrijkste is om eerst te behandelen): airway, breathing,
circulation, disabillaty, exposure
- EWS (early warning system): beoordelen met vitale functies
- SIRS criteria: systematisch ontsteking syndroom, bij >2 of meer afwijkende waardes verdenking
sepsis
2. Klinische problematiek: Inzichtelijk maken aan de hand van zorgthema’s
Orden gegevens aan de hand van de zorgthema’s
- Beredeneer problematiek
- Prioriteer (volgens ABCDE of oorzaak-gevolg)
- Benoem actuele en potentiële problematiek. Stel de diagnose
1
Zorgthema’s
Inventariseren welke zorgthema’s het meeste prioriteit hebben.
Voorbeeld
3. Aanvullend onderzoek: Meer onderzoek om vast te stellen wat het probleem is
Welk onderzoek is van belang?
- Anamnese
- Lichamelijk onderzoek
- Lab
- Beeldvormend
- Fysiologisch onderzoek
* Wat zouden de uitkomsten kunnen zijn? Denk na over de urgentie. Weet wat je meet!
,4. Klinisch beleid: Welke zorg is op dat moment nodig om het probleem op te lossen?
Bepalen en uitvoeren hoe patiëntprobleem effectief aangepakt worden
- Welke interventies en protocollen
- Begeleiding patiënt
- Wie moet er geconsulteerd worden
- Hoe zelfzorgfuncties te benaderen en zelfmanagement te bevorderen
5. Klinisch verloop: Verwachting uitspreken over hoe de prognose is.
Bepaal het verloop
- Wat is het gewenste verloop op korte en lange termijn, wat is de prognose?
- Wat is het ongewenste verloop op korte en lange termijn, welke complicaties, risico’s zijn er en daar
de prognose van is?
6. Nabeschouwing: Reflecteren. Wat zie ik nou? Wat heb ik geleerd?
Beschouw de zorg en jouw aandeel in de zorg
- Was de patiëntveiligheid optimaal?
- Hoe was de kwaliteit van de beroepsuitoefening?
- Was er sprake van een ethisch dilemma?
- Canmeds rollen / verpleegkundige competenties
- Reflectie: wat heb je geleerd?
Werkgroep 1
Leerdoelen:
De student is op de hoogte van de symptomen, diagnostiek, prognose en behandeling bij
decompensatio cordis.
De student kan uitleggen welke verpleegkundige diagnoses vaak voorkomen bij zorgvragers met
decompensatio cordis.
De student is op de hoogte van de diverse specialismen in een ziekenhuis.
De student maakt een vergelijking tussen de verschillende methoden voor het klinisch
redeneren.
De student onderzoekt wat de stappen van het klinisch redeneren volgens ProActive Nursing
inhouden.
Voorbereidingsopdracht 1:
1. Myocardinfarct hartinfarct/hartaanval
Aneurysma plaatselijke verwijding of uitstulping van een bloedvat, wordt vaak bij toeval
ontdekt.
Arteria femoralis dijbeenslagader
Angiografie röntgenonderzoek waarbij ze uw bloedvaten zichtbaar maken
Decompensatio cordis hartfalen, hart kan onvoldoende bloed rondpompen
Voorbereidingsopdracht 2:
1. Academisch ziekenhuis verleent dezelfde zorg als een algemeen ziekenhuis maar voert
ook de meer zeldzame en ingewikkelde behandelingen uit. Daarnaast wordt er ook
wetenschappelijk onderzoek gedaan en nieuw medisch behandelingen ontwikkeld. Is altijd
gekoppeld aan een universiteit via de opleiding geneeskunde.
Streekziekenhuizen behandelen patiënten met aandoeningen die veel voorkomen. Als de
zorg ingewikkelder wordt, dan verwijzen deze ziekenhuizen patiënt vaak door naar een
, gespecialiseerde of academisch ziekenhuis. Zijn meestal wat kleiner en worden vooral door
patiënten uit de regio bezocht. Heeft bijna altijd een spoedeisende hulp.
2. - Cardiologie
- Geriatrie
- Verloskunde
- Oncologie
- KNO
- Kindergeneeskunde
- Maag-, darm- en leverziekten
- Psychiatrie
- Radiologie
- Urologie
Voorbereidingsopdracht 3:
In de les:
1=A
2=C
3=C
4 = A/B
5=C
6=B
Links = longen
Rechts = doorbloeding
Wat gebeurt er bij decompensatio cordis links?
Stuwing van vocht in de longen = longoedeem
Wordt minder bloed naar de rest van het lichaam gestuurd dus te weinig bloed in de rest van het
lichaam. Nieren gaan raas-systeem. (zorgt ervoor dat het lichaam meer vocht vasthoudt en de
bloeddruk omhoog gaat). Onvoldoende werking van het linkerventrikel.
Welke klachten levert dit op?
Kan leiden tot astma cardiale, kortademig, orthopneu, droge hoest, vermoeidheid, koud,
concentratiestoornis
Wat gebeurt er bij decompensatio cordis rechts?
Onvoldoende werking van het rechterventrikel, oedeem, koude extremiteiten, verhoogde
leverstuwing
Welke klachten levert dit op?
Vermoeidheid, kortademigheid bij inspanning, perifeer oedeem, kriebelhoest, verminderde eetlust,
vaak ’s nachts plassen
College: AFP – klinisch redeneren bij decompensatio cordis