RJ kent geen zelfstandige rubricering, maar steunt op de Nederlandse wet. Een balans op basis
van de Nederlandse wet:
Balans
Vaste activa Eigen vermogen
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa Voorzieningen
Financiële vaste activa
Schulden
Vlottende activa
Voorraden Overlopende passiva
Vorderingen
Effecten
Liquide middelen
Overlopende activa mogen ook worden
opgenomen onder vorderingen of schulden
De IASB eist in de toelichting een mutatieoverzicht van de immateriële en materiële vaste activa.
De RJ en de Nederlandse wet stellen het mutatieoverzicht daarnaast ook verplicht voor de
financiële vaste activa.
6.2 Immateriële vaste activa
6.2.1 Begripsbepaling
Deze zijn niet stoffelijk van aard. De kostprijs of waarde van het bedrijfsmiddel moet betrouwbaar
kunnen worden vastgesteld.
,Matchingsprincipe stelt dat de uitgaven geactiveerd dienen te worden en vervolgens door middel
van afschrijvingen ten laste van het resultaat moeten worden gebracht van de periode waarin de
uit de uitgaven voortvloeiende voordelen gerealiseerd worden.
Het voorzichtigheidsprincipe schrijft voor dat in twijfelgevallen aangenomen wordt dat er geen
toekomstige voordelen tot stand komen en dat de uitgaven daarom direct ten laste van het
resultaat van de lopende periode moeten worden gebracht.
De IASB en de RJ zeggen dat moet worden opgenomen maar alleen wanneer wordt voldaan aan
de activeringscriteria.
Impairment test bekeken wordt of de werkelijke waarde van het activum niet lager is dan de
boekwaarde.
6.2.2 Kosten van onderzoek en ontwikkeling
De IASB en RJ maken onderscheid in onderzoek en ontwikkel. Onderzoeksuitgaven dienen direct
ten laste van het resultaat te komen omdat de stap naar toekomstige voordelen te groot is. De
ontwikkelingskosten moeten wel worden geactiveerd.
De wetgever laat de keuze van activering over aan de ondernemer. Wanneer het geactiveerd wordt
moet wel afgeschreven worden naar economische gebruiksduur. Bovendien is de onderneming
verplicht de kosten toe te lichten en een wettelijke reserve te vormen voor het geactiveerde
bedrag.
Een wettelijke reserve mag geen winstuitkering in contanten worden gedaan. Deze kan worden
gevormd uit de vrije reserves of uit de winstverdeling. Als de geactiveerde bedragen van
ontwikkeling en onderzoek worden afgeschreven, vallen de wettelijke reserves vrij ten gunste van
de vrije reserves.
De solvabiliteit wordt beïnvloed door het opnemen van deze twee kosten op de balans.
Niet activeren kleiner vermogen en hogere rentabiliteit en lagere solvabiliteit
6.2.3 Kosten van concessies, vergunningen en dergelijke
Deze horen onder immateriële vaste activa als ze van derden zijn gekocht. Voor zelf ontwikkelde
merken, logo’s, uitgaverechten en klantenbestanden geldt dat de kosten daarvan niet kunnen
worden gesepareerd van de kosten ter ontwikkeling van het totaal van de onderneming en daarom
mogen ze niet worden geactiveerd.
, 6.2.4 Kosten van goodwill
Goodwill als zodanig is niet identificeerbaar, maar zit verscholen ; hidden asset.
Gekochte goodwill is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de netto-vermogenswaarde van
de overgenomen onderneming.
Zelf ontwikkelde goodwill mag zowel van de IASB en de RJ als wet niet worden geactiveerd.
6.2.5 Overige immateriële vaste activa
Oprichtings- en emissiekosten
Van de wet mogen deze geactiveerd worden. Als ze geactiveerd worden moet wel in maximaal
vijf jaar worden afgeschreven. Verder moeten ze worden toegelicht en dient er een wettelijke
reserve te worden gevormd ter grootte van het geactiveerde bedrag. De IASB zegt dat de kosten
niet geactiveerd mogen worden en de RJ raad aan om deze kosten niet te activeren.
Voorbereidings- en aanloopkosten
Ook wel initiële kosten genoemd. IASB en de RJ laten niet toe dat deze kosten worden
geactiveerd. De wet laat zich niet over activering uit.
Kosten van ‘human capital’
De ondernemer heeft niet de beschikkingsmacht over de productiefactor arbeid. Daarom mag het
van de IASB en de RJ niet worden opgenomen. Ook de uitgaven voor scholing moeten direct ten
laste van het resultaat worden gebracht. De wet laat zich hier niet over uit.
6.2.6 Waarderingsgrondslag
IASB : historische kosten of reële waarde (= bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld
tussen terzake goed geïnformeerde partijen die tot een transactie bereid en onafhankelijk van
elkaar zijn)
Door de wet en RJ toegelaten: verkrijgingsprijs (als het om gekochte gaat) of vervaardingsprijs
(als het gaat om zelf vervaardigde).
Fiscaal komen alleen historische kosten in aanmerking.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariellevandessel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.