Samenvatting VMBO kgt nask 1 pulsar hoofdstuk 1

Wat zit er achter de conchae nasales?

Antwoord: Openingen naar de bijholtes in de schedel

Waarom zitten er bijholtes in de schedel?

Antwoord: Zodat de schedel lichter wordt, wat zorgt voor minder belasting van de nekspieren

Wat gebeurt er in je neus wanneer je huilt en hoe komt dat?

Antwoord: Dan raakt de neus verstopt omdat de traanbuis de ogen met de cavitas nasi verbindt en er dan veel vocht wordt vervoert richting de neus.

Waarin gaat de cavitas nasi over?

Antwoord: De pharynx (keelholte, kieuwdarm)

Wat komt er uit in de pharynx?

Antwoord: De cavitas nasi en de mond

Welke fasen in de zwangerschap worden onderscheiden?

Antwoord: Embryonale fase en foetale fase

Wat is de embryonale fase?

Antwoord: Week 3 t/m 8: de basis van alle organen wordt aangelegd.

Wat is de foetale fase?

Antwoord: Week 9 t/m 38: er vindt groei en ontwikkeling van de organen plaats.

Waaruit ontstaan de longen en de trachea?

Antwoord: Uit het respiratoir diverticulum

Uit welke embryonale basislagen ontstaan de longen

Antwoord: Uit endoderm (de longen zelf) en uit mesoderm, mediale plaat mesoderm die zorgt voor de bloedtoevoer en de spieren in de longen.

Uit welke drie lagen weefsel bestaat de hartwand?

Antwoord: Endocard (1): binnenste laag van het hart, bestaande uit een dunne laag endotheel en een laag bindweefsel. Myocard (2): middelste laag van het hart, een dikke spierlaag. Epicard (3): een dunne laag fibreus pericard dat ook onderdeel uitmaakt van het pericard.

Bij welk ventrikel is de myocardlaag het dikst en waarom?

Antwoord: Het myocard is dikker in de ventriculus sinistrum doordat daar hogere drukken zijn, die nodig zijn om het bloed door het hele lichaam te pompen.

Waar ligt het hart?

Antwoord: In het pericard op het diafragma

Waaruit bestaat het pericard?

Antwoord: Uit een fibreus gedeelte en een sereus gedeelte. het sereuze gedeelte bestaat uit het parietaal pericard en het visceraal pericard (epicard).

Hoe wordt de ruimte tussen het pericard en het epicard genoemd en wat zit er in?

Antwoord: De pericardale ruimte. Deze is gevuld met vocht.

Wat ontwikkelt zich caudaal in de navelstreng en komt ventraal te liggen door laterale krommingen?

Antwoord: De allantois

Wat wordt de allantois in een volwassen situatie?

Antwoord: De blaas

Wat ontstaat er door lokale fusering van de endocardiale tubes?

Antwoord: Een endocardiale buis

Wat ligt er om de endocardiale buis? En daarmheen?

Antwoord: Een spierlaag, met daaromheen pericardale ruimte.

Waar in het embryo ten opzichte van het ectoderm ontwikkelen zich de eerste cellen van het hart?

Antwoord: Craniaal

Wat zijn de vier belangrijkste congenitale hartafwijkingen?

Antwoord: Atrium septum defect, ASD (1); Ventrikel septum defect, VSD (2); Open ductus botalli, OdB (3); Coarctio aortae, CoA (4).

Wat is een atrium septum defect (ASD)?

Antwoord: Hierbij zit er een opening in het septum tussen het linker en rechter atrium

Welke verschillende soorten ASD hebben we?

Antwoord: Ostium primum defect (ASD I), Ostium secundum defect (ASD II), open foramen ovale

Wat is er aan de hand bij een ostium primum defect (ASD I)

Antwoord: een defect wat van onderaf bij de mitralis en de tricusmitralis klep omhoog gaat ontbreekt.

Wat is er aan de hand bij een ostium secundum defect?

Antwoord: Een te kort ostium secundum die van bovenaf komt en waarbij de twee elkaar dus niet bereiken.