Samenvatting hoofdstuk 1: wat
is recht?:
,1.1: inleiding:
1.2: omschrijving en doel van het recht:
Recht: regels die eerlijk en rechtvaardig zijn en met iedereen rekening houden (normen en waarden
van de samenleving).
Recht als geheel van regels
Geheel van regels dat op een bepaald gebied geldt in de samenleving -> afspraken tussen
personen over gedrag.
Niet alle regels zijn rechtsregels (mobiel in klas, vaatwasser inruimen thuis)
Verschil tussen gewone regels en rechtsregels (gemaakt door overheid en gelden voor iedereen in
Nederland) -> bij niet opvolgen van rechtsregels (overheidsregels) beslist de rechter wat er gebeurd.
Rechtsregels zorgen voor:
Een georganiseerde samenleving
Wegen, ziekenhuizen, scholen, iedereen weet wat zijn rechten en plichten zijn.
Een rechtvaardige oplossing bij een conclict
Helpt bij verschil van mening.
Recht als aanspraak
1.3: rechtsgebieden:
Recht is ingedeeld in 5 verschillende rechtsgebieden, omdat er veel onderwerpen zijn:
1. Burgerlijk recht
Beschrijft de juridische relaties (recht, tussen burgers, bedrijven)
Personen- en familierecht
De relaties tussen familieleden, ouders en kinderen en echtgenoten
(voor-en achternaam, huwelijk, geregistreerd partnerschap)
Vermogensrecht
De relaties die gaan over geld, of waar je een waarde aan kunt toekennen
Rechtspersonenrecht
Bedrijven en instellingen, die juridische relaties met personen of andere rechtspersonen kunnen
aangaan.
2. Staatsrecht
Beschrijft hoe de Nederlandse staat is georganiseerd, en geeft regels over hoe deze organen
worden gekozen of benoemd en wat hun taken en bevoegdheden zijn (kiesrecht).
3. Strafrecht
Verboden waarop de overheid straf heeft gezet, omdat de overheid de veiligheid van de
samenleving belangrijk vindt (diefstal, doodslag, vernieling).
4. Bestuursrecht
Overheid in actie, beschrijft hoe de overheid haar bestuurstaak moet uitoefenen (scholen
bouwen, wegen aanleggen).
, 5. Internationaal recht
Regelt de verhouding met andere landen en de positie van Nl in de internationale
organisaties (VN en EU).
wordt steeds belangrijker
1.4: personen in het recht:
-> rechtspersonen: personen in het recht, maar geen mensen
- burgerlijk recht (nv, bv, stichting, vereniging)
- rechtspersonen die een overheidstaak uitvoeren (staat, provincie, gemeente)
-> rechtssubject: drager van rechten en plichten
Gevolgen in het recht:
Wanneer natuurlijke personen spullen kopen en dood gaan of 18 jaar worden, ontstaan er
rechten en plichten voor deze personen: er is een gevolg in het recht.
Gebeurtenissen, situaties en handelingen waardoor een rechtsgevolg ontstaat = rechtsfeiten:
Handeling door een persoon met gepland rechtsgevolg
Handeling met de bedoeling om een rechtsgevolg te bereiken (koopovereenkomst,
huurovereenkomst)
Handeling door een persoon zonder gepland rechtsgevolg
Heeft wel een rechtsgevolg, maar deze was onbedoeld (schade aan auto’s door ongeluk).
Geen handeling door een persoon, wél een rechtsgevolg
Geen bedoeld gevolg (overlijden, geboorte).