Infuussysteem en toedienen van vloeistof
Welke vloeistoffen kan je met het infuus toedienen in de bloedbaan?
A: Fysologisch zout (NaCL 0,9%), glucose, medicijnen, bloedcellen
Op welke plaatsen kan je een infuus inbrengen?
A: Subcutaan, onder de huid
Intraveneus, via de ader
Spinaal/epiduraal, in de ruimte waar het ruggenmergvloeistof zit of rondom het
ruggenmergvlies
Voor intraveneuze infusie kun je verschillende soorten infuusnaalden gebruiken, welke
zijn dit?
A: flexibele kunstofcanules, vleugelnaalden of Midline-katheters
Waarvoor gebruik je een flexibele kunstofcanules voor?
A: Je gebruikt het voor continue perifere infusie
De kleur van de naald geeft informatie over de diameter van de canule, hoe heet dit?
A: dit wordt uitgedrukt in Gauge (G). Een hogere Gauge betekent een dunnere naald. Een
grotere diameter geeft meer irritatie van de vaatwand.
Voor hoelang gebruik je een vleugelnaald?
A: je gebruikt dit voor kortdurende perifere infusie (enkele uren).
Waarvoor gebruik je een Midline-katheter?
A: dit gebruik je voor intraveneuze infusie
Wat doet het infuustoedieningsysteem?
A: Een infuustoedieningssysteem verzorgt het Transport van infuusvloeistof vanuit een
infuuszak, -fles, medicatiecassete of spuit via de infuuscanule, -katheter of
poortsysteemnaald naar het lichaam van de zorgvrager
Wanneer moet je het toedieningssysteem vervangen?
A: eens in de 3-4 dagen
Wanneer moet je het toedieningssysteem vervangen als je bloed, bloedproducten of
lipiden (vetoplossingen, zoals TPV) hebt toegediend?
A: dit moet je direct na de toediening of in iedere geval iedere 24 uur doen
Waar moet je allemaal op controleren voordat je infuusvloeistof gaat toedienen?
A: naar de vervaldatum, kleur en substantie, verpakking intact is, tempratuur,
toedieningswijze
Wat adviseert het Werkgroep InfectiePreventie (WIP)?
A: Hij adviseert infuusvloeistoffen maximaal 24 uur te laten hangen