hoorcollege 1:
hoofdstuk 1 ideeën uit de oudheid
Psyche= Concept van oude griekse filosofen dat de ziel beschrijft. De psyche is iets dat
aanwezig is in een levend wezen en afwezig is in een dood lichaam.
Hippocrates→
● Beschrijft ziekte als een natuurlijk fenomeen en niet meer als iets demonisch.
● Humorale theorie stelde dat ziekte het resultaat is van een onevenwicht in 4
belangrijke vloeistoffen: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm. → begin geneeskunde
en temperamenten verklaren.
plato→ Leerling van socrates
● Socratische dialogen→ basis voor mentale psychologie, combinatie van:
- nativisme ( kennis is aangeboren, kennis krijg je door je aangeboren ideeën
rationeel te vertalen)
- rationalisme (zelf nadenken, te beredeneren)= deductie (dingen afleiden van
algemeen naar bijzonder)
● Idealisme= opvatting dat er achter de alledaagse zintuiglijke ervaringen iets
fundamentelers en idealistischer schuilgaat. je moet niet van perse afgaan op je
zintuigen bij kennis, want de kennis die je in je hoofd hebt is echt en de wereld om je
heen is imperfect. We hebben allemaal abstracte en ideale beelden zoals van een
tafel en alles wat je daarvan tegenkomt in de wereld is vervormd.
(verschijningsvorm= zintuiglijke waarneming en ideale vorm= het geen hoe iedereen
het ziet) → allegorie van de grot
● Model van de psyche: lust( wat wil je?= directe stimulans van alledaagse activiteiten),
moed (het vermogen om bedreigingen te weerstaan), rede (ratio)
De rede moet moed en lust in toom houden.
Aristoteles→ leerling van plato
● empirisme ( hoe kun je kennis afleiden uit de wereld, door middel van waarneming
en patronen, je doet kennis op door ervaringen)= inductie (van iets bijzonders naar
iets algemeens maken)
● Maakte begin aan biologische taxonomie (In een taxonomie worden mensen, dingen
of artikelen in groepen en categorieën beschreven, onderverdeeld en geordend, je
ordent de wereld)
● Hiërarchische rangschikking van psyche in organismen:
- vegetatief= simpelste vorm van leven,zoals planten, kunnen alleen voedsel
tot zich nemen en reproduceren
- sensitief= complexere vorm van leven, zoals dieren, Hebben het vermogen te
anticiperen en te leren van zintuiglijke ervaringen
- rationeel= meest complexe zielen, zoals de mens, die kan actief met het
geheugen omgaan, namelijk het vermogen te redeneren
, ● aangeboren reeks categorieën van ervaring ( filters van hoe je naar de wereld kijkt
dmv substantie) :
kwantiteit, kwaliteit, plaats, tijd,relatie, activiteit
Al Kindi→
● indo arabische nummering= eenvoudig systeem met symbolen voor de getallen 0-9
om berekeningen te maken.
alhazen→
● Bijgedragen aan begrip van waarneming, ofwel perceptie
● Licht komt vanuit de voorwerpen, ofwel vanuit de voorwerpen, naar binnen, ofwel in
de ogen → camera obscura
avicenna→
● externe en interne zintuigen ( je percipieert niet alleen de buitenwereld maar ook je
binnenwereld)
● Floating man experiment= man zweeft in een ruimte met zintuigen afgeplakt en
ledematen vast gebonden, maar heeft wel bewust zijn volgens avicenna → geest
bestaat onafhankelijk van het lichaam
Hoorcollege 2:
hoofdstuk 2 Descartes, locke en leibniz
Eenvoudige natuur van descartes:
Descartes →
● kennisverwerving volgens rationalisme dus net als plato
● opvatting over de geest → Dualisme = er is sprake van twee onafhankelijke
entiteiten. Lichaam en geest staan los van elkaar:
Voordelen
● sluit aan bij ervaring (bijv. een verslaving) (zelf, bewustzijn).
● Sluit aan bij leken theorieën (niet-wetenschappers over hoe de wereld in elkaar zit).
● Sluit aan bij religie
● Sluit aan bij notie van vrije wil.
Nadelen
● het interactieprobleem.
● Het bestaan van onbewuste processen
● Niet nodig (bijv. Phlogiston, vitale energie).
● Hersenschade beïnvloedt de geest (Je persoonlijkheid verandert).
● 2 belangrijke inzichten:
1. Analytische meetkunde= discipline die de meetkunde integreert met algebra
2. Methodologische twijfel:
methode: twijfel aan alles, je weet niet wat waar is, enige wat zeker is is dat jij
bestaat “ Ik denk dus ik besta”
, - deductie van axioma's ( aannames waar je zeker van bent) , je moet ergens
zeker van zijn en vanuit daar kun je afleiden over hoe de wereld in elkaar
moet zitten.
- axioma's (simple natures) boven iedere twijfel verheven
Natuurkunde van Descartes
fysica(fysieke wereld)→
wereld vol bewegende deeltjes vuur,lucht, aarde die alles vullen. Hierdoor botst een ruimte
van bewegende deeltjes tegen het oog, je voelt dus dat je ziet ( luchtdeeltjes worden ook wel
blinde stok van de mensen genoemd). dit betekent dat alle dingen continue met elkaar in
verbinding staan.
mechanistische fysiologie
Het menselijk lichaam is als een machine: zenuwen zijn holle buizen waar hersenvocht (
animal spirits) doorheen stroomt, als je ergens tegenaan komt druk je tegen je zenuwen aan
waar vocht in zit en dat vocht komt in gang en dat vocht stroomt naar je hersenen→ reflex
descartes kan op een mechanistische manier verklaringen vinden voor perceptie, reactie en
zelfs emoties en dromen. Jou hersen en geest kun je dus verklaren als machine zonder dat
er een ziel aan te pas komt
Het interactieprobleem
Vraag: hoe interacteert een niet materiële ziel met een materieel lichaam is de grote vraag
van het dualisme→ De pijnappelklier is de plek waar de ziel interacteert met het lichaam.
John Locke
● empirist, ofwel inductie als bron van kennis
● geest is een tabula rasa, geest is een blanco veld als je geboren wordt weet je niks,
kennis die je hebt komt door wat je hebt geleerd door interactie met de buitenwereld.
hij is dus tegen nativisme van plato, ofwel tegen innate ideas.
● Hij verwerpt dualisme van descartes en zegt wat zich in de geest afspeelt is ook
gewoon mechanistisch te beschrijven.
● vele simpele ideeën samen vormen complexe ideeën. er moet dus associatie tussen
de 2 zijn dit laat het molyneux- problem zien
● 3 soorten kennis:
- intuitief= simpele vorm van kennis bv, zwart is geen wit
- demonstratief= redeneren
- sensitief(observatie), ofwel zintuigelijke kennis,deze wordt verstoord en verschilt dus
● onderscheid primaire ( dingen die echt intrinsiek zijn aan een object, zoals omvang
en massa) en secundaire (afhankelijk van zenuwstelsel) kwaliteiten
● incomplete kennis → associatie (contiguity= twee dingen die op hetzelfde moment
voorkomen, similarity= twee dingen die op elkaar lijken) → behaviorisme
● lockes invloed= sociaal contract
leibniz→
● Hij heeft veel dingen bedacht zoals: binaire getallen (getallen met alleen enen en
nullen), wiskundige rekenmachine, infinitesimaal rekenen( integreren, differentiëren),