100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting INLEIDING RECHT 2021/2022 VOLLEDIG €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting INLEIDING RECHT 2021/2022 VOLLEDIG

 10 keer bekeken  0 keer verkocht

Volledige samenvatting van het vak inleiding recht handig voor de herkansing van het tentamen. Volledige literatuur wordt hierin behandeld.

Voorbeeld 4 van de 56  pagina's

  • Ja
  • 24 november 2021
  • 56
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (67)
avatar-seller
danielvw1809
Samenvatting Inleiding Recht. P.B. Cliteur & A. Ellian. Vierde druk

Hoofdstuk 1: Terreinverkenning.

1.1. Een definitie van recht.
De bekende definitie van recht: het recht is een geheel van regels of normen dat het
maatschappelijk verkeer in banen leidt en een remedie aandraagt voor de problemen die
rijzen wanneer mensen zich niet gedragen overeenkomstig hetgeen men van elkaar mag
verwachten.
Het doel van het recht is het realiseren van een toestand van rust en rechtvaardigheid in
de onderlinge betrekkingen van mensen.

Verschillen recht & moraal:
- Het recht richt zich niet primair tot het innerlijk van de mens, maar houdt zich
bezig met het uiterlijke gedrag (daden);
- Sanctie op overtreding  bij het recht treedt de staat als officieel instituut op die
dwang (in letterlijke zin) kan uitoefenen.

Definities van het recht:
- John Austin (1790 – 1859): bij het recht zou het gaan om bevelen die worden
geschraagd door bedreigingen: “orders backed by threats”. Volgens de
rechtsfilosoof H.I.A. Hart zou er dan geen verschil zijn tussen het recht en een
struikrover. Kenmerkend voor het recht is dus dat het niet tot stand komt door
bevelen van wetgevers, maar volgens een bepaalde procedure die is
onderworpen aan regels.
- Oliver Wendell Holmes (1841-1935): plaatste de rechter in het centrum van de
belangstelling. Recht is wat rechters doen of wat we kunnen verwachten dat zij
gaan doen: “the prophecies of what the courts will do in fact and nothing more
pretentious, are what I mean by law”. (wetgeving valt hier niet onder!). De
rechter staat centraal omdat hij uiteindelijk een oordeel geeft over de
interpretatie van rechtsregels.
- “Het recht is het geheel van regels dat de samenleving ordent”. Hier valt dan de
beslissing van de rechter niet onder.

Immanuel Kant (1724-1804): We doen nog steeds een vergeefse zoektocht naar het
rechtsbegrip. “Noch immer suchen die juristen eine definition zu ihrem begriffe vom
recht”.

1.2. Enkele onderscheidingen
- Objectief en subjectief recht;
- Positief recht en natuurrecht;
- Publiek,- en privaatrecht;
- Dwingend en aanvullend recht; - Formeel en materieel recht.

Objectief recht: een geheel van regels of normen die geldt in een samenleving (te
vinden in de wet).
Subjectief recht: persoonlijke bevoegdheden die worden ontleend aan het objectieve
recht.

Rudolf von Jhering (1818-1892): het subjectieve recht is de bevoegdheid die een burger
een het objectieve recht ontleent. Het recht in objectieve zin kan zich alleen maar
realiseren, wanneer mensen in de strijd voor hun subjectieve rechten hiertoe aanleiding
geven. “die behauptung des rechts ist eine pflicht gegen das gemeinwesen.”
Natuurrecht: is het recht dat aan mensen krachtens hun mens-zijn toekomt. Deze

,rechten zijn niet terug te voeren op een wetgever, maar gelden ‘van nature’.
Bijvoorbeeld recht op leven, recht op vrijheid.

Hugo de Groot: aanhanger rationalistisch natuurrecht. Hij gaat uit van het principe dat
mensen een aandrift hebben tot vreedzame samenleving met andere mensen. 4
beginselen:
1. Het principe van het mijn en dijn (geen inbreuk maken op eigendomsrecht van
anderen);
2. Het principe dat we afspraken moeten nakomen;
3. Het principe dat schade die door schuld veroorzaakt is moet worden vergoed;4.
Het principe dat inbreuk op het natuurrecht en ander recht moet worden gestraft.

John Locke (1632-1704): aan mensen komt een natuurlijk subjectief recht toe op
eigendom en vrijheid: “Life, liberty and pursuit of happiness.”
Thomas van Aquino (1225-1274): we kunnen al het recht indelen in natuurrecht en
positief recht.

Positief recht: het recht dat geldt krachtens uitvaardiging, door de staat als geldig
geproclameerd.

Natuurrecht: het gaat niet om een door mensen bewust gemaakt recht, het gaat om
het recht van nature, geldt onafhankelijk van menselijke wilsbeslissingen.

Wereldlijk niet-religieus gefundeerd natuurrecht: beginselen die een grote waarde
hebben voor een cultuurgemeenschap maar niet per definitie in de wet zijn opgenomen.
Bijvoorbeeld hoor en wederhoor, openbaarheid van rechtspraak etc. Aanhanger is F.A.
Hayek (1899-1992). Misschien is ‘cultuurrecht’ een beter woord.

Verschillen publiek,- en privaatrecht:
- Bij publiekrecht staat algemeen belang centraal, bij privaatrecht staan de
particulieren belangen van individuen centraal;
- Bij publiekrecht staan partijen niet als gelijken tegenover elkaar, verticale
verhouding tussen overheid en burger. Bij privaatrecht staan partijen wel gelijk
tegenover elkaar, horizontale verhouding tussen burgers;
- Bij publiekrecht ligt het initiatief van handhaving bij de overheid, bij privaatrecht
ligt het initiatief tot handhaving bij de burgers.

Men ziet het privaatrecht vaak als een spontane orde die oprijst uit interactie van
individuen met elkaar  partijen maken afspraken en dat is voor hen recht  veel mensen
maken dergelijke afspraken  wetgever neemt grondstructuur van afspraken op in de
wet. (= codificeren, optekenen in de wet)

H.J. Hamaker (1844-1911) een van de eerste die de sociologische rechtsbeschouwing
verdedigd. Sociologische rechtsopvatting: het zwaartepunt van het recht is niet in de
van staatswege uitgevaardigde voorschriften (recht als dwangordering), maar verplaatst
men het centrum van zijn aandacht naar de maatschappelijke werkelijkheid. Het recht
wordt niet bedacht, maar rijst op uit de regelmatigheden en de daarop gebaseerde
intermenselijke verwachtingen in het maatschappelijke verkeer/ het sociale
interactieproces = interactiebenadering  recht als spontane ordening.

Bij publiekrecht is men snel aangetrokken tot bevelstheorie over het recht; door de
overheid uitgevaardigd en door sterke arm gehandhaafd. John Austin ziet het recht als
een geheel van bevelen dat soeverein door middel van dwang kan worden gehandhaafd.

,Dwingend recht: regels waarvan de belanghebbende niet mogen afwijken. Dit zie je
veel in personen,- en familierecht. Ook zie je dit vaak wanneer de geregelde materie
betrekking heeft op de openbare orde of de goede zeden.
Aanvullend/regelend recht: recht dat geldt wanneer partijen zelf niks anders zijn
overeengekomen. Dit komt veel voor in het burgerlijk recht.
Formeel recht: het gaat hier om de regeling van de procedure van het rechtsgeding.
Wordt ook wel procesrecht genoemd. Tot formeel recht behoort ook de rechterlijke
organisatie; tot de rechterlijke macht behoren  rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge
Raad.
Materieel recht: inhoudelijk, er wordt een verbod uitgesproken en er wordt vastgelegd
hoe de overheid moet handelen als er een verbod wordt overtreden.

1.3. De rechtsgebieden.

Publiekrecht Privaatrecht
- Staatsrecht - Personenrecht
- Strafrecht - Familierecht
- Bestuursrecht - Vermogensrecht

Familierecht: niet op geld waardeerbare rechten, familierecht staat tegenover het
vermogensrecht. In het vermogensrecht staan de wel op geld waardeerbare
betrekkingen van de mens centraal.

Centraal in het privaatrecht staan overeenkomsten, waar wederzijdse rechten en
verplichtingen uit voort vloeien. Personen die een overeenkomst afsluiten zijn
contractanten of partijen. De wederzijdse rechten en verplichtingen zijn verbintenissen.
- Schuldenaar/debiteur: de partij die tot iets verplicht is.
- Schuldeiser/crediteur: de partij die recht heeft op iets

Obligatoire overeenkomst = een verbintenis scheppende overeenkomst.

Ook kunnen er verbintenissen ontstaan zonder dat er een overeenkomst aan ten
grondslag ligt, namelijk bij de onrechtmatige daad. Als iemand een onrechtmatige daad
pleegt, is hij verplicht de schade te vergoeden.

Kenmerken strafrecht:
- Het komt pas in het geding als andere middelen hebben gefaald, het werkt
aanvullend ten opzichte van andere normstelsels;
- De straf is een bewuste leedtoevoeging;
- Strafrecht schrijft niet zelf leefregels voor, maar dient als een extra stok achter
de deur.  sanctierecht.

Binnen het strafrecht is er een onderscheid tussen zware delicten, misdrijven en minder
ernstige vergrijpen, overtredingen.
Misdrijven zijn vaak zedelijk sterke afkeurenswaardige zaken.

Onderscheid tussen doleuze delicten & culpoze delicten.
Doleuze delicten: er is sprake van opzet, de dader heeft het verbodene gewild.
Culpoze delicten: er is sprake van schuld, de dader heeft de strafbare feiten uit
onvoorzichtigheid teweeggebracht.

Staatsrecht bevat de belangrijkste regels van de nationale ordening van het
overheidsapparaat, van de invloed van burgers daarop, van de burgerlijke rechten en
vrijheden. Voor een belangrijk deel is dit vastgelegd in de Grondwet en in de organieke

, wetten. Organieke wetten zijn wetten die een uitwerking geven van artikelen uit de
Grondwet.
De Grondwet is het belangrijkste staatsrechtelijke document, de Grondwet bevat de
belangrijkste regels en beginselen met betrekking tot de staatsorganisaties en de
belangrijkste vrijheidsrechten en grondrechten.

In 1812 was de eerste schets van de Grondwet gemaakt en in 1814 kwam de Grondwet
tot stand, in 1815 werd deze gewijzigd door samenvoeging Nederland en België tot het
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1848 was de eerstvolgende belangrijke
Grondwetswijziging. Thorbecke speelde tijdens deze wijziging een belangrijke rol. Tot in
1983 was de historische continuïteit bewaard.

Verschil Grondwet & Constitutie:
Grondwet: een geschreven document waarin de belangrijkste bepalingen van het
staatsrecht zijn neergelegd.
Constitutie: bevat ook ongeschreven recht op het gebied van de staatsinrichting.

De Nederlandse staatsvorm kan worden aangeduid als een constitutionele monarchie
met een parlementair stelsel. Nederland is geen republiek maar een monarchie. De
Koning is gebonden aan de Grondwet of de constitutie en er is sprake van een
parlement. Het parlementaire stelsel is een bepaald systeem van democratische
besluitvorming, burgers kunnen indirect de politieke besluitvorming beïnvloeden.
Kenmerkend is ook dat de regering het vertrouwen moet hebben van de
volksvertegenwoordiging.

Tevens is Nederland een gedecentraliseerde eenheidsstaat: de centrale overheid
trekt niet alle bevoegdheden naar zich toe, ook lagere instanties hebben regelende
en bestuurlijke bevoegdheden. Twee manieren van decentralisatie:
- Territoriale decentralisatie: lagere overheidsinstellingen binnen een bepaald
gebied is bevoegd tot uitoefening van een bepaald aantal functies.
- Functionele decentralisatie: lagere overheidsinstellingen krijgen de bevoegdheid
bepaalde belangen te behartigen.

Autonomie: regeling en het bestuur van de eigen huishouding wordt aan een lagere
instelling overgelaten.
Medebewind: lagere instelling werkt mee aan de uitvoering van een hogere regeling.

Bestuursrecht: een geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de bestuurstaak
van de overheid. Het bestuursrecht omvat de regels betreffende de overheidsbemoeienis
met het maatschappelijk leven.
In het staatsrecht haat het om de inrichting van de staat, bij het bestuursrecht gaat het
over de connectie tussen de overheid en de burger. Een belangrijk deel van het
ongeschreven bestuursrecht wordt gevormd door de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur (abbb): algemene principes die het bestuur bij het voorbereiden en nemen van
zijn beslissingen in acht moet nemen.

1.4. De rechtsbronnen.
Het recht vloeit voort uit rechtsbronnen, alle regels die voortvloeien uit de rechtsbronnen
in juridische zin zijn rechtsregels. (postitief recht)
- De wet;
- De gewoonte;
- Rechtspraak (jurisprudentie);
- Verdragen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper danielvw1809. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd