Lichamelijke, cognitieve, sociale en persoonlijkheidsontwikkeling 20-60 jaar
Lichamelijk en cognitief 20-40
- Hoogte punt van lichamelijke mogelijkheden
- Hersenen groeien tot vroege volwassenheid
- Over het algemeen gezond, sterk en energiek
- Bepaalde delen van het lichaam beginnen nu pas volledig te raken
- Er wordt gesnoeid in de grijze massa en de myelinisering (myeline) loopt door.
Myeline: vettige stof op plaatsen in het zenuwstelsel waardoor de zenuwimpulsen sneller
worden doorgestuurd.
Lichamelijk en cognitief 40-60
- Bewuster van verandering (in een negatieve zin met name in westerse culturen die gehecht
zijn aan een jeugdige uitstraling)
- In lengte krimpen (vrouwen 5 cm en mannen 2,5 cm omdat vrouwen gevoeliger zijn voor
osteoporose: breekbaar, dunnen en brozen botten)
- Presbyopie: verandering in gezichtsvermogen. (Minder goed van dichtbij kunnen zien)
- Glaucoom: aandoening waarbij de druk in de oogvloeistof stijgt doordat de vloeistof niet
goed kan weglopen of doordat er te veel vloeistof wordt geproduceerd. Eerst leidt dat tot
een tunnelvisie en daarna kan de druk zo groot worden voor de zenuwcellen dat deze
verlamd raken en kan je als gevolg blind worden.
- Presbycusis: verlies van het vermogen om hoge tonen te horen. Mensen met
gehoorproblemen hebben soms ook moeite om te bepalen waar een geluid vandaan komt
en wat het veroorzaakt, een proces dat geluidslokalisatie wordt genoemd.
De kans dat mensen tussen 45 en 65 jaar een infectie, allergie, ademhalingsziekte of
spijsverteringsproblemen krijgen is kleiner dan jongvolwassenen -> immuniteit opgebouwd
- Artritis (gewrichten)
- Diabetes type 2
- Hypertensie (hoge bloeddruk)
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling 20-40
De sociale klok verwijst naar het psychologische uurwerk dat belangrijke tijdstippen of mijlpalen in
het leven bijhoudt (eerste ‘echte’ baan, samenwonen, trouwen en een kind krijgen). Elk van ons
heeft zo’n sociale klok, die ons duidelijk maakt of we de belangrijke mijlpalen in het leven vroeg, op
het goede moment of laat hebben bereikt vergeleken met onze leeftijdsgenoten. Voor een deel is de
sociale klok biologische bepaald, voor vrouwen bijvoorbeeld om kinderen te krijgen. Onze sociale
klokken zijn echter vooral cultureel bepaald: ze weerspiegelen de verwachtingen van de
maatschappij waarin we leven. De invloed van de directe sociale omgeving (familie, vrienden en
vriendinnen, subcultuur en de sociaaleconomische status) is groot. Weinigen willen of kunnen
afwijken van de opvattingen in de eigen omgeving.
, Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling 40-60
Modellen gebaseerd op normatieve crises: benadering van persoonlijkheidsontwikkeling die
gebaseerd is op tamelijk universele stadia die samenhangen met een reeks leeftijdsgebonden crisis
(voorbeeld is Erik Erikson met de crisissen). Deze modellen ontstonden in een tijd dat de samenleving
de leden nog strikte en uniforme rollen oplegde (mannen moesten werken om het gezin te
onderhouden, vrouwen bleven thuis om voor de kinderen te zorgen -> beide rollen ontwikkelden zich
op relatief uniforme (kansverdeling) leeftijden). Tegenwoordig is er een aanzienlijke variatie in zowel
de rollen als de timing van ontwikkelingen.
Modellen gebaseerd op ingrijpende gebeurtenissen: benadering van persoonlijkheidsontwikkeling
die gebaseerd is op het moment waarop specifieke gebeurtennissen in het leven van een volwassene
plaatsvinden, en niet op leeftijd op zich. Een voorbeeld is: een vrouw die een kind krijgt op haar 21 e
heeft nauwelijks verschillen met een vrouw die op haar 39 e een kind krijgt. Beide moeders met
verschillende leeftijden hebben bepaalde kenmerken van persoonlijkheidsontwikkeling.
Het is nog niet duidelijk welke van de 2 visies, het model gebaseerd op normatieve crises of het
model gebaseerd op ingrijpende gebeurtenissen, uiteindelijk het beste weergeeft hoe de
persoonlijkheid tijdens de volwassenheid verandert en zich ontwikkelt.
Ontwikkelingstaken tijdens de volwassenheid
20 – 40 jaar
- Verantwoording nemen voor jezelf
- Leren om intiem te zijn met iemand die geen familie is
- Ouderschap onderzoeken en misschien ouder van een kind worden
- Jouw plek vinden in de maatschappij
40 – 60 jaar
- Begrijpen dat de tijd voorbijgaat en dat accepteren
- Lichamelijke veranderingen accepteren, inclusief die in je uiterlijk en je gezondheid
- Je echtelijke of partnerrelatie steeds herzien
- Kennis, vaardigheden en normen en waarden doorgeven aan de volgende generatie
- Ziekte en dood ervaren van mensen dicht bij je, vooral van ouders
60 jaar – ouder
- Mensen ontmoeten in plaats van je te isoleren
- Tijd goed gebruiken voor inspanning en ontspanning
- Je richten op het heden en de toekomst in plaats van in het verleden te blijven hangen
- Omgaan met lichamelijke pijn, kwalen en beperkingen
Postformeel denken Giesla Labouvie-Vief
Denken dat verder gaat dan Piagets formele operaties. In plaats van het denken te baseren op puur
logische processen met absoluut goede en absoluut foute antwoorden, houdt postformeel denken
rekening met het feit dat de hachelijke situaties waarin volwassenen terecht kunnen komen soms op
relativerende wijze moeten worden opgelost.
Dialectisch denken: belangstelling en waardering voor argumenten, tegenargumenten
en debat.
,William Perry heeft een alternatieve benadering voor postformeel denken bedacht en voorgesteld.
Zo hebben zij een onderzoek gedaan naar studenten op de universiteit en kwam William Perry
erachter dat jongerejaars in hun visie op de wereld vooral gebruikmaakten van:
Dualistisch denken: iets is goed of fout, mensen zijn goed of slecht en anderen zijn voor of tegen
hen. Maar naarmate de studenten met nieuwe ideeën werden geconfronteerd en ze kennismaakten
met de gezichtspunten van andere studenten en docenten, nam dit dualistisch denken af en werd er
plaats gemaakt om
Meervoudig te denken: eigen gedachten zijn ook waardevol, mits die goed doordacht en rationeel
waren.
Erikson en Levision crisis
- 20-40 jongvolwassenheid = intimiteit versus isolement
Adequate oplossing: instaat tot nabijheid en betrokkenheid ten opzichte van een ander
Inadequate oplossing: gevoel van eenzaamheid, afgescheiden zijn: ontkenning van de eigen
behoefte aan intimiteit.
Het ontwikkelen van hechte, intieme relaties met anderen centraal. Er is een zekere mate van
onbaatzuchtigheid, waarbij men de eigen behoeften opoffert voor die van een ander. Een ander
aspect heeft te maken met seksualiteit, de ervaring bevrediging, maar ook op die van de partner.
- 40-60 middelbare leeftijd = generativiteit versus stagnatie
Adequate oplossing: focus op zorg buiten jezelf: voor je gezin, de gemeenschap of volgende
generaties.
Inadequate oplossing: erg op jezelf gericht, geen toekomst.
Generativiteit betekent dat er gezorgd wordt voor de volgende generatie. Je hebt een persoonlijke
bijdrage aan gezin, buurt, werk en de samenleving. Velen geven hun behoefte om voor de volgende
generatie te zorgen vorm via het ouderschap, toch kunnen ook andere rollen deze behoefte evenzeer
vervullen, bijvoorbeeld een mentor zijn. Een gebrek aan psychologische groei in deze periode
betekent dat mensen stagneren.
Sternberg driedemensies liefde
1. Component van intimiteit: gevoelens van innigheid, genegenheid en verbondenheid
2. Component van passie: motivationele drijfveren in verband met seks, lichamelijke nabijheid
en romantiek (aantrekkingskracht)
3. Component van beslissing en verbintenis: iemand liefhebben en de beslissing om die liefde
voor langere tijd in stand te houden
Schaie stadia informatieverwerking VUVOR
, Kindertijd – adolescentie Verwervend stadium - Verwerven van
kennis die later
gebruikt kunnen
worden
(Grondgedachte
van het
onderwijs)
Jong volwassenheid Uitvoerend stadium - Toepassen van
kennis voor
lange termijn
doelen
Middelbare leeftijd 1. Verantwoordelijk 1. Beschermen en
stadium verzorgen van
2. Ondernemend partner, gezin
stadium (niet en carrière
iedereen komt hier) 2. Verbreding van
interesse en de
wereld als een
geheel zien
Ouderdom Reintegratief stadium - Verwerven van
kennis ter
verdieping van
persoonlijke
interesse.
Intelligentie
Algemene definitie van intelligentie: intelligentie omvat de mentale capaciteit om kennis te
verwerven, te redeneren en problemen op te lossen. Een compleet beeld van intelligentie van een
individu worden beoordeeld door verschillende vaardigheden. Het intelligentieniveau van een
persoon wordt gedefinieerd in relatie tot het niveau van een vergelijkingsgroep, meestal van
dezelfde leeftijd.
Er zijn 2 soorten intelligentie:
1) Vloeibare intelligentie: intelligentie die te maken heeft met vaardigheden op het gebied van
informatieverwerking, redeneren en herinneren. Vloeiende intelligentie is het vermogen
van een persoon om problemen op te lossen, nieuwe dingen te leren en logisch denken te
gebruiken in onbekende situaties. Voorbeeld: iemand die een reeks letters moet ordenen
volgens een bepaalde regel of die een aantal cijfers in zijn geheugen moet prenten, gebruikt
daarvoor vloeibare intelligentie.
2) Gekristalliseerde intelligentie: intelligentie dat bestaat uit alle informatie, vaardigheden en
strategieën die mensen door ervaring hebben geleerd en die ze kunnen toepassen bij het
oplossen van problemen. Gekristalliseerde intelligentie is echter gebaseerd op eerdere
ervaringen en ervaringen uit het verleden. Het maakt gebruik van informatie en
vaardigheden die je al onder de knie hebt. Je blijft alleen maar kennis vergaren, waardoor
de gekristalliseerde intelligentie alleen maar toe neemt naarmate je ouder wordt. Je
gebruikt gekristalliseerde intelligentie in situaties zoals begrijpend lezen en bij het maken
van een kruiswoordpuzzel.