100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Uitwerkingen werkgroepopdrachten week 2 €5,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Uitwerkingen werkgroepopdrachten week 2

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van 5 pagina's voor het vak Rechtsfilosofie aan de UvA (Uitwerkingen WG2)

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 24 november 2021
  • 5
  • 2018/2019
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (41)
avatar-seller
Rechtenstudent2022
9-4-2019 Werkgroep 2 – De verhouding tussen recht en rechtvaardigheid
en het vraagstuk van ‘wettelijk onrecht’
Rechtspositivisme, normatief: Een norm die zegt dat geldend recht altijd
gehoorzaamd dient te worden.
Rechtspositivisme, descriptief: Hart is van mening dat geldend recht niet altijd
gehoorzaamd hoeft te worden. De vraag naar de gelding is een ding, de vraag of
het gehoorzaamd moet worden is een andere hangt af van de overwegingen van
burgers en instanties.

Vooroorlogse Radburch: normatief rechtspositivist, rechtszekerheid is enige wat
telt.
Naoorlogs: Normatief natuurrecht

Begripsvragen
Casus 1
In Statutory Lawlessness and Supra-Statutory Law bespreekt Radbruch onder
meer de verhouding tussen rechtszekerheid en rechtvaardigheid. Hij suggereert
dat rechtszekerheid gewoonlijk bijdraagt aan rechtvaardigheid. In sommige
gevallen kan rechtszekerheid echter in strijd komen met de eisen van
rechtvaardigheid. In die gevallen dient de rechter de positieve wetten buiten
toepassing te laten (pp. 6-8).

Vraag a: Wat verstaat Radbruch onder rechtvaardigheid en waarom komt hij tot
de conclusie dat het nazi-recht onrechtvaardig is?
Rechtvaardigheid: Gelijkheid is de essentie van rechtvaardigheid (blz 7, alinea 2).
Gelijke behandeling van gelijke gevallen, ongelijke gevallen ongelijk behandelen
(blz 6). Ongelijkheden mogen gecreëerd worden op grond van relevante criteria.

Naziwetten zijn volledig in strijd met de gelijkheid, joden op grond van etnische
komaf buiten de rechtsorde geplaatst.

De naziwetten zijn zo onrechtvaardig, omdat deze bewust gericht zijn op
ongelijke behandeling, waardoor deze het juridisch karakter ontberen en
überhaupt niet als recht kunnen worden aangemerkt.

Vraag b: Waarom draagt rechtszekerheid volgens Radbruch gewoonlijk bij aan
rechtvaardigheid?
Rechtszekerheid vereist dat het recht zeker is (blz 6: law sure), en niet op andere
manieren wordt toegepast – consistent. Rechtszekerheid ligt in het verlengde van
rechtvaardigheid.

Vraag c: Wanneer moet een rechter volgens Radbruch de positieve wetten
wegens strijd met de eisen van rechtvaardigheid buiten toepassing laten? Wat is
precies Radbruchs criterium?
Dit gebeurt wanneer er een ondraaglijke strijdigheid tussen wet en
rechtvaardigheid is ontstaan (flawed law). Dan moet de rechter het geldende
positieve recht buiten toepassing laten. Als ‘de mate van onrechtvaardigheid zo
onverdraaglijk is, dienen de weten buiten toepassing te worden gelaten.

Het kan zo zijn dat in bepaalde gevallen de tegenspraak tussen positieve wet en
rechtvaardigheid zo groot zijn, dat de wet moet wijken voor rechtvaardigheid. De
rechter heeft in dat geval een juridische plicht om de positieve wet buiten
toepassing te laten. De rechter dient in geval van extreem onrechtvaardige

, wetgeving de positieve wet op zijn inhoud te beoordelen en deze desnoods
buiten toepassing te laten.

Casus 2
Breed en smal concept van recht. Hart had een breed concept. Breed concept is
dat al het recht dat uitkomst is van een adequate formele procedure geldend
recht is. De voorwaarde dat het ook rechtvaardig hoeft te zijn is er niet.

De vraag naar de geldigheid van het recht een ding is: rechtspositivist (als recht
uitkomst is van een formele procedure dan is het geldend recht), maar dat
impliceert niet dat geldend recht door rechters altijd moet worden toegepast of
door burgers moet worden toegepast.

In de laatste pagina’s van Laws and Morals (pp. 208-212) bespreekt Hart het
vraagstuk van de geldigheid van het nazirecht en de manier waarop naoorlogse
rechters in Duitsland dit vraagstuk hebben benaderd. Hij merkt hiervoor op dat
het “verleidelijk kan zijn te stellen dat aan verordeningen die onrechtvaardigheid
opleggen of toestaan geldigheid of de kwaliteit van recht ontzegd behoort te
worden” (p. 208). Hart noemt deze opvatting een “smalle conceptie van recht”
(“narrow concept of law”), omdat zij slechts die regels als rechtsregels erkent,
die overeenstemmen met fundamentele eisen van rechtvaardigheid. Hij zet deze
conceptie van recht af tegen een “bredere conceptie van recht” (“wider
conception of law”), die niet alleen rechtvaardige, maar ook onrechtvaardige
regels omvat (p. 209). Hij geeft vervolgens een theoretische reden en twee
praktische redenen waarom deze bredere conceptie van recht de voorkeur
verdient (pp. 209-211).

Vraag a: Welke theoretische reden ziet Hart om regels die overduidelijk
onrechtvaardig zijn, zoals het recht van de nazi’s, niettemin als rechtsregels te
beschouwen?
Het zou raar zijn als uitsluitend rechtvaardige regels als object van
rechtswetenschap te bestuderen. Onrechtvaardige rechtsregels zouden niet
langer als object van rechtswetenschap worden bestudeerd.

Vraag b: Welke praktische redenen ziet Hart om zulke onrechtvaardige regels te
beschouwen als rechtsregels?
Onrechtvaardige regels zijn ook rechtsregels, omdat:
- Maakt mensen minder weerloos voor machtsmisbruik en
onrechtvaardigheid.
- Rechter moet zich bewust zijn van moreel dilemma. Als je besluit dat
geldend recht niet als geldend moet worden beschouwd, als het de toets
van rechtvaardigheid niet heeft doorstaan. Je moet ook rekening houden
met rechtszekerheid.

Vraag c: In hoeverre komt Harts pleidooi voor een brede conceptie van recht en
een strikt onderscheid tussen recht en rechtvaardigheid zelf voort uit een morele
zorg?

Casus 3
Wanneer sprake is met interne moraliteit (niet voldoet met 8 ciriteria), dan is er
geen sprake van geldend recht. Dus dan kan je gestraft worden.

In The Morality of Law beschrijft Fuller de allegorie van Rex, een koning die
verwoede pogingen doet om het recht van zijn land te hervormen, maar daarin

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rechtenstudent2022. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd