Hoorcolleges Inleiding Criminologie – Master strafrecht 2021-2022
HC 1A: Wat is criminologie? 7 september 2021
Criminaliteit heeft iets te maken met overtreding van normen. Dat gaat over overschrijding van morale
grenzen. Dat heeft altijd te maken met goed en kwaad. De spanning komt door emoties die daaraan
verbonden zijn. Wat is criminologie: alle strafbaar gestelde gedragingen. Het is dat wat in het
Wetboek van Strafrecht staat. Het is een deel van het regelovertredend gedrag. In het alledaagse leven
weten de mensen – burgers – niet van alles wat in het wetboek staat. Het is voor ons als burger ook
niet altijd even belangrijk. Iets kan heel erg crimineel worden beschouwd door een burger, maar
juridisch gezien is het dan niet iets dat als criminologie wordt bestempeld. Criminologie gaat enerzijds
wel werken met de nauwe definitie: alle strafbare feiten, maar het moet ook buiten het strafrecht
kijken. Vooral omdat het in elk land weer anders is, en per tijd verschilt.
Jeugdcriminologen zeggen bijv.: jongeren zijn nog niet verantwoordelijk. Kenmerkend voor jeugd is:
normen leren. We leren normen niet uit een boek, maar door dingen te doen en grenzen te ontdekken.
De jeugdcriminologie begint pas met de strafrechtelijke leeftijd. Jeugdcriminologen vinden het
interessant om eerder al te kijken: valt crimineel gedrag al op?
Tussenconclusie: criminologie is veel breder dan enkel het strafrechtelijke. Ook omdat er totaal
verschillende gedragingen zijn die zich erachter verschuilen. Het is daarnaast ook geen neutraal
begrip. Er verbergen allerlei onderwerpen zich achter het label ‘criminaliteit’. Denk aan
voetbalgeweld, jeugdbendes, maffia, internetfraude, pesten, seksueel misbruik. De fenomenen
verschillen heel erg, dus daarom verschillen de oplossingen en verklaringen ook enorm. Je kunt niet
zeggen: dit is de oplossing voor alles. Als je het nader bekijkt ontdek je dat het geen lange termijn
oplossingen zijn. De fenomenen vinden vaak ook structureel plaats, dus moet je langere tijd onderzoek
doen om een goede oplossing te vinden. We moeten niet te veel kijken naar rijtjes, feitjes en theorieën.
We moeten opnieuw naar de fenomenen kijken om ze te begrijpen. Niet te snel verklaren.
Criminologie: logie betekent wetenschap. Het is de wetenschap van criminaliteit. Het wil
betrouwbare en precieze kennis leveren over criminaliteit: over mensen die misdaden plegen en hoe
daarop gereageerd kan worden. Een misverstand is dat er veel meer dingen zijn die zich bezighouden
met criminologie, maar niet hieronder valt. Het is geen synoniem voor strafrecht, ook niet voor
forensische wetenschap. Het is ook een criminalistiek: dat zijn politieagenten. Zij houden zich bezig
met de opsporing. Criminologie is dus heel anders. Strafrecht gaat bijvoorbeeld meer over ‘hoe het
hoort. Strafrecht over de normen. Criminologie over het ‘zijn’.
Criminologie haalt kennis uit de waarneembare werkelijkheid. Het is op ervaring, bevinding en
observatie gebaseerd en daaruit weten te genereren. Dat noemen we een empirische wetenschap (op
ervaring, bevinding en observatie gegrond).
We kunnen in het echt observeren, maar ook bijvoorbeeld mensen interviewen, of
bijvoorbeeld dossiers bekijken bij politie. Er zijn allerlei manieren omtrent hoe je naar de
werkelijkheid kunt kijken. Die data worden geanalyseerd en daaruit wordt kennis gegenereerd.
Het is een multidisciplinaire wetenschap: we maken altijd gebruik van 1 andere discipline. Dat
vertelt iets over je focus, andere belangen. Is criminologie eigenlijk wel zelfstandig? Nee, klassiek
niet. Het kan niet werken zonder de andere disciplines. Het heeft geen eigen wetenschapstheorieën.
Ook geen eigen methoden. Het gebruikt bijvoorbeeld methoden van de psychologie. In die zin geen
zelfstandige wetenschap. Het onderzoeksobject is de criminaliteit en de beheersing daarvan.
Criminologie onderzoekt (definitie van Sutherland)
Hoe en waarom strafwetten worden gemaakt;
Hoe en waarom die wetten worden overtreden;
Hoe en waarom door de samenleving op misdrijven wordt gereageerd (en wetgever, politie,
justitie en media en de burger).
Wat de beperkingen zijn.
,Wittenboordencriminaliteit was lange tijd niet in het Strafrecht. Er werd op een bepaald moment
gezegd: dat kan niet meer. Het moet ook onder het strafrecht vallen. Het viel niet onder het strafrecht,
dus werd het geen criminaliteit genoemd. Inmiddels is het juist wel een groot thema binnen het
strafrecht. Als we alle fenomenen willen begrijpen, moeten we een nuchtere houding innemen. Die
fascinatie – eigen moraal en emoties – moeten we erbuiten laten. Het is het koele oog: we hebben het
niet over hoe het hoort, we doen geen onderzoek a.d.h.v. eigen emoties, je moet koel kijken: objectief.
Als je zelf betrokken bent bij een onderwerp is het niet geschikt om dan dat onderwerp te
onderzoeken.
De opdracht van criminologie is dus:
1. Realistische beeldvorming
2. Zinvolle discussie over politieke en morale vraagstukken
3. Objectieve houding innemen, moraal en emoties buiten laten
Founding fathers
1. Cesare Beccaria: pleidooi tegen de willekeur in de oplegging en wreedheid van straffen
o Heel kritisch op het toenmalige strafrecht.
o Lijfstraffen, willekeurig strafrecht.
2. Adolphe Quelet: de wetmatigheden bepalen de ontwikkeling van de criminaliteit meer dan
individuele wilsbesluiten.
3. Cesare Lombroso: criminele antropologie (aan de hand van uiterlijke kenmerken criminaliteit
bepalen)
4. Lacassagne: iedere maatschappij krijgt de criminaliteit die ze verdient.
5. Willem Bonger: marxist geweest. Daaruit criminologie verklaart. Hij had het over de relatie
tussen de ontwikkeling van criminaliteit en economische condities. Antikapitalist: met
toenemende welvaart neemt criminaliteit uit begeerte toe. Kapitalisme maakt mensen gierig.
Chicago 1920
The Chicago school: ook jaren 19/20. Dit is de sociologische school in de criminologie. Veel
erkenning tot vandaag nog. Theorieën worden zelfs vandaag nog gebruikt. Een van de beroemdste
scholen. Aanleiding voor het ontstaan:
o Tijd van herindustralisatie, massa immigratie, grote depressie.
o Chicago was klein, in 50 jaar gegroeid tot 1 miljoen inwoner. Dertig jaar
later nog 2 miljoen erbij.
o Leidde tot sociale problemen.
o Effecten: grote depressie, extreme toename jeugdbendes, georganiseerde
criminaliteit.
o Perspectief overheid: zij die in de getto wonen zijn de criminelen. Mensen
uit Oost-Europa werden daarnaast als zondebok afgeschilderd.
Heel grootschalig onderzoek, ook op basis van alle overheidsgegevens. Een van de centrale
conclusies:
o De kenmerken van sociale structuur is van invloed op de omvang van criminaliteit. Sociale
structuur: merendeel was woonachtig in overgangsgebieden. Daar was veel armoede en
disorganisatie. De criminologen vonden een duidelijk verband tussen de achterstand en
criminaliteit: sociale desorganisatie-theorie: een situatie waarin er geen gemeenschapsgevoel
is, geen stabiele relaties, geen stabiele controle, scholen, kerk, crèche geen goede instituties,
geen harmonie binnen gemeenschap en haar waarden.
o Er is dus een verband tussen de sociaal-economische achterstand en criminaliteit op buurt
niveau.
,Het zijn allemaal disciplines die wel gedeeltelijk een bijdrage hebben geleverd aan de inzichten
omtrent criminaliteit. De rationale keuzetheorie: economisch idee erachter: hoe gaan mensen over tot
deviant gedrag? Omdat ze een rationele keuze maken: kosten en baten afwegen en dan besluiten om
iets te doen. Een econoom die dus een theorie bedenkt die is opgepikt door de criminologie.
Je hebt allerlei verschillende theorieën. Is dit zinvol? Waarom zoveel theorieën? Het aantal fenomenen
waarom criminologen zich mee bezig houden is zeer divers. Alle fenomenen hebben een verschillende
verklaring nodig. Het is daarom waardevol om verschillende theorieën te hebben. Er zijn verschillende
criminologische vragen:
a. Waarom variëren crime rates over tijd en culturen?
b. Waarom zijn er mensen die criminaliteit plegen en anderen niet?
c. Hoe ontstaan bendes en daarom?
d. Hoe kunnen we criminaliteit voorkomen?
e. Waarom plegen mensen zinloos geweld?
We gaan stilstaan bij de vraag: wat is een goede theorie? En wat is een theorie? Straintheorie: kijkt hoe
mensen of groepen spanning voelen. Heel anders dan sociale organisatietheorie. De vraag naar bendes
kunnen we verschillend onderzoeken. Stel: we willen dit onderzoeken, jeugdbendes in Den Haag. Hoe
kies ik dan? Criminologen zeggen ik werk niet met focus op individu, maar ik kies voor een
benadering en theorie die wijkgericht is. Die factoren ga ik gebruiken. Ik ga kijken naar
groepsvorming. Het belangrijkste van een theorie is dat zonder die theorie zou je niet goed weten
waarnaar je moet zoeken Die theorie gaat je helpen. Een theorie stuurt de dataverzameling. Zonder
vooraanname en idee ga ik doelloos zoeken. Met een theorie ga ik heel doelgericht de data analyseren.
Een theorie: een wetenschappelijk model of een uitspraak over waarnemingen in de werkelijkheid. Het
doel ervan is om de onderlinge samenhang van waarnemingen te beschrijven en verklaren. Als we
geen theorie hebben, dan hebben we enkel platte data en intellectuele betekenisloosheid. Het is dan
niet door een wetenschappelijk model gestuurd. Het is heel erg belangrijk om theorieën te gebruiken.
, HC 1B: Inleiding deel II 9 September 2021
Eigenlijk gegeven op 14 september
Dit college was ook bedoeld om het concept van het vak te bespreken. De donderdagcolleges gaan
over allerlei verschillende onderwerpen. Criminaliteit is zo’n breed verschijnsel, met allerlei
verschillende fenomenen.
Criminaliteit
• Normovertredend gedrag
• Strafrechtelijk gedefinieerd gedrag
1) Slechts één van de vele vormen van regelovertredend gedrag
2) Maatschappelijk schadelijk gedrag
3) Gedrag wat zo genoemd wordt
De aantrekkingskracht van verhalen over criminaliteit
• Onderwerp criminaliteit en straf laat bijna niemand onverschillig.
• Berichten vertellen iets over de normatieve contouren van een samenleving.
• Men voelt zich in hoge mate emotioneel bij betrokken.
• Sensationele misdrijven of gruwelijke en ernstige misdrijven hebben grote
aantrekkingskracht – mensen voelen zich vaak beter dan het slachtoffer en dat geeft een
goed gevoel.
Sociale functies van criminaliteit
De effecten van emotionele betrokkenheid zijn dat mensen gevoelens delen van morele
verontwaardiging en daardoor elkaar bevestigen in hun normbesef (de anderen in de gemeenschap).
Het heeft als positieve functie voor de maatschappij dat normovertredingen leiden tot
normverschuivingen en het ook normen ter discussie stelt – dat maakt maatschappelijke verandering
en ontwikkeling weer mogelijk, omdat mensen het gaan hebben over normen.
Kritisch perspectief Nils Christie
Volgens hem bestaat criminaliteit als zodanig niet, want daders worden – hun betekenis wordt
gecreëerd wanneer ze plaatsvinden. Uiteindelijk gaat het wel over een hoop onacceptabele
gedragingen. Die moeten worden gezien als een conflict tussen verschillende partijen. Hij was best
moraliserend, maar niet in zijn conclusies.
1. Als we dit perspectief serieus nemen, dan zou een goede oplossing van een conflict zijn om
beide partijen erbij te halen. Dat doen we bij criminaliteit echter juist niet. Volgens Cristie is
het in de kern een conflict tussen twee partijen. Doordat de overheid zich ermee bemoeit halen
we de conflicten van de burger weg. Dan kunnen we het ook niet oplossen.
2. Tweede punt: we halen ze ook weg van de gemeenschap. Volgens hem horen conflicten bij
the community – ze zijn niet privé, maar deel van de gemeenschap. We verliezen dan de
gelegenheid om na te denken over onze normen. We zouden juist met alle partijen moeten
kijken: waarom is hier een conflict? Wat heeft X gedaan, wat heeft Y gedaan – hoe vinden we
een balans? Volgens hem is dit cruciaal in de samenleving.
3. Het strafrecht en de juristen zijn eigenlijk de dieven van onze conflicten. In plaats van dat de
burger een conflict bewerkt, nemen overheidsinstituties het over. Dat betekent dat het conflict
vermeden wordt – het slachtofferperspectief ook weinig aandacht krijgt (tegenwoordig niet
meer zo). Volgens hem kunnen daders zich achter instituties verstoppen. Het is een verlies
voor de samenleving.
4. We moeten conflicten teruggeven aan de gemeenschap.
Hoe geven we conflicten terug? We moeten ze veel meer betrekken bij het strafrecht. Denk aan
juryrechtspraak of lekenrechtspraak. De burger moet van hem deel uitmaken van het gehele proces.
Een ander voorbeeld waarbij de focus ligt op dader en slachtoffer: slachtoffergesprekken. Meer