Een samenvatting van heel hoofdstuk 1 ademhaling uit het boek biologie voor jou.
Duidelijke en niet te lange samenvatting.
Goed om te gebruiken voor een proefwerk.
Fotosynthese
Als het licht is vindt in de groene delen van planten fotosynthese plaats. Bladgroenkorrels
gebruiken energie uit zonlicht om koolfstofdioxide en water om te zetten in glucose, met die
energie maakt een plant van glucose weer andere stoffen.
Water + koolstofdioxide + energie -> glucose + zuurstof
Afbraak
Bladgroenkorrels slaan de energie uit zonlicht op in glucose, wat wordt afgevoerd naar
andere delen van de plant. Cellen gebruiken glucose als energiebron, door de glucose af te
breken komt de energie vrij. Die resten en energie worden gebruikt voor nieuwe stoffen,
hierdoor groeit de plant.
De afbraak van glucose gebeurt in mitochondriën, deze celorganellen komen voor in
plantaardige en dierlijke cellen. Cellen die veel energie nodig hebben, zoals spiercellen
hebben veel mitochondriën nodig.
1.2
Energie
In je lichaam wordt glucose afgebroken om energie vrij te maken. Alle organen in je lichaam
hebben energie nodig.
De afbraak van glucose noem je verbranding. Cellen gebruiken glucose als brandstof.
Verbranding vindt altijd plaats, anders gaat een cel dood. Dit geldt voor alle levende cellen
van alle organismen.
Zuurstof & koolstofdioxide
Voor verbranding is ook zuurstof nodig. Bij verbranding ontstaan afvalstoffen,
koolstofdioxide en water. Hiervoor is zuurstof nodig, daarbij komt energie vrij.
Glucose + zuurstof -> water + koolstofdioxide + energie
De energie die vrijkomt wordt omgezet in beweging en warmte. Als je actiever bent heb je
meer energie nodig, des te meer inspanning, des te meer verbranding. Je hart en longen
werken harder voor voldoende brandstof en zuurstof, en om de afvalstoffen af te voeren.
, 1.3
Het ademhalingsstelsel
Tijdens een inademing gaat de lucht via de neus of mondholte naar de keelholte. De lucht
gaat langs het strottenhoofd de luchtpijp in. De luchtpijp vertakt zich in 2 bronchiën, die zich
weer vertakken in steeds kleinere buisjes: de luchtpijptakjes, aan het einde daarvan
bevinden zich trosjes longblaasjes.
Onder de longen ligt het middenrif. Het middenrif is een stevig gespierd vlies dat de romp
verdeeld in de buik- en borstholte. Je middenrif kan omhoog en omlaag
Neus en mondholte
De neusholte is bedekt met neusslijmvlies, gevormd door cellen die slijm produceren. Door
het slijm is de neusholte vochtig, de ingeademde lucht wordt zo ook vochtig.
Onder het slijmvlies lopen bloedvaatjes die het slijmvlies en de lucht verwarmt.
In de lucht die je inademt zitten stofdeeltjes en ziekteverwekkers. Neusharen houden de
grote stofdeeltjes tegen, de kleine stofdeeltjes blijven plakken aan het neusslijmvlies en
wordt via de trilharen verplaatst naar de keelholte.
Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig, dat keurt binnenstromende lucht goed
en waarschuwt voor gevaarlijke gassen. Als je door je mond ademt wordt de lucht minder
gezuiverd, verwarmt en vochtig gemaakt. Hierdoor kan het slijmvlies in je longen beschadigd
raken, ook ruik je minder goed.
Door je neus ademen in dus gezonder.
Keelholte
Na de neus of mondholte passeert de lucht de keelholte, maar niet alleen de ingeademde
lucht gaat door de keelholte, ook het ingeslikte voedsel gaat door de keelholte. Het
strotklepje zorgt ervoor dat het voedsel niet je luchtpijp in gaat.
Als je inademt zijn je luchtpijp en slokdarm open zodat de lucht naar de longen kan stromen
en terug. Als je voedsel doorslikt sluit de huig de neusholte af en het strotklepje de luchtpijp.
Het voedsel kan zo wel naar de slokdarm, maar niet in de neusholte of luchtpijp
terechtkomen.
Soms sluiten het strotklepje en de huig niet goed af, je kan je dan verslikken. Voedsel komt
dan in de neusholte of luchtpijp terecht, door te hoesten komt dit er weer uit.
Luchtpijp en longen
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd. De
luchtpijp staat altijd open en de wand van de luchtpijp bevat kraakbeenringen net als de
wand van de bronchiën.
De wanden van de kleinste luchtpijptakjes bevatten spiertjes, de wanden zijn bedekt met
slijmvlies, trilharen vervoeren het slijm naar de keelholte
Aan het uiteinde van de luchtpijptakjes bevinden zich trosjes longblaasjes, deze zijn
omgeven door een netwerk van kleine bloedvaatjes, de longhaarvaten.
De wanden van longhaarvaten en longblaasjes zijn erg dun, hierdoor kunnen zuurstof en
koolstofdioxide door deze wanden heen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bibikleijnex. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.