Economie: Speltheorie
Hoofdstuk 1: Speltheorie
Paragraaf 1: Van spel naar theorie
Wederzijdse afhankelijkheid = wat de ene aanbieder doet heeft invloed op wat de andere aanbieder
doet. Speltheorie wordt gebruikt om te bepalen wat er gebeurt.
Economiespel: er zijn spelers (vragers en aanbieders), acties (keuzes) en de speluitkomst
(marktevenwicht). Voorbeeld; spelers = twee kroegen naast elkaar, wederzijdse afhankelijkheid =
klanten komen op prijs af en keuze = bierprijs.
Je bepaalt het marktevenwicht door te voorspellen wat voor keuzes de spelers maken wat de ander ook
doet: wat is voor beiden de beste optie? Dit bereken je met de speltheorie.
Paragraaf 2: Een economiespel: Jumbo en Albert Heijn
-Stel: Jumbo en AH concurrenten -> één kan actie doen door alle prijzen te verlagen en hier kan de
ander op reageren. Wat zullen ze doen? Speltheorie.
Wie zijn de spelers? Jumbo en AH
Wat is hun doelstelling? Zoveel mogelijk winst
Wat weten ze? Dezelfde keuzemogelijkheden
Wat zijn hun mogelijkheden? Wel / geen prijsverlaging
Worden acties tegelijkertijd of volgtijdelijk gekozen? Tegelijkertijd
Wordt het spel herhaald? Nee, eenmalig
Opbrengstenmatrix: de opbrengsten voor beide spelers bij alle mogelijkheden. Je hebt de rijspeler en
de kolomspeler (AH).
Bron 1 Albert Heijn
Geen prijsverlaging Wel prijsverlaging
Jumbo Geen prijsverlaging €1 miljoen, €0,9 miljoen,
€1,4 miljoen €1,6 miljoen
Wel prijsverlaging €1,2 miljoen, €1,1 miljoen,
€1,3 miljoen €1,5 miljoen
Als en Jumbo en AH zijn prijzen verlaagt stijgen beide omzetten. Omdat het in één keer wordt
doorgevoerd worden geen klanten gestolen maar komen er juist mensen van buitenaf er boodschappen
doen.
Paragraaf 3: Het Nash-evenwicht
De beste uitkomst zie je dus in de opbrengstenmatrix. Deze onderstreep je.
, Voor Jumbo is de beste actie, ongeacht die van AH, om wel een prijsverlaging te doen. Hetzelfde geldt
voor AH. Of de Jumbo wel of geen prijsverlaging doorvoert, voor AH is het het voordeligst dit wel te
doen. De oplossing is de cel waarin beide beste keuzes staan: dit marktevenwicht noem je het Nash-
evenwicht (hier: wel een prijsverlaging, wel een prijsverlaging).
Soms zijn er twee Nash-evenwichten. Er is dan niet bekend wat de uitkomst is en wat het
marktevenwicht wordt. Dit hangt af van het gedrag van de spelers en het overheidsbeleid.
Scenario’s:
Alleen Jumbo doet pv allebei minder winst (klanten weg bij AH, nieuwe klanten compenseren niet
genoeg). Andersom geldt hetzelfde.
Beiden hun prijzen verlagen AH minder, Jumbo meer (nieuwe klanten bij Jumbo hebben genoeg
effect voor meer winst, bij AH is dit niet genoeg).
Er zijn twee Nash-evenwichten zijn (geen, geen en wel, wel): bij beide situaties heeft geen partij er
baat bij om iets anders te doen omdat de weekomzet dan zou dalen. De uitkomst is onbekend.
Bron 2 Albert Heijn
Geen prijsverlaging Wel prijsverlaging
Jumbo Geen prijsverlaging €1 miljoen, €0,7 miljoen,
€1,4 miljoen €1,2 miljoen
Wel prijsverlaging €0,9 miljoen, €1,1 miljoen,
€1,2 miljoen €1,3 miljoen
Hoofdstuk 2: Simultaan spelen
Paragraaf 1: Het gevangenendilemma
-Soms is het Nash-evenwicht niet de beste optie: het marktevenwicht pakt voor beide spelers slecht
uit. In dit geval: wat Van Erp ook doet, Boerkoel gaat doet een uitverkoop. Andersom is het hetzelfde.
Een Pareto-verbetering (ten minste één andere speler gaat erop vooruit, terwijl geen andere speler erop
achteruit gaat) zou zijn als beide spelers afspreken geen uitverkoop houden. Deze houdt echter geen
stand: voor Van Erp is er geen reden om de afspraak niet te schenden aangezien hun winst erop
vooruit gaat (ook als Boerkoel de afspraak schendt) en andersom. Dit noem je het
gevangenendilemma, wat veel voorkomt omdat er altijd gedacht wordt aan eigen belang.
Bron 3 Boer koel
Geen uitverkoop Wel uitverkoop
Van Erp Geen uitverkoop €6000, €6000 €2000, €8000