Samenvatting Goederenrecht B2
Week 1 (herhaling jaar 1)
Goederen kun je verkrijgen onder algemene en bijzondere titel (art. 3:80).
Overdracht (incl. stof week 3 m.b.t. overdracht)
Overdracht is een vorm van verkrijging onder bijzondere titel (art. 3:80 lid 3) en is geregeld in
afdeling 3.4.2.
Art. 3:83 overdraagbaarheid van goederen (verder in week 4).
Als een vordering wordt overgedragen, is het goederenrechtelijke gevolg dat het recht van
hypotheek ook overgaat, art. 3:7 jo. 82. Het recht van hypotheek is namelijk afhankelijk van de
vordering en dus kan niet het recht op hypotheek overgedragen worden, daarvoor moet de
vordering (ook) overgedragen worden zodat het recht van hypotheek meegaat.
Art. 3:84 Voor overdracht zijn vereist: titel, levering en beschikkingsbevoegdheid.
Titel
= rechtsgrond die de overdracht rechtvaardigt. VB: een overeenkomst, zoals koop (art. 7:1).
Als de rechter de overeenkomst vernietigd is er geen geldige titel meer en dus ook geen geldige
overdracht.
Betaling is geen vereiste voor een geldige overdracht, maar met een eigendomsvoorbehoud in de
titel kan wel bepaald worden dat eigendom pas overgaat als de koper heeft betaald (art. 3:92, 91
en 90).
Art. 3:40 (nietige titel) titel heeft nooit bestaan
Art. 3:53 (vernietiging) titel heeft bestaan, maar met terugwerkende kracht vernietigd dus
daarna heeft hij nooit bestaan en is de overdracht dan ongeldig. Bij wilsgebreken,
handelingsonbekwaamheid, actio pauliana, faillissement (art. 42 Fw).
Art. 6:265 (ontbinding) geen terugwerkende kracht (jo. art. 269), maar verplichting tot
ongedaanmaking (jo. art. 271). VB: als eigendomsvoorbehoud wordt ingeroepen.
Fiduciaverbod (art. 3:84 lid 3) = zekerheidsoverdracht mag je niet afspreken. De
kredietverstrekker mag niet ter zekerheid van aflossing van de lening een aantal goederen van de
lener in eigendom verkrijgen d.m.v. overdracht. Tegenwoordige oplossing is stil pandrecht. Sale
& leaseback mag nog wel, want daarbij wordt de overdracht niet meer teruggedraaid na aflossen.
VB: bedrijf verkoopt machines aan een maatschappij en huurt ze daarvan terug.
Levering
Op het moment van de levering moet er een wilsovereenstemming zijn.
, - Onroerende zaak 89
Arrest Eelder Woningbouw/ Van Kammen
HR: notariële akte moet naar objectieve maatstaven worden uitgelegd, omdat het
register openbaar is en eigendom werkt tegenover iedereen moet dat ook duidelijk
zijn.
- Roerende zaak, niet registergoed 90
- Rechten aan toonder/ order 93
- Rechten op naam (vorderingsrechten) 94 = cessie
Lid 3: stille cessie om antedatering te voorkomen.
- Overig 95, 96, 97
- Beperkte rechten 98 (jo. 3:236 en 237 voor pandrecht en 260 voor hypotheek).
- Bij faillissement 35 Fw
Voor het faillissement moeten alle handelingen voor de levering gedaan zijn. Zo niet, dan
is de levering ongeldig. De verkrijger is dan geen eigenaar geworden, de failliet is nog
eigenaar, want er heel geen overdracht plaats gevonden door ongeldige levering.
VB: bij levering van onroerende zaken is de akte nog niet ingeschreven. Bij levering
longa manu is de overdracht nog niet aan de derde gemeld. Cp levering vindt pas plaats
na faillietverklaring.
- Beslag art. 504 Rv.
De levering kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen na inschrijving van het
proces-verbaal. Zolang de leveringsakte niet is ingeschreven kan de vervreemding niet
tegen de beslaglegger werken. Pas na de inschrijving kan de beslaglegger niets.
Arrest Van de Mosselaar/ Lagero – cessie bij faillissement
Feiten: akte voor cessie was voor faillissement getekend, maar de mededeling was nog
niet gedaan, dus er was geen geldige levering (art. 3:94, art. 35 Fw).
HR: curator kan niet alleen de mededeling doen voor een geldige levering. Hij moet en
kan wel alle handelingen zelf opnieuw doen voor een geldige levering, want de failliet is
beschikkingsonbevoegd (art. 23 Fw).
Art. 3:112 Bezit wordt verkregen door inbezitneming (art. 113), overdracht (114 en 115) of
opvolging onder algemene titel (116). Als iemand in de winkel een goed koopt en die meteen
meeneemt is het levering volgens art. 3:114. Als er een andere afspraak wordt gemaakt over de
levering is het waarschijnlijk volgens art. 115.
- Art. 3:90 lid 2: cp-levering is geldig, maar biedt geen bescherming/ werkt niet tegen
iemand met een ouder recht. De oudere eigenaar kan dus revindiceren als de goederen nog
niet in de handen van de nieuwe eigenaar zijn en die kan zich niet beroepen op art. 3:86 en
op verkrijgende verjaring ook niet!
- Houder kan niet cp-leveren, tenzij hij toestemming heeft van de bezitter
Bezitter en houder. Om bezit te kunnen overdragen moet men zelf bezitter zijn (de eigenaar en
de dief kunnen dit dus). De houder kan dit in beginsel niet, hij heeft geen bezit. Toch kan hij bezit
soms overdragen, indien de bezitter hem bevoegd heeft gemaakt. Daarnaast als de houder wil
overdragen, kan hij alleen bezit verschaffen. De verkrijger krijgt nieuw bezit en het bezit van de
,oorspronkelijke bezitter vervalt. art. 3:90 schrijft voor dat een roerende zaak wordt geleverd door
bezitsverschaffing, dus via art. 3:114/ 3:115 indien de vervreemder bezitter is en analoge
toepassing voor de houder. De titel van art. 3:114 is daarom misleidend. CP-levering (art. 3:115
sub a) kan alleen door de eigenaar of bezitter, niet de houder.
Beschikkingsbevoegdheid
Hoofdregel: de rechthebbende is beschikkingsbevoegd (art. 5:1).
= eigenaar van de zaak, rechthebbende van een vorderingsrecht/ op een beperkt recht
(hypotheekhouder, pandhouder, opstaller, erfpachter, vruchtgebruiker).
Tenzij: de wet de beschikkingsbevoegdheid van de rechthebbende aantast, zoals bij faillissement
(art. 23 Fw).
o Faillissement art. 23 Fw
Indien de bezitter failliet is verklaard is hij beschikkingsonbevoegd geworden. Hij
kan dat geen goederen meer overdragen. Een derde wordt hiertegen niet door art. 86
of 88 beschermd, want de verkrijger wordt geacht het faillissement te hebben
gekend, die worden namelijk in de Staatscourant gepubliceerd. Vanaf het moment
van bekendmaking kan je geen beroep meer doen op goede trouw, daarvoor wel ook
al is de failliet die gehele dag beschikkingsonbevoegd.
o Derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid art. 86 lid 1
Bezitter houdt een goed voor zichzelf (art. 3:107), wie een goed houdt wordt
vermoed dit voor zichzelf te houden (art. 3:109) en de bezitter wordt vermoed
rechthebbende te zijn (art. 3:119).
De derde moet de goede trouw bewijzen (art. 150 Rv), maar art. 109 en 118 komen
hem tegemoet.
Art. 86 lid 1 biedt derdenbescherming voor de verkrijger van het goed, mits aan de
vereisten van lid 1 is voldaan.
Roerende zaak, niet-registergoed of recht aan toonder/ order
Overdracht overeenkomstig art. 90 of 91 of 93
Overdracht anders dan om niet
Als er een prijs is afgesproken, maar die is nog niet betaald is hier
ook aan voldaan. De overdracht is namelijk niet om niet.
Verkrijger is te goeder trouw (jo. art. 3:11 en art. 3:118). Dit ziet op de
beschikkingsbevoegdheid dus de verkrijger dacht dat de vervreemder wel
beschikkingsbevoegd was.
Als aan al deze vereisten is voldaan is de overdracht geldig door de
derdenbescherming (in beginsel, want als het gaat om diefstal moet lid 3 ook nog
beoordeeld worden). De verkrijger is dus eigenaar geworden, ook al was de
vervreemder niet beschikkingsbevoegd.
, o Beperkt recht art. 86 lid 2
Als iemand niet weet dat er op een goed een beperkt ruste bij overdracht, kan hij met
een succesvol beroep op derdenbescherming het goed onbezwaard in eigendom
krijgen.
o Sprake van diefstal art. 86 lid 3
Als de vervreemder het bezit heeft verkregen door diefstal moet je ook kijken naar
lid 3 (‘ook’, want je moet eerst lid 1 langs gaan!). Je moet nagaan:
1. Wie de eigenaar is
2. Is het bezit door diefstal verloren?
De eigenaar van het goed kan het goed nog opeisen als het goed door diefstal is
verkregen door een ander en die heeft het weer door verkocht. Hier wordt dus de
eigenaar van het goed beschermd door de wet en niet de verkrijger, mits aan de
vereisten van lid 3 is voldaan:
De eigenaar kan het binnen 3 jaar opeisen, tenzij…
De verkrijger een natuurlijke persoon is die niet handelde in uitoefening
van beroep/ bedrijf (= consument)
De vervreemder handelde uit bedrijf, aan publiek van soortgelijke zaken
In een daartoe bestemde bedrijfsruimte;
Dus niet in een ruimte achterin de winkel die niet bij de winkel
hoort
Zijnde een gebouwde onroerende zaak/ gedeelte daarvan
Dus niet op straat
Vervreemder handelde in normale bedrijfsuitoefening
Niet een handelaar in telefoons die een auto verkoopt in zijn
winkel.
(Of sub b: het gaat om geld, toonder/ orderpapieren)
Als hieraan is voldaan kan de eigenaar het goed opeisen en heeft de verkrijger
pech en moet het goed afstaan. Zo niet dan kan de verkrijger het goed houden,
omdat de eigenaar het niet meer kan revindiceren (er moet dan wel voldaan zijn
aan lid 1).
o Registergoederen/ vorderingsrechten art. 88
Dit artikel biedt derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid bij
overdracht van registergoederen/ vorderingsrechten/ andere goederen die niet vallen
onder art. 86, mits aan de vereisten is voldaan:
Registergoed, recht op naam of goed waarop art. 86 niet van toepassing is.
Derde-verkrijger was te goeder trouw
Beschikkingsonbevoegdheid komt uit ongeldigheid van een vroegere
overdracht
Die ongeldigheid was niet het gevolg van de onbevoegdheid van de
toenmalige vervreemder.