Carlijn Simone Bodegom
526926
Ontwikkelingspsychologie
Probleem 1: The birds and the bees
Leerdoel 1: Wat is DNA?
BIOLOGIEBOEK HAVO 4
Definitie
DNA is de chemische substantie die de bouwstenen van chromosomen
vormen. In het DNA ligt ook alle erfelijke informatie van organismen
vastgelegd. DNA bevindt zich in de kern van elke cel.
De opbouw van DNA
DNA is opgebouwd uit vier verschillende bouwstenen: de nucleotiden,
een fosfaatgroep, desoxyribose en stikstofbase.
Er zijn vier verschillende soorten nucleotiden (deze vormen het bindmiddel
voor de DNA-strengen):
1. Adenine (A);
2. Thymine (T);
3. Cytosine (C);
4. Guanine (G).
(Adenine is steeds met thymine verbonden, cytosine steeds met guanine.)
Eén gen, zoals het gen voor haarkleur, bestaat uit honderden nucleotiden.
De stikstofbasen in een gen zijn in een specifieke volgorde gerangschikt,
dit heet je DNA-sequentie. In deze volgorde kunnen variaties voorkomen,
ook wel een allel, waarbij er verschillende vormen van een gen voor een
bepaalde eigenschap bestaan, dus het allel voor bruin haar heeft een
andere volgorde stikstofbases dan het allel voor blond haar. In een gen
zitten twee allelen: een van de vader en een van de moeder.
BIOPSYCHOLOGY BY JOHN PINEL
DNA repliceren
Replicatie is een belangrijk proces voor DNA moleculen. Tijdens de
replicatie beginnen twee strengen DNA te ontwarren, daarna trekken de
nucleotide basissen hun aanvullingen aan. Dus dan heb je twee nieuwe,
identieke DNA-moleculen.
Leerdoel 2: Hoe werkt celdeling?
BIOPSYCHOLOGY JOHN PINEL
Chromosomen
Een chromosoom bevat één heel lang molecuul van de stof DNA en veel
eiwitmoleculen. Chromosomen bevinden zich op de nucleus van cellen.
, Carlijn Simone Bodegom
526926
Chromosomen komen voor in paren; mensen bezitten 23 paren. Elk
chromosoom is een molecuul van deoxyribonucleic zuur, ook wel DNA.
Homologe chromosomen bevatten genen voor dezelfde erfelijke
eigenschappen.
Celdeling
Het proces van celdeling bij geslachtbepalende genen, ook wel gameten,
heet in zijn geheel meiosis. De chromosomen delen zich, en één
chromosoom van elk paar gaat naar één van de gameten die het resultaat
zijn van de celdeling. Elk gameet heeft dan de helft van het aantal
chromosomen, en wanneer een eicel en een spermacel zich hechten
tijdens de bevruchting wordt de complete set van chromosomen
geproduceerd.
Alle andere celdeling die plaatsvindt komt door mitosis.
BIOLOGIEBOEK HAVO 4
Soorten cellen
Diploïde cellen bevatten twee paar chromosomen, en zijn lichaamscellen.
Haploïde cellen bevatten een paar chromosomen, dit zijn altijd
geslachtsbepalende cellen.
Zygoten zijn bevruchte eicellen; er zijn zestien mogelijke zygoten
mogelijk.
BIOPSYCHOLOGY JOHN PINEL
Bepaling van het geslacht
Het 23ste paar chromosomen bepaald het geslacht van mensen; vrouwen
hebben twee X chromosomen, mannen hebben een X en een Y
chromosoom. Vaders bepalen het geslacht van het kind; de helft van de
spermacellen die de man produceert dragen een X chromosoom, de
andere helft een Y chromosoom. De eicellen dragen altijd een X
chromosoom. Het ligt er dus aan welke spermacel de eicel bevrucht.
NABESPREKING
Begrippen
Crossing over is als chromosomen zo dicht bij elkaar komen dar ze van
positie veranderen; dit zorgt voor een andere eigenschap dan de
(dominante) van de ouders.
Een mutatie is in feite een foutje in de celdeling; dit zorgt voor andere
eigenschappen. Kan ook verholpen worden door je lichaam.
Codominantie betekent dat de ouders allebei even dominantie allelen
hebben; wat zorgt voor een bemiddelend fenotypen, een tussenweg dus.
Genetische inprenting is het chemisch activeren van specifieke,
meestal recessieve, allelen.
, Carlijn Simone Bodegom
526926
Polygenetische erfelijkheid houdt in dat meerdere genen bepalen over
één eigenschap.
Intermediair is dat twee dominante allelen mixen: rode en witte bloem
die kruisen wordt roze.
Leerdoel 3: Welke factoren hebben invloed op het verloop
van de
zwangerschap?
DEVELOPMENTAL PSYCHOLOGY BY DAVID SHAFFER
Chromosoom afwijkingen
Een cel kan tijdens meiosis het verdelen van 46 chromosomen oneven
zijn. Dan kunnen gameten te veel chromosomen hebben, en de anderen te
weinig. De meeste chromosome afwijkingen zitten in het 23ste paar.
Bij het Down syndroom heeft het kind een (gedeeltelijk) extra 21ste
chromosoom. Dit syndroom gaat gepaard met laagbegaafdheid,
problemen met horen, kijken en er zijn uiterlijke kenmerken.
CHILD DEVELOPMENT BY SANTROCK
Gevaren tijdens de zwangerschap
De term voor ‘iets’ wat voor afwijkingen zorgt tijdens de zwangerschap
heet een teratogen. Er zijn verschillende invloeden op hoe erg de schade
kan zijn van een teratogen:
1. Dosis; hoe meer van een agent, hoe groter het effect.
2. Genetische vatbaarheid; hoe een embryo reageert op een teratogen
kan afhankelijk zijn van zijn genotpen. Ook hebben mannelijke
foetussen meer kans op teratogens.
3. Tijd van blootstelling; schade tijdens de germinale periode kan
innesteling voorkomen. Over het algemeen is de embryo periode
kwetsbaarder dan de foetus periode.
Medicijnen
Medicijnen zoals antibiotica kunnen ook effecten hebben op de
foetus/embryo. Uit een onderzoek blijkt dat zwangere vrouwen die
antidepressiva nemen meer kans hebben op hartfalen tijdens het eerste
trimester.
Een kleine hoeveelheid aspirine kan geen kwaad, maar in grote
hoeveelheden kan het tot bloedingen lijden waaraan de baby kan sterven
en lager geboortegewicht.
Drugs
Psychoactieve drugs zijn drugs die het zenuwstelsel beïnvloeden om het
bewustzijn te beïnvloeden. Hieronder valt ook cafeïne; wat de kans op
miskramen vergroot. Ook alcohol is erg gevaarlijk; het kindje kan fetal
alcohol spectrum disorders ontwikkelen. Dit zijn meerdere problemen
, Carlijn Simone Bodegom
526926
en afwijkingen die veroorzaakt worden door alcoholmisbruik van de
moeder. Mogelijke problemen zijn laagbegaafdheid en niet goed
functionerende organen.
Nicotine kan ook de ontwikkeling tijdens de zwangerschap, bevalling en na
de bevalling beïnvloeden. Roken tijdens de zwangerschap kan lijden tot
sudden infant death syndrome, groeiafwijkingen, adhd, hartproblemen
of een hazenlip.
Cocaïnegebruik tijdens de zwangerschap kan zorgen voor groeiproblemen,
langzamere ontwikkeling en dus leer-, taal-, zelfregulatieachterstanden.
Methgebruik leidt tot een grotere kans tot kindsterfte, ontwikkeling- en
gedragsproblemen.
Marihuanagebruik kan leiden tot een lagere intelligentie bij de kinderen en
grotere kans dat hun kinderen ook marihuana gaan gebruiken.
Bij heroïnegebruik tijdens de zwangerschap ervaren de kinderen
afkickverschijnselen. Dit geldt ook voor methadone, de meest gebruikte
behandeling voor heroïneverslaving.
Rhesus-kinderen
De ouders van het de foetus kunnen verschillende Rh-factoren hebben. Als
de zwangere moeder Rh-negatief is en haar partner is Rh-positief, kan de
foetus ook Rh-positief zijn. Als dit het geval is, produceert het
immuunsysteem van de moeder antistoffen die de foetus aanvallen. Dit is
pas gevaarlijk bij het tweede kind wat een moeder draagt.
Seksuele overdraagbare aandoeningen
Als de moeder syfilis heeft kan dit leiden tot oogschade en huidafwijkingen
bij de baby’s.
Baby’s komen in contact met actieve genitale herpes als zij door het
geboortekanaal naar buiten komen; 1/3e van deze baby’s overleeft het
niet, een andere 1/4e krijgt breinschade.
Aids kan ook worden overgebracht op de foetus. Baby’s die geboren
worden met een moeder met aids kunnen geïnfecteerd zijn en symptomen
tonen, geïnfecteerd zijn en geen symptomen tonen en niet geïnfecteerd
zijn.
Leeftijd moeder
Als de moeder nog een adolescent is, heeft haar baby meer kans om te
vroeg geboren worden. Ook is het sterftecijfer van baby’s bij jonge
moeders hoger (kan ook verklaard worden door gemiddeld lagere SES
voor tienermoeders).
Als de moeder boven de 35 is, is de kans op een kindje met
Downsyndroom groter. Als zij 40 is, is deze kans 1 op 100. Als zij 50 is, is
deze kans 1 op 10.