Begeleiden van mensen en bieden van
netwerkgerichte zorg
EVL 2.2 Begeleiden van mensen en hun netwerken
Student naam XX
Student nummer
Opleiding Social Work
Titel EVL Begeleiden van mensen en hun netwerken
Code EVL SWB22D17
Datum van inleveren
, Voorwoord
Hierbij leg ik u de opdracht ‘Begeleiden van mensen en hun netwerken’ voor. De opdracht bevat 3 verschillende
casussen die gericht zijn op het vergroten van zelfredzaamheid, het bevorderen van het sociaal functioneren en het
welbevinden. Gedurende het verslag wordt er gebruik gemaakt van de methodische cyclus van P.J. Strien (van
Straten, Scholte, & Sprinkhuizen, 2017). De methodische cyclus bevat de verschillende onderdelen: contact tot stand
brengen, situatie verkennen, situatie afwegen, wensen en oplossingen verkennen, plannen en acties uitvoeren en
bijbestellen, evalueren en mogelijk afsluiten. Verdere informatie rondom de uitwerking van de cyclus vindt u per
casus onder paragraaf 1.2, 2.2 en 2,3: Methodisch handelen.
Het doel is om de cliënt zijn eigen kracht en eigenwaarde te vergroten middels afstand en nabijheid, probeerruimte
en zijn/haar sociale netwerk zodat de cliënt eigenaar is over zijn/haar eigen leven en wensen. Gedurende de
opdracht heb ik het proces dagelijks geëvalueerd met zowel mijn collega’s, cliënten, verwanten en de
gedragswetenschapper voor een optimaal proces.
Ik werk op de woonvorm Het XX. Het XX is een observatie- en doorstroom woning waar mensen tijdelijk verblijven
vanuit hetzij een crisis opname of het oriënteren binnen een nieuwe instelling. Vanuit het XX wordt er een concreet
zorgplan opgesteld, samen met cliënten gekeken waar de behoeftes liggen om aan leerdoelen te werken en ligt de
nadruk grotendeels op het creëren van rust voor de cliënt. Vanuit het werken met doelen wordt de methodische
cyclus toegepast en wordt er maandelijks geëvalueerd hoe het met de cliënt gaat en wat er beter kan. Na de
oriëntatieperiode wordt er gekeken naar een geschikte woonvorm binnen het beschermd woonterrein van Zozijn.
Het beschermt woonterrein wordt bedoeld als een bosrijke omgeving waar geen verkeer rijdt en cliënten veilige
beweegruimte hebben. In het geval cliënten zich ontwikkelen tot zelfredzaamheid, zijn er binnen Zozijn ook
mogelijkheden tot integratieve woonprojecten waarbij ze meer ambulante begeleiding krijgen.
Tijdens het uitvoeren van de opdracht ben ik erg goed geholpen door mijn stage begeleidster, XX. XX heeft de
opdracht voorzien van feedback en mij geholpen om de opdracht vorm te geven. Ik wens u veel leesplezier toe.
, Inhoudsopgave
1. Inleiding……………………………………………………………………………………………………………………….
1.1 Wettelijke kaders Zozijn……………………………………………………………………………………………
1.2 Missie en Visie…………………………………………………………………………………………………………..
1.3 Zorgprogramma Terts……………………………………………………………………………………………….
2. Casus J……………………………………………………………………………………………………………………….
2.1 Persoonsomschrijving J……………………………………………………………………………………………
2.2 Huidige situatie inclusief probleemstelling…………………………………………………………………
2.3 Factoren die het sociaal functioneren van het netwerk beïnvloeden………………………..
2.4 Wettelijke kaders……………………………………………………………………………………………………..
3. Doelstelling………………………………………………………………………………………………………………..
3.1 contactmomenten en interventies…………………………………………………………………………..
4. Evaluatie……………………………………………………………………………………………………………………
4.1 Procesmatig werken………………………………………………………………………………………………..
4.2 Systematisch werken………………………………………………………………………………………………..
4.3. Gebruik van methodes, methodieken en technieken. ……………………………………………
4.4 Wisselwerking tussen individuele, situationele en maatschappelijke factoren. ……….
4.5 Kernwaarden in het beroep………………………………………………………………………………………
Bijlage A: Activiteitenplan J……………………………………………………………………………………………..
Evaluatieformulier casus J………………………………………………………………………………………………..
5. Casus S………………………………………………………………………………………………………………………..
5.1 Persoonsomschrijving S……………………………………………………………………………………………..
5.2 Huidige situatie inclusief probleemstelling…………………………………………………………………
5.3 Factoren die het sociaal functioneren van het netwerk beïnvloeden……………………….
5.4 Wettelijke kaders………………………………………………………………………………………………………
6. Doelstelling…………………………………………………………………………………………………………………
6.1 contactmomenten en interventies …………………………………………………………………………..
7. Evaluatie…………………………………………………………………………………………………………………….
7.1 Procesmatig werken…………………………………………………………………………………………………
7.2 Systematisch werken………………………………………………………………………………………………
7.3. Gebruik van methodes, methodieken en technieken……………………………………………
7.4 Wisselwerking tussen individuele, situationele en maatschappelijke factoren………
7.5 Kernwaarden in het beroep……………………………………………………………………………………
Evaluatieformulier casus S……………………………………………………………………………………………
8. Casus B……………………………………………………………………………………………………………………..
8.1 Persoonsomschrijving B…………………………………………………………………………………………
8.2 Huidige situatie inclusief probleemstelling………………………………………………………………
8.3 Factoren die het sociaal functioneren van het netwerk beïnvloeden………………………
8.4 Wettelijke kaders…………………………………………………………………………………………………….
9. Doelstelling……………………………………………………………………………………………………………….
9.1 contactmomenten en interventies……………………………………………………………………………
10. Evaluatie…………………………………………………………………………………………………………………
10.1 Procesmatig werken……………………………………………………………………………………………..
10.2 Systematisch werken……………………………………………………………………………………………
10.3. Gebruik van methodes, methodieken en technieken…………………………………………..
10.4 Wisselwerking tussen individuele, situationele en maatschappelijke factoren……….
10.5 Kernwaarden in het beroep……………………………………………………………………………………
Bijlage B: Dagprogramma B……………………………………………………………………………………………
Evaluatieformulier casus B……………………………………………………………………………………………
Bronvermelding……………………………………………………………………………………………………………..
Evaluatieformulier leerwerkbegeleider…………………………………………………………………………
, 1. Inleiding
De opdracht van de EVL 2.2 ‘Begeleiden van mensen en hun netwerken’ is gebaseerd op 3 verschillende
casussen die gericht zijn op het vergroten van zelfredzaamheid, het bevorderen van het sociaal functioneren en het
welbevinden. Gedurende de opdracht worden de missie en visie en de methodische cyclus van Zozijn verwerkt en
toegepast. Tijdens de evaluatie ben ik me bewust van de kernwaarden van het beroep en de werkwijze van Zozijn. In
onderstaande paragrafen worden de missie en visie, organisatorische kaders, het zorgprogramma Tertsen toegelicht.
1.1 Wettelijke kaders Zozijn
Zozijn is een zorginstelling die zorg biedt aan mensen met een intensieve begeleidingsvraag, mensen met een
intensieve zorgvraag, ouder wordende cliënten, mensen met een licht verstandelijke beperking en mensen met een
niet-aangeboren hersenletsel. Zozijn biedt zowel wonen, logeren, werk en dagbesteding, ambulante begeleiding als
onderwijs. Binnen het Zozijn terrein in XX komen er enkel cliënten in aanmerking voor zorg vanuit de WLZ (Zozijn,
Zorgproducten, 2019). Dit komt doordat er bij cliënten op het Zozijn terrein in XX sprake is van een ziekte of
aandoening waardoor er 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht nodig is. (CIZ, Wat is de Wet
langdurige zorg?, 2019)
1.2 Missie en Visie
Binnen het verslag wordt de missie en visie als leidraad meegenomen. De missie en visie luiden: integer en
vindingrijk (Zozijn, Gedragscode, 2015).
Dat houdt in dat er op een eerlijke en oprechte manier gehandeld wordt in de bandering naar de cliënt. Iedere cliënt
wordt in zijn of haar waarde gelaten, ook al ben je het niet met hem of haar eens. Er wordt telkens gezocht naar de
vraag achter de vraag door goed te kijken en te luisteren naar de cliënt. (Zozijn, Gedragscode, 2015).
1.3 Zorgprogramma Terts
Binnen de doelgroep waar ik werkzaam ben, wordt er gewerkt met het zorgprogramma Terts. Terts is een
zorgprogramma dat is ontwikkeld voor cliënten, die gedrag laten zien dat door hun omgeving als problematisch
wordt ervaren. Enkele voorbeelden van problematisch gedrag zijn zelfverwonding, iets kapot maken of
dwanghandelingen waardoor cliënten belemmerd worden in hun dagelijkse functioneren. Binnen Terts is het
uitgangspunt dat er gehandeld wordt vanuit een reden. Vandaar dat er niet gesproken wordt over ‘probleemgedrag’,
maar van ‘betekenisvol handelen’. Terts helpt de begeleiding om cliënten te begrijpen en de kwaliteit van het leven
van cliënten te verbeteren (Lijnse, Rijcken, & Vriesema, 2017).
Tevens wordt er gedurende de verschillende casussen gebruik gemaakt van afstand en nabijheid. Nabijheid wordt
gezien als een gelijkwaardige relatie middels empathie en betrokkenheid. Afstand daarentegen vraagt om een
objectiverende houding waarmee de hulpverlener zich boven het proces plaatst door de cliënt de ruimte te bieden
tot zelfontplooiing (Dubbeldam, 2007). Bij afstand en nabijheid blijft het belangrijk om een balans te vinden tussen
structuur, controle, (emotionele) betrokkenheid en grenzen stellen.
