Samenvatting kern van het bestuursrecht
Hoofdstuk 1 introductie en overzicht
Nederland wordt bestuurt door het openbaar bestuur, ook wel overheid. Alleen dan is het openbaar
bestuur een deel van de overheid die zich bezighoudt met besturen. Besturen is het ordenen,
reguleren en sturen van activiteiten, dan wel het beïnvloeden van rechtspositie van burgers. Ook
handhaaft het bestuur regels. ze besturen in het algemeen belang.
Ministers die met de koning lid zijn van de regering worden door het parlement gecontroleerd. Er is
ook openbaar bestuur op decentraal niveau. Zo maakt het college van burgemeesters en wethouders
deel uit van het openbaar bestuur in Nederland. Er bestaat bv ook bestuur in het waterschap art. 10
jo 78 Waterschapswet. De wet geeft niet exact aan wat een bestuur doet. De geven vooral algemene
en globale regels voor de organisatie van het openbaar bestuur. Dit kan ook niet want ze moeten
maatschappelijk leven regelen en sturen, is maatwerk. Dit bestuur mag geen eigen belangen
behartigen. Openbaar bestuur heeft dienende functie: het is in het leven geroepen door en voor ons
allemaal. Het moet daarom zorgvuldig en zonder partijdigheid zijn besluiten nemen en handelingen
verrichten. Algemene belangen worden ook wel publieke belangen genoemd. het openbaar bestuur
reguleert en stuurt. Provinciale staten hebben vooral een coördinerende en toezichthoudende
functie.
Om te besturen beschikt het bestuur over bevoegdheden om algemeen verbindende voorschriften
vast te stellen. Vindt ze zowel in wetten in formele zin, als in algemene maatregelen van bestuur( die
moeten wel gebaseerd zijn op de wet in formele zin). Een ander type bevoegdheid van het bestuur is
de vergunning bevoegdheid. Bestuur heeft ook een handhavingsbevoegdheid, bv last onder
bestuursdwang. De wet normeert de bevoegdheden van het bestuur. Dit betekent dat de wet de
inhoudelijke en procedurele voorwaarden formuleert waaronder het bestuur zijn bevoegdheden
moet uitoefenen. Het doel wordt hiermee afgebakend: specialiteitsbeginsel. Bestuur heeft
bestuursbevoegdheden, hierdoor kunnen ze het algemeen belang behartigen. Zo heb je de
instrumentele dimensie: verzameling van instrumenten voor het bestuur om te kunnen besturen.
Ook heeft bestuur waarborgdimensie: de normering van bestuursbevoegdheid. Hierdoor krijgt de
andere dimensie niet de overhand.
Bestuursbevoegdheid betreft de bevoegdheid op basis waarvan het bestuur publieke belangen
behartigt ter regulering van het maatschappelijke leven. Het begrip publiekrechtelijke bevoegdheid is
ruimer dan het begrip bestuursbevoegdheid. Een bevoegdheid is een vermogen van een orgaan om
rechtsgevolgen tot stand te brengen. Een publiekrechtelijke bevoegdheid is iedere bevoegdheid van
een overheidsorgaan om positief recht te vormen, vast te stellen of te handhaven, kan alleen door
overheidsorgaan worden uitgevoerd.
Het formeel bestuursrecht ziet op de procedures inzake de totstandkoming van besluiten, de vorm
en inrichting van deze besluiten en de procedures met betrekking tot de rechtsbescherming. Het
formeel recht kan worden verdeeld in het bestuursprocesrecht en het besluitvormingsrecht. Het
materieel bestuursrecht heeft in de hoofdzaak betrekking op de inhoud van besluiten. Bv welke
gronden een vergunning mag worden geweigerd. Of bv art. 3:3 het verbod van detournement de
pouvoir.
,Het bijzonder bestuursrecht houdt zich bezig met een bepaald aspect van het maatschappelijk leven.
AWB moet altijd in samenhang worden gezien met bijzondere wetten. materiele recht is veelal te
vinden in bijzondere bestuursrecht. Bijzonder gaat voor algemeen.
De grens tussen staats en bestuursrecht is niet scherp. Ook kan het bestuur privaatrechtelijk
handelen. En er bestaat de bestuurlijke boete waardoor het strafrecht komt kijken. ook heeft EVRM
internationaal recht invloed op bestuursrecht. Een discretionaire bevoegdheid is in het Nederlands
bestuursrecht een bevoegdheid die een bestuursorgaan in meer of mindere mate de vrijheid toekent
om in concrete gevallen naar eigen inzicht een besluit te nemen.
Hoofstuk 2 grondslagen en karakteristieken van het bestuursrecht
Veel algemeen verbindende voorschriften worden door bestuursorganen en dus niet door de
wetgever in formele zin op basis van hun regelgevende bevoegdheden tot stand gebracht, ook wel
bestuurswetgeving genoemd. zo maken ze veel algemene maatregelen van bestuur AMvB’s. je hebt
bv ook ministeriele regelingen. Dit is allemaal wetgeving in materiele zin, maar moet wel op wet in
formele zin gebaseerd zijn. een wet in formele zin is in de geval wet die totstand komt door art. 81
GW, beslissing van regering en staten generaal samen. Dit kan ook tegelijk een wet in materiele zin
zijn. uit volgende bepalingen volgt dat aan BO de bevoegdheid kan toekennen van algemeen
verbindende voorschriften:
- Art. 89 lid 1 en 2 (regering)
- Art. 89 lid 4 (ministers)
- Art. 127 (provinciale staten en gemeenteraad)
- Art. 133 lid 2 (waterschapsbesturen)
, Een bestuursorgaan is een orgaan van de overheid, niet zijnde een rechtsprekend of wetgevend
orgaan, dat is belast met de behartiging van specifieke publieke belangen. Een bestuursbevoegdheid
vormt de juridische basis voor het nemen van besluiten. Deze moet zo nauwkeurig mogelijk worden
omschreven. Ook dient wetgever aan te geven wat het doel van de bevoegdheid is. een BO mag ook
de inhoud van een bestuursrechtelijke rechtsverhouding concreet invullen, bv bepaalde
voorwaarden stellen aan vergunning. Drie bouwstenen bestuursrechtelijke verhouding: een BO, een
bestuursbevoegdheid (die leidt tot uitoefening en besluit) en een of meer belanghebbende.
Bestuursorganen verenigen zich vaak in groter verband, dit heet een openbaar lichaam bv de
gemeente of provincie. Die bezitten volgens art. 2:1 lid 1 BW rechtspersoonlijkheid. Het nemen van
een besluit impliceert de aanwezigheid van openbaar gezag. Is namelijk een eenzijdige
publiekrechtelijke rechtshandeling. openbaar gezag wordt dus eenzijdig uitgeoefend. Een BO is geen
rechtspersoon, het openbaar lichaam waarvan een BO deel uit maakt is de rechtspersoon.
BO zijn belast met de behartiging van publieke belangen. Welke belangen wordt bepaald door de
wetgever, die is hiertoe democratisch gelegitimeerd. Als er een BO is hoeft er niet tevens een
bevoegdheid te zijn, sommige voeren namelijk ook alleen feitelijke handelingen uit. de belangrijkste
BO op rijksniveau zijn de regering, de ministerraad, de ministers en staatssecretarissen. Op
provinciaal niveau vormen de provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de
Koning de belangrijkste bestuursorganen. Binnen de gemeente (123 lid 1 Gw) zijn het de
gemeenteraad, college van B en W en de burgemeester. Waterschappen (133 lid 1 Gw) kennen BO in
de gedaante van een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Openbare lichamen
zijn een bepaald soort rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld. Het CBR (art. 4z lid 1
wegenverkeerswet) of UWV heeft bv ook rechtspersoonlijkheid en is daarmee ook een
bestuursorgaan art. 2:1 lid 2 BW. die is een rechtspersoon sui generis. Dit zijn dan ook
rechtspersonen die uit het burgerlijk wetboek volgen, dit is belangrijk want hierdoor is de
rechtspersoon aansprakelijk en niet de natuurlijke persoon zelf. Art. 1:1 lid 4 Awb
vermogensrechtelijke gevolgen worden aan rechtspersoon toegerekend. Rechtspersonen worden
vertegenwoordigd door BO. Zo art. 171 lid 1 Gemw vertegenwoordigd burgemeester de gemeente
naar buiten toe bv bij sluiten OVK en beslist het college over sluiten van overeenkomsten. Dit geldt
alleen voor privaatrechtelijke dingen. Als hij bv vergunning verleent dan doet hij dat niet vanuit
rechtspersoon, maar uit eigen publiekrechtelijke verantwoordelijkheid.
De a organen worden op basis van een organisatiecriterium aangemerkt als bestuursorganen. Het
gaat hier om elk orgaan dat kan worden aangemerkt als een orgaan van een rechtspersoon die
krachtens publiekrecht is ingesteld. Bv de gemeente is een rechtspersoon die is ingesteld krachtens
publiekrecht art. 123 lid 1 Gw. is ook orgaan art. 6 Gemw. Rechtspersonen ingesteld krachtens
publiekrecht: de gemeenteraad, het college, de burgemeester, commissies, secretaris en griffier. De
kiesraad is ook a orgaan van Staat of kadaster.
Bij b organen gaat het om categorie van BO die met enig openbaar gezag zijn bekleed. Zijn organen
die beschikken over bestuursbevoegdheid en besluiten kunnen nemen bv AFM of de Nederlandse
bank. Een B orgaan is alleen een bestuursorgaan als hij de bevoegdheid aan het uitoefenen is. in art.
1:1 worden nog uitzonderingen genoemd van organen die geen bestuursorganen zijn.
Zelfstandig bestuursorgaan (zbo): is niet ondergeschikt aan een bewindspersoon en behoort dus niet
tot de organisatie van een ministerie. In art. 1 aanhef onder a Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen geeft een definitie. Het moet gaan om een orgaan dat over bestuursbevoegdheid
beschikt en dat tot de centrale overheid behoort. En is geen sprake van hiërarchie. Bv a orgaan:
UWV, b orgaan dat is het dus privaatrechtelijk ingesteld bv AFM. Gedeconcentreerde
bestuursorganen moeten van zbo’s worden onderscheiden. Daar is sprake van als aan een