Samenvatting hoofdstuk 5 werkloosheid
De werkeloosheidswet (WW) is de belangrijkste wet die de gevolgen van het werkeloos
worden verzachten. Hij heeft als doel om het verlies aan inkomen van degene die werkloos
is geworden te verzachten. De WW wordt uitgevoerd door het UWV.
Iemand kan een WW- uitkering ontvangen als) hier recht op bestaat, hier bestaan 4 eisen
voor:
-Iemand moet een werknemer zijn, dit is het geval als iemand een arbeidsovereenkomst
heeft of een ambtelijke aanstelling. Ook moet diegene in loondienst zijn (een zelfstandige is
dus niet verzekerd) (art. 3 WW)
- Hij/ zij moet dan ook werkloos zijn, WERKLOOS = ARBEIDSURENVERLIES +
BESCHIKBAARHEID, 5 uur of de helft van de arbeidsuren verlies + je moet je beschikbaar
stellen voor werk (art.16 WW)
-De werkloze moet aan de referte-eis voldoen, in een periode van 36 weken, direct
voorafgaand aan de eerste werloosheidsdag moet de werknemer in 26 weken arbeid hebben
verricht. Ziekte wordt niet in aanmerking genomen de eerste 13 weken, na deze 13 weken
moet hij/ zij een beroep doen op de ZW. (art.17 WW)
-Er mag geen sprake zijn van een uitsluitingsgrond (art. 19 WW)
Fictieve opzegtermijn
Er kan sprake zijn van een uitsluitingsgrond en dan kan de uitkering later ingaan.
Verschillende situaties:
1. De werkgever hanteert na het verkrijgen van de ontslagvergunning na instemming
van de werkgever en het goede in acht genomen opzegtermijn. In dit geval heeft de
werkgever aansluitend na zijn dienstverband recht op WW (als hij aan de 4
voorwaarden van hierboven voldoet).
2. Hier hanteert de werkgever niet de goede opzegtermijn na verkrijging en instemming
van het dienstverband. Nu is er sprake van een uitsluitingsgrond art. 19 lid 3 WW. De
werknemer kan in dit geval zijn werkgever aanspreken 7:672 lid 10 BW, of de tijd
overbruggen met de vergoeding die hij misschien gekregen heeft.
3. Hierbij gaat het om ontbinding van de overeenkomst > hierbij moet er namelijk
rekening gehouden worden met de juiste opzegtermijn. Als de werknemer een
beëindigingsvergoeding of transitievergoeding meekrijgt, dan is deze niet van invloed
op de hoogte en duur van de WW- uitkering. Gelijk na de dienstverband recht op WW
4. De belangrijkste situatie is als er opgezegd is met wederzijds goedvinden. Op deze
manier kunnen de partijen namelijk in een korte periode de arbeidsovereenkomst
beëindigen, hierbij houden zij geen rekening met de opzegtermijn. Hierbij is er dan
sprake van een fictieve opzegtermijn = de wetgever doet alsof er sprake is van een
opzegtermijn > er is dan geen recht op WW omdat er sprake is van een
uitsluitingsgrond. De WW gaat pas in na afloop van de opzegtermijn.
Voorbeeld: op 28-9 (dus op 1-10 einde dienstverband) wordt de vaststellingsovereenkomst
getekend, er is een opzegtermijn van 2 maanden. 28-11 zijn de 2 maanden voorbij, 1
december is de uitsluitingsgrond dus verstreken.
Beeidingsgronden Art. 20 WW:
VB. ZW- uitkering, gepensioneerd of gedetineerd of langer dan 4 weken op vakantie. Een
voor de hand liggende situatie is wanneer de werknemer een nieuw baan krijgt waarbij hij
meer dan 87,5% van het maandloon krijgt van wat hij bij zijn eerdere baan kreeg. Wordt hij/
zij dan opnieuw werkloos en heeft hij/ zij ten minste 26 weken gewerkt > nieuw WW recht
opgebouwd, is dit minder dan 26 weken, dan herleefd zijn/ haar oude WW-recht.
, Duur en hoogte WW-uitkering
Duur > art. 42 WW
Ten minste 3 maanden en ten hoogste 24 maanden. Dit kan worden verlengd met het
arbeidsverleden art. 42 lid 2. Hierbij moet je naar het volgende kijken:
- Arbeidsverleden eis > afgelopen 5 jaar in 4 jaar ten minste 52 dagen loon hebben
ontvangen (tot 2013) of 208 uur per jaar gewerkt hebben (vanaf 2013)
-Ook als je ziek bent maar je ontvangt wel loon, dan wordt dit gewoon meegeteld in de 4 uit 5
eis.
- berekening arbeidsverleden = FEITELIJK ARBEIDSVERLEDEN + FICTIEF
ARBEIDSVERLEDEN
Feitelijk = het aantal jaren waarin de werknemer per jaar over min. 52 dagen of 208 uren
loon heeft ontvangen vanaf 1998 tot en met het jaar voorafgaan aan het jaar waarin de
eerste werkloosheid dag is gelegen. Art. 42 lid 6 onder a en b WW
Fictief = jaren voor 1998 rekenend vanaf het jaar waarin de werknemer 18 jaar oud werd.
(Iemand die in 1980 e.v. werd geboren heeft dus geen fictief arbeidsverleden)
Voor een goed voorbeeld van de totale berekening > blz. 209
Hoogte > art. 47 WW
De eerste 2 maanden is de uitkering 75% van het maandloon (het maandloon is 21,75 keer
het dagloon), vanaf de derde maand is dit 70%. Hiervan wordt 8% voor vakantietoeslag
gereserveerd. Voor een voorbeeld blz. 211
Inkomsten naast WW > als de werkloze werk vindt dan wordt de uitkering aangepast. > 0,75
x (A-B)
A = maandloon
B = inkomen in een kalendermaand
vb. een werknemer heeft 2000 euro maandloon, na 2 maanden is de uitkering 1400 euro
(want 75%). Hij vindt een nieuwe baan waarmee hij 800 euro verdiend, de uitkering wordt
dan: 0,70 x (2000 -800) = 840 > 840 van de uitkering + 800 loon = 1640, hij gaat er dus op
vooruit.
Verdiend de werknemer meer dan 87,5% van het maandloon > stopt de uitkering
Geldend maken van het recht art. 24 WW
voldoet de werknemer aan de voorwaarden dan betekent dit nog niet dat hij de uitkering
krijgt. Er moet namelijk ook voldaan worden aan een aantal verplichtingen.
1. Lid 2: Verwijtbaar ontslag voorkomen > hierbij gaat het eigenlijk om 2 situaties: de
werknemer mag niet ontslagen worden wegens dringende redenen (ontslag op staande voet
door diefstal, dreiging enz.) en de werknemer mag niet zelf ontslag nemen of op verzoek van
hemzelf.
- Zijn er bedrijfseconomische redenen voor ontslag en jij als werknemer stemt in met het
voorstel dan wordt dit niet gezien als verwijtbaar. Daarbij komt ook dat je mag meewerken
aan je ontslag (door een goed voorstel bijvoorbeeld te aanvaarden) en toch is het dan niet
verwijtbaar.
2. Lid 5: Benadelingshandeling > een werknemer mag het UWV niet benadelen door onnodig
vroeg een beroep doen op de WW
3. Passend werk > de werknemer moet zich inspannen om passend werk te verkrijgen of te
behouden. Over het algemeen, 6 maanden te zoeken naar een baan waarbij je 70% van het
vroegere werk kan verdienen met max reistijd van 2 uur. Na die 6 maanden is dit anders en
is al het werk passend en mag je hier max 3 uur voor reizen
- hierbij hoort sollicitatieplicht waarbij je in 4 weken ten minste 4 keer solliciteert
- als je uiteindelijk een baan hebt moet je er ook voor zorgen dat je deze houdt.
-ook het weigeren van contractverlenging kan leiden tot verwijtbare werkloosheid, tenzij de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper karenvandekleut. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.