Straf(proces)recht begrepen samenvatting
Hoofdstuk 3
3. Materieel strafrecht: opzet en schuld
3.2 Opzet (dolus)
Dader is zich bewust van zijn handeling en heeft dit gewild.
Als het gaat over opzet zijn er drie gradaties;
1. ‘oogmerk’
2. ‘opzet bij zekerheidsbewustzijn’
3. ‘voorwaardelijke opzet’
3.2.1 oogmerk
Zwaarste schuldvorm van het Nederlandse strafrecht.
De dader handelt willens en wetens om een doel te bereiken.
3.2.2. opzet bij zekerheidsbewustzijn
Handelen met bepaald gevolg, hoewel dat gevolg niet je oorspronkelijke bedoeling
was.
3.2.3. voorwaardelijk opzet
Situatie waarin iemand kon inzien dat het gevolg dat hij niet beoogde, wel zou
kunnen intreden, en hij desondanks toch zijn handeling voortzette. Onverschillig, het
laat je koud.
Pistool-arrest
Verdachte slaat iemand met een pistool op zijn hoofd. In de worsteling die daarna
ontstaat wordt er nogmaals geslagen met het pistool. Uiteindelijk wordt er met het
pistool geschoten met een dodelijke verwoning tot gevolg. Verdachte geeft aan niet te
weten dat het pistool was geladen.
Voorwaardelijke opzet: willens en wetens aanmerkelijke kans aanvaarden
onverschilligheid met betrekking tot het gevolg.
3.3 Schuld (culpa)
Centraal: zeker nalatigheid/onvoorzichtigheid.
3.3.1. Wat is schuld?
Garantenstellung: als er een hogere maatstaaf van gemiddelde voorzichtigheid en
oplettendheid wordt verwacht.
Als het gaat over schuld zijn er drie gradaties;
1. bewuste schuld
2. onbewuste schuld
3. schuld in roekeloosheid
3.3.2. Bewuste schuld
De dader heeft wel stilgestaan bij de mogelijkheid dat zijn handeling tot een bepaald
gevolg kon leiden, maar heeft vervolgens te optimistisch gehandeld bij het inschatten
van de daadwerkelijke gevaren.
Bewuste schuld versus voorwaardelijke opzet
Bij voorwaardelijke opzet interesseert de dader zich niet voor de uiteindelijke afloop.
Bij bewuste schuld rekent de dader, te naïef, erop dat zijn handeling goed zal
aflopen. Optimistisch
3.3.3. Onbewuste schuld
De dader heeft niet stilgestaan bij de mogelijkheid dat een handeling tot bepaalde
gevolgen kan leiden, terwijl we daar wel aan hadden behoren te denken. lichtste
vorm van schuld. Nalatig en onvoorzichtig.
Betrokkene had moeten nadenken, de gedraging was op enig moment vermijdbaar.
Betrokkene had in de gegeven situatie anders kunnen handelen, gedrag is op enig
moment verwijtbaar.
Bewuste schuld versus onbewuste schuld
, De onbewuste schuld verschilt in die zin van de bewuste schuld dat men bij de
onbewuste schuld nooit heeft nagedacht over de mogelijkheid van het intreden van
bepaalde gevolgen, waar men wel had behoren na te denken.
Bij de bewuste schuld heb je wel stilgestaan bij de mogelijkheid van het intreden van
bepaalde gevolgen, maar heb je te naïef erop gerekend dat deze gevolgen niet
zouden intreden.
3.3.4. Schuld in roekeloosheid
Verzwarende vorm van schuld.
Gaat om gevallen waarin sprake is van zeer onvoorzichtig gedrag waarbij welbewust
en met ernstige gevolgen onaanvaardbare risico’s zijn genomen. Zeer ernstig gebrek
aan zorgvuldigheid.
Culpoze delicten: delicten waarin schuld in de zin van bewuste of onbewuste schuld
is vereist voor strafbaarheid.
3.4 Culpa in causa
Wanneer iemand door eigen nalatig handelen een situatie heeft veroorzaakt en
vervolgens een beroep doet op een schulduitsluitingsgrond.
Voorwaarden voor culpa in causa;
1. De dader moet verwijtbaar hebben gehandeld; en
2. De handeling moet vermijdbaar zijn geweest.
Straf(proces)recht begrepen samenvatting
Hoofdstuk 5
5. Materieel strafrecht: inperking strafbaarheid (strafuitsluitingsgronden)
De vier voorwaarden voor strafbaarheid:
1. een menselijke gedraging, die
2. valt onder een delictsomschrijving, waarbij
3. de gedraging wederechtelijk en,
4. aan de schuld van de verdachte te wijten moet zijn.
5.2 Strafuitsluitingsgronden
Een rechtvaardigingsgrond neemt de ‘wederrechtelijkheid’ van het gedrag weg.
De daad is niet strafbaar.
Een schulduitsluitingsgrond neem de ‘schuld’ van de verdachte weg.
De dader is niet strafbaar.
Een succesvol beroep op een van die beide leidt ertoe dat er van strafbaarheid geen sprake
is.
De geschreven rechtvaardigingsgronden zijn;
1. de rechtvaardigende noodtoestand (overmacht) art. 40 Sr.
2. de noodweer art 41 lid 1 Sr.
3. het wettelijke voorschrift art 42 lid 1 Sr.
4. het bevoegd gegeven ambtelijk bevel art. 43 lid 1 Sr.
De geschreven uitsluitingsgronden zijn:
1. de ontoerekeningsvatbaarheid art. 39 Sr.
2. de schulduitsluitende noodtoestand (psychische overmacht) art 40 Sr.
3. het noodweerexces art. 41 lid 2 Sr.
4. het onbevoegd gegeven ambtelijk bevel art 43 lid 2 Sr.
De ongeschreven rechtvaardigingsgrond ontbreken materiële wederrechtelijkheid
De ongeschreven schulduitsluitingsgrond afwezigheid van alle schuld (AVAS)
5.3 Rechtvaardigingsgronden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper karenvandekleut. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.