ARTIKEL 1: MICHAEL E. PORTER
Economische geografie in een tijd van globale competitie bevat een paradox. De
locatie is minder belangrijk geworden door globalisering, productiefactoren zijn
overal beschikbaar en kunnen worden uitgewisseld. Het bedrijf zit steeds minder
vaak dichtbij de afzetmarkt. Terwijl de economische geografie juist in gaat op het
belang van de regio en de locatie.
Clusters kunnen zorgen voor onverwacht, competitief succes. Clusters zijn
geografische concentraties van onderling verbonden bedrijven, gespecialiseerde
(toe)leveranciers, service bedrijven, bedrijven in vergelijkbare industrieën en
geassocieerde instituties (universiteiten, handelsverdragen, etc. die zorgen voor
informatie, onderzoeken, training, opleiding) die in een bepaald gebied zowel
samenwerken als concurreren. Ze spelen een belangrijke rol in de mondiale
economie.
Vroeger werd er vooral binnen het bedrijf gezocht naar competitieve voordelen,
tegenwoordig met meer aandacht voor clusters en het samenwerken met andere
bedrijven wordt hier vooral naar gezocht buiten het bedrijf. De staat moet zich
niet zozeer richten op macroeconomisch beleid, maar juist op microeconomisch
beleid met veel aandacht voor clusters. Clusters zijn een magneet voor het
aantrekken van andere bedrijven, FDI's, zorgen voor veel export en zorgen
tevens voor onderlinge gesprekken (dialogen) met scholen, universiteiten, etc.
De geografische scope van een cluster wordt bepaald door de afstand waarover
informatie, transacties etc. plaatsvinden. Bij het bepalen van de grenzen moet
worden gekeken naar de bedrijven die het meest van belang zijn in de
desbetreffende sector.
Clusters worden te breed beschouwd zodra je spreekt over een opeenhoping van
productie, services, consumentengoederen of ‘high tech’.
Clusters vormen zich in veel soorten industrieën. Ook op kleine schaal,
bijvoorbeeld tussen restaurants, autodealers en antiquariaten (wier? I laik all dit,
my husbant is antiker). Clusters vinden plaats op alle schalen en zowel in rurale
als in urbane gebieden. Clusters vinden tevens niet alleen plaats in ontwikkelde
landen, maar ook in ontwikkelingslanden. Daarbij moet wel worden gezegd dat
de clusters in ontwikkelde landen een stuk ‘verder’ zijn.
Sommige clusters blijven onzichtbaar doordat ze begraven worden door allerlei
overlappende industrieën. Het trekken van grenzen rond clusters gebeurt vaak
niet goed. De grenzen van clusters worden vaak getrokken conform standaard,
industriële classificatie systemen. Waardoor vele belangrijke actoren en aan
elkaar gelinkte industrieën over het hoofd worden gezien. Grenzen veranderen
vaak doordat er bijvoorbeeld nieuwe bedrijven aan een cluster worden
toegevoegd doordat er technologische en markt ontwikkelingen plaatsvinden
De juiste beschrijving voor een cluster kan verschillen op verschillende locaties,
afhankelijk van de segmenten waarin de deelnemende bedrijven concurreren en
de strategieën die ze gebruiken.
Een cluster valt als analyse eenheid beter samen met de natuur van competitie
en geschikte rollen van de overheid dan traditionele industriële categorieën.
Clusters, meer dan traditionele industriële categorieën, bevatten belangrijke
,verbindingen, aanvullingen en ‘spill overs’ in termen van technologie,
vaardigheden, informatie, marketing en consumentenwensen wat dwars door
firma’s en industrieën loopt.
Een beperkte industriële sector richt zich vooral op het zoveel mogelijk beperken
van de competitie tussen de bedrijven in de sector, een cluster richt zich juist op
het versterken van onderlinge competitie.
De locatie/het cluster kan invloed hebben op de productiviteit en de groei van
deze productiviteit binnen een bepaalde sector. Op deze manier worden de
competitieve voordelen van de sector verbeterd. Hierbij speelt de mate van
technologie binnen een belangrijke rol, omdat dit veel invloed heeft op de
competitiviteit van een bedrijf (high tech, low tech).
De bekwaamheid van bedrijven waarmee ze concurreren wordt enerzijds
bepaald door in hoeverre ze de beste productieprocessen, technologie en
management hebben en anderzijds door de strategieën die een bedrijf heeft.
Hierbij valt te denken aan het concurreren op differentiatie ipv. Alleen kosten,
maar ook aan de mogelijkheden om service te bieden en de manieren die worden
gebruikt om internationaal producten te verkopen.
Sommige aspecten van de ‘business environment’ gaan dwars door alle
industrieën, denk aan belastingen etc. Deze aspecten zorgen er voor dat
ontwikkelingslanden gunstige vestigingsfactoren zijn. Echter de meer beslissende
factoren voor een locatie voor een goede concurrentiepositie is cluster specifiek.
Zie figuur 2 (diamond)
Parallelle verbeteringen in de bekwaamheid van bedrijfsoperaties en de kwaliteit
van de diamant (figuur 2) leveren de micro-economische grondslag voor
economische ontwikkeling.
In economieen met lage productie is vaak de import de grootste concurrent, niet
andere bedrijfjes in dat land. Wil een land naar een geavanceerde economie
overstappen dan moet rivaliteit verschoven worden van lage lonen naar lage
totale kosten (upgrading efficiëntie) – Ook moet de rivaliteit versterkt worden
door productdifferentiatie. Competitie moet verschuiven van imitatie naar
innovatie en van lage investeringen naar hoge investeringen (en niet alleen in
tastbare zaken maar ook in ontastbare zaken zoals skills en technologie. Clusters,
die nodig zullen zijn, spelen een volledige rol in deze transities en zijn eigenlijk de
uitkomst van de Competitive Diamond
Ontwikkeling van rivaliteit/competitie (Competitive Diamond)
Van Naar
Imitatie Innovatie
Lage kwaliteit producten en Hoge kwaliteit producten en
diensten diensten
Laag investeringsniveau Hoog investeringsniveau (ook in
Lage lonen ontastbare zaken)
Lage totale kosten (verhogen
efficiëntie van productieproces,
specialiseren in bepaald
product)
Differentiatie
Gericht op locale markten
, (clusters)
Rivaliteit wordt door veel zaken in de ‘business environment’ beïnvloed:
kartelvorming, corruptie, belastingen, wil om te investeren, arbeidsmarkt,
gevoerde beleid in het gebied
De aanwezigheid van goed ontwikkelde clusters zorgen voor krachtige voordelen
voor de productiviteit en de capaciteit om te innoveren die niet goed te matchen
vallen bij firma’s elders. Locale clusters hebben dus veel invloed op de nationale
economie.
Clusters tasten competitie op 3 (ruime) manieren aan die alle 3 de diamant
reflecteren en versterken:
- Toename van de huidige productiviteit.
- Toename van innovatiecapaciteit en productiviteitsgroei.
- Cluster uitbreiding door nieuwe bedrijfsformaties.
Veel clustervoordelen komen door externe economieën of spil overs onder
bedrijven, industrieën en instituties.
De bovengenoemde drie invloeden van clusters op competitie is afhankelijk van
persoonlijke relaties, face-to-face communicatie en netwerken van individuelen
en instituties die ‘meedoen’. Hoewel de aanwezigheid van een cluster relaties
eerder mogelijk maakt zich te ontwikkelen (en effectief te worden) zijn ze verre
van automatisch, Formele en informele organisatie mechanismen en culturele
normen spelen vaak een rol in het functioneren en ontwikkelen van clusters.
Toename van de huidige productiviteit.
- Toegang tot gespecialiseerde invoer en werknemers binnen het cluster zelf.
Hierdoor stijgt de vraag naar deze input en zal het aanbod uiteindelijk ook
stijgen
- Toegang tot informatie. Deze is gespecialiseerd op de cluster en de
consumenten zelf, kan makkelijk verkregen worden op lage kosten
waardoor de productiviteit stijgt. Zo kunnen de producten op de
consumenten worden afgestemd. Nabijheid en de relaties tussen bedrijven
binnen het cluster is hierbij van belang.
- Complementariteit tussen deelnemers van cluster
a. Aanvullende producten voor de koper (denk bij toerisme aan hotels EN
transport)
b. Complementariteit van marketing (uitdragen van locaal imago,
consumenten durven dan eerder risico's te nemen)
c. Complementariteit door een goede afstemming van activiteiten tussen
clusterleden.
- Toegang tot instituties en publieke goederen met lage kosten
a. Informatie, opgebouwd in een cluster, kan gezien worden als quasi-
publiek goed, doorde sterke betrokkenheid van de bedrijven.
b. Privé investeringen (in publieke goederen) kunnen voordelig zijn voor
het gehele cluster.
- Prikkels en prestatiemeting
a. Competitieve druk die ontstaat doordat bedrijven constant worden
geconfronteerd met de concurrent (fysieke aanwezigheid concurrent)