Hoofdstuk 3, klimaat en landschapszones | Mirte Mulder V4Tb
Paragraaf 1, Leven in een broeikas
De inkomende straling van de zon
De zon stuurt veel kortgolvige straling naar de aarde, dit kun je
gedeeltelijk zien als zichtbaar licht. Niet alle binnenkomende
kortgolvige straling komt door de atmosfeer heen:
Ruwweg 20% van de straling wordt door stoffen in de
atmosfeer opgenomen. De ozonlaag absorbeert een
deel van de voor mens en dier schadelijke ultraviolette
straling. Tijdens het omzettingsproces van de aanmaak
van ozon wordt ultraviolette straling omgezet in
warmte.
Ongeveer 25% van de kortgolvige straling wordt door
wolken en allerlei vaste deeltjes die in de lucht zitten,
teruggekaatst naar de ruimte. Deze reflectie is ook op
het aardoppervlak zelf, vooral bij een lage invalshoek
van de zon en bij een lichte kleur van het aardoppervlak (5%).
Er wordt ook 50% van de straling door het aardoppervlak geabsorbeerd, met opwarming van
het aardoppervlak tot gevolg.
Uitgaande straling van de aarde
De atmosfeer absorbeert 90% van de langgolvige straling van de aarde en wordt erdoor verwarmd.
Bij de opwarming spelen de gassen als waterdamp (H 2O), kooldioxide (CO2) en methaan (CH4) een
belangrijke rol. De opwarming van de atmosfeer door absorptie wordt het broeikaseffect genoemd.
Hierbij kan de zonnestraling makkelijk binnenkomen, maar de warmte kan er moeilijk weer uit. De
mens versterkt het broeikaseffect en daardoor wordt de aarde minder leefbaar.
Stralingsoverschot en stralingstekort
Het saldo van alle inkomende en uitgaande straling op een bepaalde plaats noem je de
stralingsbalans. De invalshoek van de straling van de zon is belangrijk voor het positieve
(stralingsoverschot) en negatieve (stralingstekort) saldo. Op lage breedten (de tropen) leidt de hoge
stand van de zon het hele jaar tot een hoge stralingsdichtheid. Op hoge breedten light de
stralingsdichtheid gemiddeld duidelijk lager.
De energie-uitwisseling zorgt ervoor dat er een energiebalans is op aarde. De energie van de
overschotgebieden gaat naar de tekortgebieden en andersom. De luchtbewegingen op aarde, de
zeestromen en de kringloop van het water spelen hier een grote rol in.
Paragraaf 2, Warmtetransport door de atmosfeer
Het ontstaan van atmosferische circulatie
Voor het ontstaan van atmosferische circulatie moeten aan het
aardoppervlak verschillen in temperatuur aanwezig zijn. Dit leidt tot
verschillen in opwarming van lucht en verschillen in luchtdruk.
In een warm gebied zet de lucht door opwarming uit en wordt daardoor
minder dicht. In het koudere gebied is de lucht dichter en ontstaat een soort
luchtdal. Op flinke hoogte zal de lucht nu van het gebied van de luchtberg
(lage druk) naar het gebied van het luchtdal (hoge druk) stromen. Boven het
koude gebied aan het aardoppervlak is nu meer lucht en daardoor ontstaat
een hogeluchtdrukgebied. Boven het warme gebied aan het aardoppervlak
is juist minder lucht en daardoor een lageluchtdrukgebied.
Drie circulatiecellen per halfrond
1
, Hoofdstuk 3, klimaat en landschapszones | Mirte Mulder V4Tb
Het corioliseffect is een soort afbuigende kracht die ervoor zorgt dat de wind niet in een rechte lijn
van hoge naar lage druk waait.
Halverwege de negentiende eeuw formuleerde de Nederlander Buys Ballot dit in een wet. Volgens
de wet van Buys Ballot geldt: ‘Met de wind in de rug ondervindt een wind op het noordelijk halfrond
een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.’ De atmosferische
circulatie op wereldschaal kent op elk halfrond drie circulatiecellen: de hadleycel, de polaire cel en de
ferrelcel.
Hadleycel
In de hadleycel (tussen 0o en 35o) stijgt de lucht bij de evenaar door verhitting op. De wind wil in de
bovenlucht naar de pool, maar komt rond de 35 o niet verder
noordelijk. Omdat er wel continu lucht toestroomt, kan de lucht
alleen maar dalen en weer terugstromen naar de evenaar.
Polaire cel
De polaire cel (tussen 60o en 90o) is zwakker dan de hadleycel. Hij
wordt aan het aardoppervlak gedomineerd door zware koude
lucht. Deze luchtbeweging buigt ook af naar rechts, waardoor hij
niet ver zuidelijk komt. De lucht moet stijgen en stroomt in de lucht
terug naar de pool.
Ferrelcel
De ferrelcel (tussen 35o en 60o) wordt aan het aardoppervlak gedomineerd door westenwinden. Deze
warme lucht botst rond de 60o met koude lucht vanaf de poolgebieden. De warme lucht wordt door
de zwaardere koude lucht gedwongen op te stijgen. Door de opstijging is er rond 60 o meestal een
lage druk (een depressie).
De eigenschappen van hoge- en lagedrukgebieden
Door verschillen in temperatuur tussen zee en land komen er aan het aardoppervlak kernen van lage
of hoge luchtdruk voor:
In kernen van lage luchtdruk stijgt de lucht. De oorzaak is opwarming van lucht of botsing
van luchtsoorten. Doordat de lucht van alle kanten naar het lagedrukgebied toestroomt kan
de lucht alleen nog omhoog, waardoor de lucht afkoelt en condenseert (wolken/regen). De
draaiende beweging gaat tegen de klok in.
In kernen van hoge luchtdruk daalt de lucht. Dit komt door
de lucht die naar alle richtingen wegstroomt, waardoor de
lucht warmer wordt en ook steeds droger en onbewolkt.
De circulatie gaat met de klok mee.
Energietransport door de hydrologische kringloop
Twee manieren van energietransport in de hydrologische
kringloop:
Er is op aarde een continue stroming van water tussen
reservoirs. De verblijftijd van het water verschilt, in de oceaan is het langer dan in de
atmosfeer.
Het water op aarde gaat regelmatig van de ene toestand over in de andere. Bij al die
overgangen wordt energie opgeslagen of komt energie vrij.
Paragraaf 3, luchtcirculaties
De luchtcirculatie op lage breedten
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mirte5. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.