Paragraaf 1, Het wereldvoedselvraagstuk
Voedselzekerheid
Belangrijke factoren die aan de wereldwijde productie van voedsel bijdragen zijn schaalvergroting,
mechanisering, irrigatie, kruising en selectie van gewassen en het gebruik van kunstmest,
bestrijdingsmiddelen, krachtvoer en antibiotica. De productiviteit (per persoon, hectare en dier) in
de landbouw en veeteelt nam hierdoor toe. Volgens een definitie van de Food and Agriculture
Organization of the United Nations (FAO) is er voedselzekerheid als iedereen op elk moment fysiek
en economisch toegang heeft tot voldoende voedsel. Fysieke toegang tot voldoende voedsel is voor
veel mensen een probleem vanwege bijvoorbeeld oorlog, een slechte infrastructuur of een droog
klimaat. Economische toegang is voor een grotere groep niet weggelegd, veel mensen hebben te
weinig inkomsten om hun voedingsbehoefte te voorzien.
Voldoende voedsel
Het blijkt uit de definitie van voedselzekerheid dat het bij ‘voldoende voedsel’ om meerdere
aspecten gaat:
Het voedsel moet genoeg energie leveren.
Het voedsel moet genoeg voedingsstoffen bevatten. Voedingsstoffen zijn nodig voor de
opbouw en reparatie van het lichaam, de energievoorziening en de stofwisseling.
De voedselveiligheid moet goed zijn. Bedreigingen voor de veiligheid zijn
bestrijdingsmiddelen of een gebrek aan hygiëne bij de bereiding.
Het voedsel moet aansluiten bij culturele voorkeuren.
Ondervoeding
Mensen die te weinig energie binnenkrijgen om productief en gezond te blijven lijden aan
kwantitatieve honger (kwantitatieve ondervoeding). 98% van deze mensen leeft in
ontwikkelingslanden zoals Afrika en Zuidoost-Azië. Kwantitatieve honger leidt tot ziekte, groei- en
ontwikkelingsachterstanden, lagere onderwijsdeelname en lagere lonen.
Wanneer het voedsel dat mensen consumeren te weinig voedingsstoffen bevat is er sprake van
kwalitatieve honger (kwalitatieve ondervoeding). Door deze vorm van ondervoeding kunnen
mensen bijvoorbeeld een ijzertekort of jodiumtekort krijgen.
Voedselzekerheid verbeteren
Tussen 1990 en 2015 hebben, onder anderen, overheden en internationale organisaties het aandeel
van de wereldbevolking dat hongerlijdt bijna gehalveerd. Het wereldvoedselvraagstuk is toch nog
niet opgelost. In de toekomst moeten meer mensen gevoed worden aangezien de wereldbevolking
toeneemt. Deze mensen consumeren waarschijnlijk ook meer voedsel omdat ze meer welvaart
kennen.
Paragraaf 2, De economische wereldorde
De koloniale erfenis
In de koloniale tijd gebruikten de Europese overheersers hun koloniën voornamelijk als wingewest
voor mijnbouwproducten en agrarische producten. De beste landbouwgronden werden gebruikt als
plantage en de inheemse bevolking werd naar minder geschikte gebieden gestuurd. Vanaf de
industriële revolutie zorgden de koloniën voor producten die in het Westen tot industrieproducten
werden gemaakt. Dit zorgde voor een taakverdeling met minder ontwikkelde landen die
grondstoffen leverden en de westerse landen die industrieproducten leverden.
De ontwikkeling in het Westen ging ten koste van de koloniën, waardoor de moederlanden het
centrum werden en de koloniën de periferie. Op de plantages vindt vooral exportgeoriënteerde
landbouw plaats, wat ten koste gaat van de binnenlandse voedselproductie. Daarnaast hebben de
koloniën zelf vaak weinig winst en de mogelijkheden voor landen om zich te ontwikkelen verkleinen.
De rol van economische globalisering (!)
Door de globalisering zijn er in de wereld grote transportstromen van handelsgewassen. Het gaat
dan niet alleen om voedselgewassen, maar ook om landbouwproducten waar genotmiddelen van
gemaakt worden. Veel gewassen groeien in een specifiek klimaat. Dit is waarom handelsstromen van
gewassen zijn ontstaan. Door de grote daling in vervoerskosten kunnen landen beter gebruik maken
van hun comparatieve voordelen. Deze voordelen zijn omstandigheden die ervoor zorgen dat een
land bepaalde producten beter en goedkoper kan produceren dan andere landen. De
omstandigheden zijn naast het klimaat de aanwezige kennis, het loonpeil en de kwaliteit van
infrastructuur. Bij regionale specialisatie (!) concentreren landen zich op de productie van goederen
en/of de levering van diensten waarvoor de meest comparatieve voordelen gelden. De prijzen voor
agrarische producten vergeleken met industrieproducten zijn laag. De landen in periferie kunnen
hierdoor weinig kapitaal opbouwen. Bij geglobaliseerde landbouw vindt de productie, verwerking,
distributie en verkoop van gewassen plaats in een wereldwijd netwerk. Multinationale
ondernemingen maken strategische keuzes over productielocaties, daarnaast bepalen ze de lonen
voor de boeren en de prijzen voor de consumenten. Perifere landen ondervinden hiervan het nadeel
dat ze lage prijzen voor hun gewassen ontvangen.
De rol van beschermingsmaatregelen
Door de huivering om de agrarische sector aan de vrije markt over te laten is een handelspolitiek
ontstaan die gebaseerd is op protectionisme. Dit betekent dat landen de binnenlandse
voedselproductie en de inkomens van de boeren in bescherming nemen. Om dit te bereiken worden
importheffingen en landbouwsubsidies ingezet. Importheffingen belemmeren de import van
concurrerende producten en subsidies ondersteunen de inkomens van boeren. De EU-subsidies
bestaan tegenwoordig uit een basisbedrag, premies als aan bepaalde productievoorwaarden wordt
voldaan, garantstellingen voor bedrijfsleningen en tegemoetkomingen in onkosten.
De kleine winstmarges in de landbouw leiden ertoe dat boeren in centrumlanden grote
hoeveelheden produceren, vaak meer dan wat de binnenlandse markt nodig heeft. Er is hierdoor
vaak sprake van dumping, waarin voedsel voor extreem lage prijzen wordt aangeboden. Voor landen
in periferie betekent dit goedkope import. Dit is goed voor voedselvoorziening, maar nadelig voor de
binnenlandse voedselproductie omdat de lokale boeren niet kunnen concurreren met de lage
prijzen. Als de prijzen op de wereldmarkt stijgen, ontstaan er in deze landen voedseltekorten.
Paragraaf 3, Een verdelingsvraagstuk
Ongelijke productie
In perifere landen wordt per hectare maar weinig voedsel geproduceerd. Het kernprobleem hiervan
is de armoede. Een groot deel van de plattelandsbevolking in de periferie is voor de
voedselvoorziening afhankelijk van traditionele landbouw. De boeren hebben weinig kennis en
middelen om efficiënter en grootschaliger te produceren, waardoor er nauwelijks overschotten zijn
om op de markt te verkopen en er is daardoor weinig geld om voedsel te kopen als de oogst
tegenvalt. Daarnaast worden er weliswaar genoeg kilocalorieën geproduceerd, maar de
koolhydraten zijn twee keer zo veel dan nodig is. De verdeling van koolhydraten, vetten en eiwitten is
dus niet goed voor een uitgebalanceerd dieet.
Ongelijke consumptie
Er zijn bijna twee miljard volwassenen (40% van volwassenen) die overgewicht hebben. Dit is meestal
een gevolg van te veel en/of ongezond eten en te weinig beweging. Overgewicht is tegenwoordig
ook een probleem in de (semi)periferie, vooral in de stedelijke gebieden. Jaarlijks sterven er meer
mensen aan de gevolgen van overvoeding dan aan voedselgebrek.
Verspilling
Een deel van het voedselverlies vindt plaats tijdens het groeiseizoen en de oogst. Ook gaat er in de
Pagina 2 van 6
(!): lastig/herhalen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mirte5. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.