Sociale Rechtvaardigheid
11/2021
Alle theorie samengevat – reader, weblectures en hoorcolleges
Per week/thema ingedeeld
Inhoudsopgave
Week 1: Opstart...................................................................................................................... 3
Hoorcollege: Sociale Rechtvaardigheid..............................................................................................3
Artikel 1: Justice: concepts and scope................................................................................................5
Week 2: Sociale rechtvaardigheid en mensenrechten.............................................................7
Weblecture: Mensenrechten..............................................................................................................7
Week 3: Mensenrechten en macht..........................................................................................9
Weblecture: Macht.............................................................................................................................9
Weblecture: Mensenrechten als handelingskader...........................................................................10
Artikel 2: Mensenrechten als handelingskader.................................................................................12
Artikel 3: Kritische diversiteitsthema’s: macht en ethiek..................................................................15
Artikel 4: Sociaal werk en het streven naar een rechtvaardige samenleving....................................17
Week 4: Inclusie....................................................................................................................18
Weblecture: Inclusie.........................................................................................................................18
Weblecture: Gelijkheid, diversiteit en sociale rechtvaardigheid; anti-discriminatiepraktijk en sociaal
werk..................................................................................................................................................20
Artikel 5: Steunend relationeel handelen; meedoen en meetellen..................................................21
Week 5: Diversiteit: racisme & gender...................................................................................25
Weblecture: Ras en gender..............................................................................................................25
Artikel 6: Diversiteit en sociaal-cultureel werk.................................................................................26
Artikel 7: Racisme: een brede lading................................................................................................27
Artikel 8: Genderstereotypering.......................................................................................................28
Week 6: Sociaal Kapitaal......................................................................................................30
Weblecture: Sociaal kapitaal............................................................................................................30
Artikel 9: Sociaal kapitaal..................................................................................................................31
Creativiteit en co-creatie........................................................................................................33
Creativiteit als uitdaging sociaal werk..............................................................................................33
Creativiteit: een oriëntatie (H1)....................................................................................................33
Het creatieve proces (H2).............................................................................................................34
De vraagfase (H3).........................................................................................................................35
De verkenningsfase (H4)...............................................................................................................36
De ideefase (H5)...........................................................................................................................38
,De realisatiefase (H6)....................................................................................................................39
Samenvatting fases (terugblikken H2 t/m 6).................................................................................39
Gewoontevorming (H7)................................................................................................................41
Ontwikkelen van creatieve gewoonten (H8).................................................................................42
Co-creatie en dialoog (H11)..........................................................................................................44
,Week 1: Opstart
Hoorcollege: Sociale Rechtvaardigheid
Bronvermelding naar Stanford (2017)
Drie tegenstellingen (vormen) in rechtvaardigheid
1. Conservatieve vs idealistische rechtvaardigheid
Huidige wetgeving, huidige afspraken, huidige verdeling van goederen, diensten,
kansen op werk, inkomen, scholing enz. is goed en houden zo vs het is nu niet
rechtvaardig, het moet veranderen
2. Correctieve vs distributieve rechtvaardigheid
Straffen, corrigeren, opvoeden rechtvaardigheid vs rechtvaardigheid als
verdelingsvraagstuk
3. Procedurele vs substantieve rechtvaardigheid
Procedure, regels, onafhankelijke, consequentie toepassing van regels vs de
uitkomst
Vier elementen van sociale rechtvaardigheid
1. Uitoefenen van (individuele) claims op allerlei goederen, diensten, vrijheden, kansen
2. Liefdadigheid of een afdwingbare verplichting
3. Objectiviteit, onpartijdigheid, consequente toepassing van regels
4. Verantwoordelijkheid nemen
Rechtvaardigheid gaat altijd over meningen, overtuigingen, gevoelens en gaat gepaard
met redenen, argumenten, uitleg
- Altijd moreel geladen = wat jij goed en slecht, eerlijk en oneerlijk, terecht en onterecht
vindt
- Altijd politiek = wie heeft hierin de meeste macht om te bepalen
- Omvang/reikwijdte:
Filosofie, ethiek, juridisch, politiek, maatschappij, economie
Drie manieren van denken over rechtvaardigheid:
1. Egalitarisme heeft gelijkheid als principe van rechtvaardigheid
2. Utilitarisme heeft nut als principe van rechtvaardigheid
3. Deugd(isme) heeft deugd als principe van rechtvaardigheid
3 vormen van egalitarisme:
1) Strikte gelijkheid: iedereen krijgt hetzelfde, alles word eerlijk verdeeld, bijv. bonnen
voor eten, iedereen - evenveel inkomen, zelfde auto, etc.
2) proportionele gelijkheid: mensen krijgen ongelijke behandeling, ongelijke verdeling
van:
toeslagen (huur, zorg, seniorenkorting, studentenkorting)
gehandicaptenparkeerplek
belasting op inkomen
, bijstand zonder of met tegenprestatie?
Is het bieden van voorzieningen voor studenten met dyslexie rechtvaardig?
3) Responsible-sensitive egalitarisme: verantwoordlijkheid en eigenaarschap (agency),
gelijkheidsrechten vereisen agency
1. Competenties hebben om verantwoordelijkheid te nemen voor en te dragen over
jouw vrijheid én die van de anderen
2. Dat je aanspreekbaar bent op jouw handelen
Rechtvaardigheid qua verdeling en behandeling baseren op verantwoordelijkheid
en eigenaarschap
Competenties die nodig zijn: reflectie, zelfreflectie, zelfredzaamheid, conceptuele
vaardigheden, plannen en organiseren, empathie, zelfbeheersing
(emotieregulatie), relativeren, stressbestendigheid, interne attributievaardigheden
Utilitarisme
- Maximaliseren van welvaart, welzijn, geluk voor zoveel mogelijk mensen als doel
- Gaat niet alleen over de meerderheid
- Ten koste van individuen, ten koste van minderheden. Racisme, slavernij, seksisme,
discriminatie, verbieden van homoseksualiteit, armoede etc. kunnen worden goed
gepraat.
Wat is nut voor een mens? Of voor een samenleving? Welvaart, gezondheid,
duurzaamheid, geluk, veiligheid, sociale erkenning, veel geld, waardering of iets
anders?
Hoe kwantificeer je, meet je welzijn? Geluk? BBP?
Deugd(isme)
- Goed gedrag, goede intentie en goede eigenschap van een persoon moeten het
startpunt zijn
- Eerlijkheid, trouw, bescheidenheid, integriteit, betrokkenheid, moed, compassie,
empathie, solidariteit, gezagsgetrouwheid, onzelfzuchtigheid
- Middenweg in uitersten = bijv. tussen liegen en verklikken = eerlijkheid, of overmoed
en lafheid = moed
Wanneer ben je een deugd? Aan welke regels moet je je houden hiervoor?
Discretionaire ruimte?
Rechtvaardigheid conclusies:
1. Rechtvaardigheid bestaat niet in één vorm, er bestaat geen één rechtvaardigheid
2. Rechtvaardigheid gaat over verdelen van goederen en diensten
3. Rechtvaardigheid gaat over hoe gaan we met elkaar om (behandelen)
4. Rechtvaardigheid is iets puur rationeels
5. Rechtvaardigheid is iets sentimenteels
6. Met rechtvaardigheid stel je nooit iedereen tevreden
7. Rechtvaardigheid kan niet bestaan zonder regels (afspraken)
8. Rechtvaardigheid is iets denkbeeldigs, is een fantasie, is nep