Week 1 HC1 - Artikel 1, Janković
Abstract
De lange termijn veranderingen van dynamische risico en beschermende factoren zijn zelden bestudeerd bij
forensisch psychiatrische patiënten. We gebruikten een latente groeicurve analyse om trajecten van risico- en
beschermende factoren in de tijd te onderzoeken bij alle 722 mannelijke forensisch psychiatrische patiënten die
tussen 2004 en 2014 onvoorwaardelijk werden ontslagen uit een van 12 Nederlandse forensisch psychiatrische
centra (FPC's). De studie besloeg de periode van gerechtelijke observatie tot onvoorwaardelijke invrijheidstelling.
Bovendien onderzochten we of deze trajecten verschillen tussen patiënten afhankelijk van hun psychiatrische
diagnose namelijk middelengebruiksstoornissen (SUD), psychotische stoornissen, en cluster B
persoonlijkheidsstoornissen (PDs). Daarnaast hebben we ook onderzocht of SUD invloed kan hebben op
veranderingen in risico- en beschermende factoren in een groep van psychotische en cluster B PDs patiënten,
respectievelijk. Overall, bevindingen suggereren dat alle veranderingen in dynamische risico- en beschermende
factoren kunnen worden afgebeeld door twee fasen van het verblijf van patiënten in de FPC's. Meer specifiek, de
meeste veranderingen in dynamische risico en beschermende factoren doen zich voor aan het begin van de
behandeling, dat wil zeggen, vanaf het moment van juridische beoordeling tot het moment van onbegeleid verlof.
Bovendien kan het moment van onbegeleid verlof kan worden beschouwd als het 'keerpunt' in de behandeling van
delinquenten. We vonden ook dat SUD- en psychotische patiënten het meest veranderden in de eerste fase van hun
verblijf, terwijl cluster B PD's het meest veranderden in de tweede fase. SUD veranderde echter niet in risico- en
beschermende factoren bij psychotische en cluster B PD's patiënten. Deze bevindingen kunnen helpen bij het
verbeteren van strategieën voor daderbehandeling en criminaliteitspreventie.
Discussie
- Hoofddoel studie -> veranderingen onderzoeken in dynamische risico en beschermende factoren in de loop vd
tijd, m.b.v. een latente groeicurve-analyse (LGCA) bij mannelijke forensische psychiatrische
patiënten die onvoorwaardelijk werden ontslagen uit een Nederlandse FPC
- Resultaten -> de veranderingssnelheid van dynamische risico en beschermende factoren is niet constant
-> verschillen in de routes tussen de verschillende stoornissen
-> SUD veranderde echter niet de veranderingen in risico- en beschermende factoren bij
psychotische en cluster B PDs patiënten
Veranderingen in de tijd vd klinische risico en beschermende factoren: algemene bevindingen
- De scores op de klinische schaal en de risico-subschaal namen significant af in de loop vd tijd -> de mate van
verandering was tijdens de eerste fase van het verblijf in het FPC groter dan in de tweede fase
- Er was ook een grote verbetering op het niveau van beschermende vaardigheden in de eerste fase (bijna geen
vooruitgang in de tweede fase)
- Eerste keer verlof -> soort keerpunt in de behandeling
Patiënten met SUD versus patiënten zonder SUD (middelengebruik stoornis)
- Geen significante verschillen tussen patiënten met en zonder SUD wat betreft veranderingen op de klinische
schaal en risico-subschaal
- Onverwachte bevinding -> SUD patiënten verbeterden sneller op de beschermende vaardigheden subschaal dan
niet SUD-patiënten (alleen in eerste fase van behandeling) -> komt mogelijk door contextuele factoren en de
invloed van FPC’s, zoals het niet kunnen verkrijgen van alcohol en drugs, verslavingsbehandeling, CGT, het leren
van copingsstrategieën en daardoor verbeteren in sociale vaardigheden etc.
Patiënten met psychotische stoornissen versus patiënten zonder psychotische stoornissen
- Eerste fase van verblijf -> patiënten met psychotische stoornissen namen sneller af op de klinische schaal en
risico-subschaal + sterkere toename op beschermende vaardigheden subschaal dan niet-psychotische patiënten
- Verklaringen grotere afname psychotische patiënten:
1) Personen met een psychotische diagnose lopen een hoger risico op geweld en crimineel gedrag ->
verschillen in beginniveaus zorgen voor de snellere afname van psychotische patiënten
2) Antipsychotica -> structurele veranderingen hersenen
- Tweede fase van verblijf -> geen significante verschillen in veranderingen tussen beide patiëntengroepen
- Geen significante verschillen tussen psychotische patiënten met en zonder SUD comorbiditeit
,Patiënten met cluster B PD’s versus patiënten zonder cluster B PD’s
- Patiënten met cluster B PD’s daalden significant sneller op de risico-subschaal dan patiënten zonder cluster B
PD’s -> enkel in tweede fase van verblijf -> misschien vanwege het feit dat zij meer tijd nodig hebben om zich aan
te passen en te voldoen aan de eisen vd behandeling of ze doen zich beter voor dan ze zijn om op onbegeleid
verlof te mogen
- Patiënten met cluster B PD’s scoorden significant hoger op risicofactoren -> meer risico op crimineel gedrag ->
dit verschil was aan het eind van het verblijf in de FPC’s niet meer significant -> dus patiënten met en zonder
cluster B PD’s maken hun behandeling even goed af
- Geen significante verschillen tussen cluster B en niet-cluster B PDs patiënten in de trajecten van de klinische
schaal en de beschermende vaardigheden subschaal
- Geen significante verschillen tussen cluster B PD’s patiënten met en zonder SUD comorbiditeit
Beperkingen
- Gebruik vd DSM-IV voor het diagnosticeren en classificeren van psychische stoornissen ipv de DSM-5
- Niet gecontroleerd voor de aanwezigheid van andere comorbide aandoeningen dan SUD
- Niet genoeg tijdspunten
- Bevindingen niet generaliseerbaar naar andere internationale steekproeven van hoog-risico forensische
patiënten -> verschillen tussen gevangenissen en FPC’s
Suggesties voor toekomstig onderzoek
- Proberen uit te vinden welke factoren individuele verschillen verklaren in groeitrajecten van dynamische risico
en beschermende factoren -> bijv. onderzoeken tussen recidivisten en niet-recidivisten -> kan inzicht geven in de
vraag of het tempo van verandering kan bijdragen aan terugval
Klinische implicaties
- De effectiviteit vd behandeling in FPC’s moet verder worden verbeterd, want 16,6% recidiveerde binnen 2 jaar
met een gewelddadig delict
-> verbetering kan bijv. door de behandeling van patiënten met cluster B PD's in de eerste fase van hun verblijf in
de FPC's te verbeteren (met name wat betreft het terugdringen van risicofactoren)
-> ook moet voor psychotische en alle andere patiënten meer aandacht worden besteed aan de verbetering van
de tweede fase van hun behandeling, aangezien in die fase meestal minder veranderingen optreden
- Niet alle patiënten volgen hetzelfde groeitempo -> geïndividualiseerde behandelingen heeft de voorkeur voor
sommige patiënten -> afstemmen op leerstijlen, motivatie, capaciteiten en sterke punten
Samenvatting
- Samenvattend geeft de huidige studie een inzicht in de verandering van de risico en beschermende factoren in
de tijd in een zeer representatieve steekproef van Nederlandse forensisch psychiatrische patiënten.
- In het algemeen suggereren de bevindingen dat alle veranderingen in dynamische risico en beschermende
factoren kunnen worden weergegeven door twee fasen van het verblijf van patiënten in de FPC's.
- Bovendien kan het moment van onbegeleid verlof worden beschouwd als het 'keerpunt' in de behandeling van
delinquenten.
- De meeste veranderingen in dynamische risico en beschermende factoren doen zich voor aan het begin van de
behandeling, namelijk vanaf het moment van de juridische beoordeling tot het moment van onbegeleid verlof.
- We keken ook naar groep specifieke lange-termijn veranderingen in deze factoren, en vonden dat SUD-patiënten
en psychotische patiënten het meest veranderden in de eerste fase van hun verblijf, terwijl cluster B PDs
patiënten het meest veranderden in de tweede fase.
- Deze bevindingen kunnen helpen bij het verbeteren van strategieën voor daderbehandeling en
misdaadpreventie. Een effectievere behandeling kan leiden tot lagere recidivecijfers, een betere reïntegratie van
delinquenten in de samenleving, en een veiliger omgeving voor patiënten en anderen.
- Echter, de huidige studie is niet zonder beperkingen en onze bevindingen moeten slechts als voorlopig worden
beschouwd.
- Toekomstig onderzoek is daarom noodzakelijk om de bevindingen van deze studie te repliceren en verder
onderzoek te doen naar de effectiviteit van de behandeling in verschillende stadia van het verblijf van de patiënt
in FPC's.
, Week 1 HC2 - Artikel 1, Janković
Abstract
Forensisch psychiatrische patiënten vormen een zeer heterogene populatie wat betreft psychopathologie, criminele
geschiedenis en risicofactoren voor recidive. Daarom werd in de huidige studie onderzocht of er meer homogene
klassen bestaan van forensische patiënten op basis van DSM-IV-TR As I en II diagnoses en eerder gepleegde delicten,
door middel van exploratieve latente klasse analyse (LCA). Er werd ook onderzocht welke risico en beschermende
factoren significant meer voorkomen in één klasse vergeleken met andere klassen. De onderzoek-steekproef bevatte
722 mannelijke forensisch psychiatrische patiënten die tussen 2004 en 2014 onvoorwaardelijk werden vrijgelaten uit
hoogbeveiligde forensische klinieken. Gegevens werden retrospectief afgeleid uit elektronische patiëntendossiers.
Vijf verschillende patiënten klassen kwamen naar voren: klasse met alleen Axis II-diagnose, klasse met meervoudige
problematiek, antisociale klasse, psychotische klasse, en intellectueel gehandicapte klasse. Deze klassen verschilden
significant in risico- en beschermende factoren. Deze studie draagt bij aan het begrip van patiënten klassen en geeft
aanwijzingen voor toekomstige, op de klasse afgestemde interventies.
Discussie
Verschillen met eerdere onderzoeken
- 5 klassen ipv 4 -> kan komen door een andere en kleinere steekproef in eerder onderzoek -> in dit eerdere
onderzoek werden enkel mensen opgenomen met een persoonlijkheidsstoornis -> in huidig onderzoek ook
mensen met een verstandelijke beperking = de 5 e klasse
Overeenkomsten met eerdere onderzoeken
- Antisociale klasse -> minder moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten t.o.v. de psychotische en
verstandelijk beperkte klasse
Verschillende klassen
1. Verstandelijk -> meer kans op het plegen van seksuele misdrijven en brandstichting
beperkte klasse -> lager sociaal bewustzijn en gedragsmatige zelfcontrole = oorzaak van seksuele misdrijven
-> meer interpersoonlijke en leerproblemen -> andere aanpak en intensievere ondersteuning
nodig -> interventies afstemmen op criminogene behoeften, leerstijl, motivatie en
capaciteiten
-> meer moeite met herkennen van risicogedrag
-> behandeling richten op tekortkomingen in zelfredzaamheid en het verkrijgen van inzicht in
het eigen gedrag
-> lagere niveaus van risico en beschermende factoren -> kan gunstig zijn om te focussen op
beschermende factoren tijdens de behandeling
2. Antisociale klasse -> in huidige studie gekenmerkt door hogere niveaus van risicofactoren en antisociaal gedrag
dan andere klassen
-> belangrijkste kenmerken -> antisociaal gedrag, impulsiviteit en verslaving -> leidt mogelijk
tot een groter risico op het plegen van geweldsdelicten dan andere klassen
-> slechte zelfregulatie en hogere impulsiviteit zijn de meest significante verklarende
factoren voor crimineel gedrag volgens de algemene theorie van criminaliteit
-> volgens het RNR-model zijn verslaving, impulsiviteit en antisociaal gedrag de belangrijkste
factoren voor het voorspellen van gewelddadige recidive
-> scoorde hoger op beschermende factoren vergeleken met alle andere klassen
3. Psychotische klasse -> hadden in huidige studie geen comorbide AS-II diagnose
-> rekening houden met ziektebegin van psychotische patiënten in relatie tot crimineel
gedrag -> vindt dit plaats voor het begin vd psychose, na het begin vd psychose op jongere
leeftijd of na het begin vd psychose op oudere leeftijd -> deze subgroepen verschillen wat
betreft symptomen en middelenmisbruik
-> scoorden significant hoger op risicofactoren en significant lager op beschermende
factoren vergeleken met andere klassen
-> meer kans op risicovolle vrienden en zijn minder zelfredzaam
-> cruciale behandeldoelen -> het verminderen van psychotische symptomen, het creëren