Paragraaf 1
Om behoeften te bevredigen heb je middelen nodig. Een bioscoopbon is bijvoorbeeld een middel om
de behoefte vermaak te bevredigen.
Schaarste ontstaat doordat we aan de ene kant oneindig veel behoeften hebben, maar slechts een
beperkte hoeveelheid productiemiddelen hebben om die behoeften te voorzien. Middelen hebben
nog een belangrijke eigenschap: ze zijn alternatief aanwendbaar. Je kunt met één middel
verschillende behoeften bevredigen. De manier waarop je een middel gebruikt, is de
aanwendingsrichting. Met een rugzak kun je bijvoorbeeld je boeken meenemen naar school. Je kunt
ook je gymspullen er in doen. In dit geval moet je kiezen: je boeken of gymspullen, of misschien
allebei?
Het gebruik van een middel levert iets op. Dit zijn de opbrengsten, ook wel baten genoemd. Als je
boodschappen doet met je middel ‘auto’. Dit levert vervoer naar de supermarkt op. Het gebruik van
een middel brengt ook kosten met zich mee. In dit geval benzine voor de auto.
Een econoom probeert 3 vragen te beantwoorden om te kijken hoe je een middel het best kunt
gebruiken:
1. Bepaal alle verschillende manieren waarop het middel gebruikt kan worden
(aanwendingsrichting).
2. Bereken voor iedere aanwendingsrichting de kosten en baten.
3. Kies de aanwendingsrichting waarbij de opbrengsten het meeste boven de kosten uitstijgen.
Paragraaf 2
Het budget beperkt de keuzes die iemand kan maken. Je kan niet meer uitgeven dan je hebt. En wie
drie weken op vakantie wil en maar twee weken vrij heeft, kan niet zo lang op vakantie als die zou
willen. De budgetlijn geeft alle maximaal mogelijke productcombinaties die aangeschaft kunnen
worden met het beschikbare budget. De budgetlijn geeft aan hoeveel eenheden van het ene product
je moet opgeven om een eenheid van het andere product te krijgen. Bij een toename van het budget
verschuift de budgetlijn naar rechtsboven, weg van de oorsprong. Bij een verandering van de prijs
van een van de producten verandert de richtingscoëfficiënt van de budgetlijn, omdat de
ruilverhouding tussen de producten is veranderd.
, Module 1 schaarste, geld en handel
Hoofdstuk 2 van ruilen komt geen huilen
Paragraaf 1
Soms kan het zijn dat iemand anders jouw middelen beter kan gebruiken dan jij zelf. Dan kan het
zinvol zijn om je middelen te ruilen. Een ruil komt tot stand als beide partijen er baat bij hebben.
Bijvoorbeeld iemand heeft zin in snoep maar heeft geen snoep bij zich, jij wel. Jij wilt bellen maar
hebt geen beltegoed, de ander wel. Dan kan het nuttig zijn om die ander snoep te geven in ruil voor
beltegoed. Dit noem je wederzijds voordeel.
Zonder ruil maakt iedereen gebruik van wat die zelf heeft. Dan ben je zelfvoorzienend, dit word
autarkie genoemd.
Paragraaf 2
Bij ruil ontstaan transactiekosten: kosten die gemaakt worden voor het maken van een geschikte ruil.
Om twee belangrijke redenen spelen transactiekosten een belangrijke rol in de economie:
1. Ze kunnen het wederzijdse voordeel van een ruil tenietdoen waardoor de ruil niet doorgaat.
2. Ze verklaren het ontstaan van instituties
Veel vormen van ruilen komen telkens weer terug. Daarbij worden steeds dezelfde transactiekosten
gemaakt. Ze dachten kan dit handiger? Ze wilden de transactiekosten voorgoed lager hebben. Dat
bleek te kunnen. Daarvoor moet een institutie worden opgericht. Dat is een plek die een bepaalde
ruil vergemakkelijkt doordat de transactiekosten van die ruil verlaagt.
Paragraaf 3
In ruil voor arbeid moet je iets terug aan geboden krijgen. Op deze manier ontstaat de situatie waarin
productie en consumptie elkaar afwisselen. Iedereen is zowel consument als producent. Je kunt
bijvoorbeeld de auto wassen van je buurman (als productie) en je krijgt er bv belminuten voor terug
(als consumptie).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmaschelling. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.