Sociale
psychologie
Hoorcollege
aantekeningen
,College 1
De sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manieren waarop mensen hun gedachten, gevoelens en gedragingen worden
beïnvloed door de (daadwerkelijke of voorgestelde) aanwezigheid van andere mensen.
Er is een fascinatie voor invloed van sociale situaties (en individuele verschillen) op menselijke gedachten, gevoelens en gedragingen. Het is
een brede (veel onderwerpen) en precieze (onder de microscoop leggen) discipline. Het is een eigenstandige discipline plus unieke
combinatie van diverse wetenschappelijke disciplines: processen uit ontwikkelingspsychologie, persoonlijkheidspsychologie, en functieleer,
toepassingen in organisatie, gezondheids en klinische psychologie en raakvlakken met sociologie, rechten, economie, etc.
Sociale psychologie gaan over datgene wat je ‘s avonds laat bediscussieert met vrienden. En over het oplossen van sociale en
maatschappelijke problemen. De omgeving beïnvloedt mensen in hun gedachten, gevoelens en gedragingen.
Heider en Simmel (1944): De mens construeert eigen sociale realiteit (social construals), vaak in termen van persoonseigenschappen. Dit
heeft met name betrekking op de fundamentele attributiefout (Lee Ross): als mensen bepaald gedrag vertonen, schrijven we de oorzaken
van dat gedrag ergens aan toe. En vaak doen we dat aan iemands persoonlijkheid. Dat speelt ook een belangrijke rol in hoe we op elkaar
reageren. Dat zie je in de self-fulfilling prophecy: (on)geloof in een persoon veroorzaakt dat (on)geloof in de persoon realiteit wordt. Dit
wordt ook wel Pygmalion-effect (Ovidius) genoemd. Dat is gedemonstreerd in een toneelstuk van Bernard Shaw ‘Pygmalion’: professor
Henry Higgins beweert dat hij de Londense bloemenverkoopster, Eliza Doolittle, kan laten doorgaan voor een hertogin. Vanuit de assumptie
dat we denken dat bepaalde mensen op een bepaalde manier zijn, willen we niet andere mensen misinterpreteren. Ze zoeken meteen de
bevestiging in hun eerste indruk. Van alle informatie die binnenkomt, blijft vooral de “zie je wel”-indruk hangen.
De sociale psychologie heeft een aantal basisassumpties/axioma’s:
1. De mens is een sociaal dier. De mens wordt sterk beïnvloed door zijn/haar sociale omgeving
2. Mensen denken, doen en voelen = f (persoon x situatie). Verschillende mensen reageren verschillend op dezelfde situatie. De
mens construeert eigen realiteit. Het denken, doen en voelen van mensen wordt sterk beïnvloed door de situatie, of liever, door
hun interpretatie van de situatie.
Het basisprincipe van de sociale psychologie. We hebben twee manieren van informatie verwerken:
1. Gecontroleerd, systematisch, centraal en rationalistisch.
2. Automatisch, heuristisch, perifeer, experiëntieel.
Wanneer doen we welke? Dat hangt af van wat we willen (motivatie, belangrijk, duur, zelf gerelateerd). Daarnaast van wat we kunnen
(genoeg cognitieve capaciteit, voldoende informatie). Het idee is dat de oppervlakkige manier van informatie verwerken doen we als je niet
anders wil en kunt. Als je dat wel kunt, ga je voor de andere vorm van informatie verwerken. Het is vaak ook niet het een of ander, maar
meer of minder.
Redenen geven met betrekking van het woord “want” werkt zo goed dat het niet eens uitmaakt wat je erachter zet. Als iemand een reden
geeft, geloven we vaak iets sneller. Het werkt dus omdat mensen informatie op een oppervlakkige manier verwerken: een heuristische vorm
van informatie verwerking.
We leiden allen aan een confirmation bias. We neigen naar om vragen te stellen die onze hypotheses bevestigen. Eigenlijk zou je vragen
moeten stellen die onze verwachtingen kunnen ontkrachten. Je kunt hypotheses namelijk niet bewijzen. Terwijl strikt genomen hypotheses
alleen ontkracht (gefalsificeerd) en niet bewezen (geverifieerd) kunnen worden (Popper).
Je ziet dit terug in rechtszaken, de Hindsight bias. De geest is lenig. Een voorbeeld gaat over de zaak van OJ Simpson, die zijn vrouw en
een vriend vermoorden die een affaire hadden. De kans dat Simpson schuldig wordt bevonden voor: moord (met voorbedachte rade) of
doodslag (zonder voorbedachte rade). 2 uur voor de uitspraak, na de uitspraak of 1 week na de uitspraak? Nee, hij werd vrijgesproken.
Onverwachts! Voor de uitspraak dacht meer dan de helft dat hij veroordeeld zou worden voor moord/doodslag en als hij wordt
vrijgesproken, zie je dat die percentages afnemen. Er gebeurt iets, vervolgens ga je je gedachten daaraan aanpassen. Dit geeft aan hoe lenig
hoe onze geest is. We passen ons dagelijks aan om slim over te komen.
Hiernaast heb je ook de cold-hot empathy gap (Loewenstein). Je kunt je eigenlijk heel slecht verplaatsen in de gevoelens van een ander, als
je jezelf niet in die situatie bevindt. Als je je eenmaal in die situatie bevindt, realiseer je je dat het eigenlijk veel erger is dan je je had
voorgesteld.
Wat bestuderen we allemaal in de sociale psychologie? Een voorbeeld is radicalisering. Wanneer mensen echt fundamenteel iets
onrechtvaardig vinden, kan het zijn dat we mensen gaan radicaliseren. Bijvoorbeeld Gökmen T, die een aanslag pleegde in de tram in
Utrecht in 2019. Waarom ging hij radicaliseren? Omdat hij echt iets fundamenteel onrechtvaardig vond, hoe een groep moslims wordt
bejegend. Daarnaast ook de zwarte pieten discussie. Mensen komen op een gewelddadige wijze hiertegen in opstand. Het is niet alleen
,rechts radicalisering, maar ook een ander soort activisten die zeggen: “ik hoop dat er een aanslag wordt gepleegd op sinterklaas”. Wat drijft
mensen ertoe om dit soort zaken naar voren te schuiven? Daar gaat de sociale psychologie over. Hoe kan je ervoor zorgen dat mensen niet in
conflict blijven maar in gesprek gaan met elkaar?
In de sociale psychologie worden veel verschillende benaderingen en invalshoeken gebruikt en heel veel thema’s en onderwerpen
bestudeerd. Het onderwerp van de sociale psychologie is moeilijk. We studeren een sadistisch universum: het opstellen van goede theorieën
opstellen op basis van zorgvuldig empirisch onderzoek.
Sociaal psychologen zijn sociaal-wetenschappers die belangrijke (sociale) onderwerpen zorgvuldig kunnen beschrijven, voorspellen en
beïnvloeden, dit d.m.v. bruikbare theorieën en goed onderzoek.
, College 2
Sociale beïnvloeding: hoe worden onze gedachten, gedragingen en gevoelens beïnvloed door de sociale invloeden?
Sociale beïnvloeding en gehoorzaamheid. De wetenschappelijke studie van de manieren waarop mensen hun gedachten,
gevoelens en gedragingen worden beïnvloed door de daadwerkelijke of voorgestelde aanwezigheid van andere mensen.
De grootste invloed op de sociale psychologie heeft misschien wel Hitler uitgeoefend. Er werden heel veel mensen beïnvloed.
Hoe kan dat? Daar gaat het onderzoek naar gehoorzaamheid over. Een ander gevolg van Hitler is dat er veel Joodse
wetenschappers naar de VS vluchten, waar ze fundamenteel en toegepast onderzoek opzetten. Dat heeft geholpen bij het
beëindigen van de tweede WO. Kurt Lewin is daar een goed voorbeeld bij. Hij wendde het in relevante context aan.
Sociale beïnvloeding:
1. Lewin. Hij stelt de Veldtheorie op: wij mensen bevinden ons in een voortdurend veranderend krachtenveld waarin
verschillende krachten (vanuit onszelf of vanuit andere personen) op ons worden uitgeoefend. Het gedrag van een
persoon is de functie van de persoon en de situatie.
2. Latané. Trok dit verder. Hij had het erover dat de omgeving een hele sterk impact op je kan hebben: social impact
theory. Sociale beïnvloeding zou afhankelijk zijn van het aantal anderen (vier of meer) die druk op je uitoefenen,
welke waarde je hecht aan de bron van sociale druk en de nabijheid van de bron. Hij onderzocht de invloed van het
aantal anderen op het helpen van een slachtoffer. Als er niemand anders in de buurt is gaat het grootste gedeelte
van de mensen helpen. Maar als er meerdere mensen zijn (vier of meer), is dat aantal aanzienlijk minder. Als
anderen niet helpen denk je dat dat de norm is, en ga je zelf ook niet helpen.
3. Asch. Normatieve beïnvloeding. Hij liet mensen reageren op stimuli, plaatjes die heel duidelijk interpreteerbaar zijn.
Zonder sociale beïnvloeding geeft iedereen het goede antwoord. Maar met confederates (mensen die in het complot
zitten) geven meer mensen het verkeerde antwoord. Ze maakten geen ommezwaai als ze alleen werden getest en
ook niet als ze hun antwoorden publiekelijk moeten zeggen. Normatieve beïnvloeding! Publiekelijk doe je mee, terwijl
je het juiste antwoord wel weet. Mensen voelen zich ongemakkelijk bij het meegaan met de overduidelijk foute
mening.
4. Milgram. Onderzoek naar gehoorzaamheid. Als we mensen die aan een onderzoek op de universiteit meedoen
vragen om elektrische schokken toe te dienen aan een andere onderzoeksdeelnemer, omdat die persoon niet goed
woordjes leren kan, gaan ze dat dan doen? Het verwachte antwoord was nee, 5% misschien wel. Nagenoeg
iedereen gaf schokken. 65% ging door tot een dodelijke schok. Mensen voelden zich wederom echt ongemakkelijk.
Waarom? Ze doen dat omdat mensen belang hechten aan autoriteit. Daarnaast schuiven ze het op
verantwoordelijkheid van de autoriteit af. Ook was het belangrijk dat er in de standaardopstelling de leerling in een
ander kamertje zat, nabijheid. Ten slotte waren er geen ongehoorzame anderen. Wanneer dit wel het geval zou zijn,
zouden er minder schokken worden uitgedeeld. Het navolgen van wat autoriteiten zeggen een belangrijke rol kan
spelen. Je ziet dit bijvoorbeeld ook bij ontgroeningen van studentenverenigingen.
Er is veel op te merken! Het zou niet zo zijn dat mensen in allerlei situaties autoriteit navolgen en elektrische
schokken navolgen. Maar dit soort effecten worden weldegelijk gerepliceerd. Als we nou heel goed naar onszelf
kijken, hoe gedragen we ons dan onder sociale druk?
5. Lodewijkx. Hij vond soortgelijke effecten op straffen door middel van toebedelen van onaangename white noise.
Waarom heeft sociale beïnvloeding effect? Wat zijn de oorzaken van conformiteit?
1. Informationeel. We willen graag accuraat zijn. Op de juiste informatie afgaan. We weten vaak niet wat we moeten
doen (informatie-onzekerheid). We kijken hierbij vaak naar wat anderen doen (vaak rationeel, slim om te kijken wat
anderen in nieuwe situaties doen).
2. Normatief. We willen graag geaccepteerd worden. We willen bij anderen horen. Slaat op een fundamenteel
sociaal-psychologische behoefte. Maar normatieve invloed kan ook veel minder rationeel uitpakken. Die is
onderzocht door Asch.
Waarom volgen mensen klakkeloos bevelen op, obedience to authority. Hierdoor is er onderzoek naar gehoorzaamheid
gedaan. Milgram deed hier onderzoek naar.
Zelf-perceptie: hoe denken we over onszelf? Wordt beïnvloed door anderen. De manier waarop mensen anderen
(persoonsperceptie) en zichzelf (zelfperceptie) begrijpen.
Persoonsperceptie: hoe begrijpen we andere personen.
Zelf-perceptie: hoe begrijpen we onszelf? We nemen onszelf vaak waar door de ogen van anderen. De omgeving waarin we
ons bevinden, biases en emotionele informatie spelen belangrijke rollen.