Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers (1500-1600)
Kenmerkende aspecten:
5a Europese expansie (§2)
5b Veranderende wereldbeeld van de Renaissance (§1)
5c Hernieuwde oriëntatie op oudheid (§4)
5d Conflict in de Nederlanden, stichting Nederlandse staat (§5)
5e Reformatie, protestantisme, splitsing kerk (§3)
Tijdvak 5 in het kort (uitgebreide samenvatting vanaf pagina 3)
§5.1 De Renaissance
Rondom Italië ontstond een nieuw mensbeeld, nieuw wereldbeeld en levensgevoel. Memento mori
(gedenk te sterven) veranderde in carpe diem (pluk de dag). Erfgoed was in belangstelling en klassiek
werd populair. De Renaissance (Wedergeboorte) ontstond en de vroeg-moderne tijd begon.
Humanisme speelde een grote rol. Klassieke teksten werden vertaald zonder aanpassingen.
Verovering van Constantinopel gaf een extra impuls. Het lezen van teksten werd educatief en Uomo
Universalis ontstond, de ideale mens. Erasmus was ook een humanist. Dit was de tijd van ontdekkers
& hervormers. Klassieke kunst was ook een voorbeeld, maar de keuzes waren breder. Kerk bleef een
opdrachtgever, maar een schilder mocht zijn naam wel op het schilderij zetten.
§5.2 Europese expansie
Men zocht routes over zee om handel uit te breiden. Portugezen gingen als eerst richting Azië, langs
Afrika. Dit duurde jaren. Spanjaard Columbus vond een route naar Zuid-Amerika, waarvan hij dacht
dat het Indië was. Vespucci ontdekte dat dit niet zo was. In Midden-Amerika leefden conquistadores.
Goudkoorts ontstond en men gebruikte de bewoners voor arbeid. Ook Nederland, Engeland en
Frankrijk wilden expansie.
§5.3 De Reformatie
Erasmus had kritiek op de kerk, hij is de bedenker van de Reformatie. Kerk was te rijk en deden hun
werk niet. In de middeleeuwen lapten priesters het celibaat aan hun laars. Maarten Luther begon in
1517 de Reformatie, wat zorgde voor 2 delen in Europa; protestanten en katholieken. Luther stuurde
in oktober 1517 een brief aan een bisschop met 95 stellingen over de kerk. Om in de hemel te
komen, kon je bijvoorbeeld aflaatbrieven kopen. Luther wilde hervorming en door de boekdrukkunst
verspreidde dit snel. God was volgens Luther belangrijk en hoog. In 1521 werd Luther uit de kerk
gezet en veroordeeld als ketter. Hij werd gered door de vorst van Saksen. Na Luther kwam Johannes
Calvijn. Hij was een humanist en nog strenger dan Luther. Luther was voor vorsten die zich hielden
aan het geloof, maar Calvijn wilde zelfs dat de vorsten God dienden. Genève werd Calvinistisch. Er
waren 4 ambten in de kerk; predikanten, ouderlingen, diakenen & doctores. Het calvinisme
verspreidde. Duitsland werd in 1520 verscheurd door godsdienstoorlogen. In Frankrijk was oorlog
tussen katholieken & hugenoten. In Engeland ontstond de Anglicaanse kerk, een protestantse
staatskerk met een koning aan het hoofd.
§5.4 De Nederlandse opstand
Karel V had in 1515 het bestuur in Nederland. Sinds de 15e eeuw is er een landheer, die benoemde
een stadhouder die overlegde met Staten. Karel zorgde voor centralisatie. Filips II volgde Karel V op
in 1555. Filips stelde zijn halfzus, Margaretha van Parma, aan als landvoogdes. Edelen waren hierdoor
minder hoog. Willem van Oranje pleitte voor godsdienstvrijheid, maar Filips wilde dit niet. De
landvoogdes was zo geïntimideerd dat ze de vervolgingen stopte. Toen was de beeldenstorm in
1566. Filips stuurde hertog Alva voor orde en die vervolgde veel volk. Willem van Oranje vluchtte en
viel in 1568 Nederland binnen met een leger. Dit was het begin van de Nederlandse Opstand. In 1569
1
, werd de belasting omhoog gezet. Willem werkte samen met calvinistische ballingen. Zij heetten
‘geuzen’. De geuzen veroverden steden terug. Filips kwam zo in geldnood. Nederland wilde dat de
vervolgingen stopte, maar Filips weigerde en benoemde de zoon van Margaretha van Parma,
Alexander, tot landvoogd. Hij sloot een verbond met de zuidelijke gewesten en Willem met Holland
en anderen gewesten, de Unie van Utrecht. Dit werd de kern van de nieuwe staat. De tegenstellingen
waren zo groot dat Filips wegging en Nederland onafhankelijk werd. Ze wilden Franse steun en
benoemden een Franse landheer. Die zorgde voor problemen en Willem werd vermoord in 1584.
Parma bereidde aanval voor op Engeland, maar die faalde in 1588. Zo ontstond de Republiek der
Verenigde Nederlanden. Filips bleef doorvechten tegen het protestantisme. Zoon Maurits veroverde
het noorden na 1588. In 1609 sloten Spanje en de Republiek een 12-jarig bestand. Vanaf 1621 was er
vooral strijd in Brabant en in 1648 was de Vrede van Münster. Dit was de Tachtigjarige Oorlog.
KERNBEGRIPPEN
Erfgoed - Geërfd van eerdere generaties.
Hervorming - Reformatie, 16e eeuw, splitsing kerk (protestantisme).
Mensbeeld - Hoe mensen ‘de mens’ zien.
Nederlandse Opstand - Opstand in de Nederlanden tegen Filips II die leidde tot onafhankelijkheid
van Nederland en de Republiek.
OVERIGE BEGRIPPEN
Protestantisme - Losmaken van katholieken in 16e eeuw.
Reformatie - Roomse kerk veranderen.
Renaissance - Vernieuwing cultuur in 15e eeuw, belangstelling voor klassieke tijd.
Bestand - Wapenstilstand.
Celibaat - Geestelijke katholieken mochten niet trouwen.
Hugenoten - Franse calvinisten.
Humanisme - Klassieke cultuur bestuderen en nadruk op vrijheid.
Landsheer - Vorst met soevereiniteit over Nederlandse gewesten.
Landvoogd(es) - Bestuurder die namens vorst regeert.
Plakkaat van Verlatinghe - Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring uit 1581.
Republiek - Afkorting Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Stadhouder - Plaatsvervanger van landsheer.
Staten - Gewestelijk bestuur, vertegenwoordigers van standen.
Tachtigjarige Oorlog - Nederlandse Opstand tegen Spanje (1568 tot 1648).
Unie van Utrecht - Militair en politiek verband van noordelijke gewesten (1579).
Vroegmoderne tijd - 1500 t/m 1800.
2