Ademhaling
Soorten aspecten bij ademhaling:
- ademprikkel
- Ademarbeid
- Luchtwegen
- Longdi usie
- Longperfusie
Ademprikkel:
> het ademcentrum in de hersenstam reguleert de ademhaling automatisch in de hersenen, maar
ook in de aortaboog en in de halsslagaders wordt er voortdurend kooldioxide spanning en de pH
van het bloed gemeten. Bij een forse daling van de zuurstofspanning geeft het ademcentrum een
ademprikkel. De opdracht van het ademcentrum bereikt de ademhalingsspier via de nervus
frenicus (de zenuw die de middenrif samentrekt) en Nervi intercostales (zenuw die de activiteit
van de tussenrib spieren sturen)
Ademarbeid (thoraxwand):
> de thoraxwand is van binnen bekleed met borstvlies (pleura pariëtalis) de long is bekleed met
longvlies (pleura visceralis), hiertussen bevindt zich een soort vacuüm en een dun laagje slijm.
Hierdoor blijven de borstvlies en de longvlies tegen elkaar gemaakt , maar kunne welk
verschuiven ten opzichte van elkaar.
Als de thorax wand naar buiten gaat bij inademen wordt de long dus meegetrokken en neemt de
inhoud van de long toe.
Luchtwegen:
> De functie van de luchtwegen is het lucht vanuit de omgeving naar de longblaasjes aanvoeren
en het gasmangel daaruit weer afvoeren. De wanden zijn bedekt met slijm, waarin stofdeeltjes en
ziekteverwerkers terechtkomen. De trilharen in de luchtwegen zorgen ervoor dat het slijm wordt
afgevoerd in de richting van de pharynx (keel), vervolgens worden de micro organismen
opgehoest of komen ze om in maagzuur.
De hoge / bovenste luchtwegen:
- mond / neus
- Pharynx (keel)
is de verbinding van neus en mond naar larynx en slokdarm
- Larynx (strottenhoofd)
Functies bovenste luchtwegen:
- bevochtigen van de lucht
- Verwarmen van de lucht
- Reinigen
- Waarschuwen voor gevaar
1
ff
, De lage/onderste luchtwegen:
- trachea (luchtpijp)
is een stevige, exibele buis omgeven door hoe jzervormige. Kraakbeen ringen, die de
luchtpijp openhouden
- bronchi (luchtpijp takken)
hebben kraakbeen ringen om ze open te houden, ze vertakken in de long. De dunste
bronchi gaat over in de bronchioli
- Bronchioli (luchtpijp takjes)
de kleinste luchtpijp vertakkingen deze zijn niet meer omgeven door kraakbeen ringen,
maar de wand bevat losse kraakbeen stukjes. Er zit ook gladspierweefsel dat zorgt voor
brochoconstrictie (vernauwing) of bronchodilatatie (verwijding) om verse lucht te
verdelen over de longen
de bronchioli eindigen in de longblaadjes (de alevoili)
Longdi usie:
> in de alveoli (longblaasjes) vindt de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide plaats, zuurstof
verplaats zich door middel. Van di usie vanuit de alveoli (longblaasjes) naar de longcapillairen, in
de longblaasjes is de concentratie zuurstof hoger dan in het bloed. Kooldioxide di undeert juist
vanuit het bloed naar de alveoli waar minder CO2 is.
Een optimale di usie komt tot stand door:
- een groot oppervlak (veel alveoli)
- een dun oppervlak (dunne bandjes)
- concentratie verschil (van hoog naar laag)
Longperfusie (longdoorbloeding)
> zuurstofarm bloed met kooldioxide uit de rechterkamer wordt door longslagadertjes verdeeld
over de longcapillairen. Deze capillairen voren een jnmazig netwerk met bloedstroom rond de
alveoli (longblaasjes). Van daaruit stroom met zuurstof verzadigd en kooldioxide arm bloed via
longvenen naar de linkerhart helft. De zuurstof lost niet op in het bloedplasma maar wordt
gebonden aan hemoglobine vervoerd.
Wanneer het bloed verzadigd wordt stroomt het vanuit de linkerhart helft via slagaders naar de
weefsels. Bij beschadiging van deze vaten is het bloedverlies rood.
In de weefsels laar de zuurstof los van de ijzerstenen en dan wordt de hemoglobine blauwe/
donker rood. Het stroomt deels onverzadigd via aders naar de rechterhart helft. Bij beschadiging
van deze vaten is het bloedverlies daarom blauwig/ donkerrood
Het hart pomp in rust ongeveer 5 liter bloed per minuut het lichaam in om ervoor te zorgen dat
weefsels voldoende zuurstof krijgen. De hoeveelheid bloed die per minuut door een harthelft
wordt uitgepompt heeft de “hartminuutvolume”, als weefsels meer zuurstof nodig hebben als het
hartminuutvolume moeten toenemen en alle passerende bloed te verzadigen met zuurstof en
extra kooldioxide eruit af te voeren is extra ademarbeid nodig. Als alle hemoglobine moleculen
volledig verzadigd zijn met zuurstof is de zuurstof saturatie 100%.
2
ff ff fl ff fi fi ff
,Respiratoire controles / parameters
Dyspnoe Een gevoel van ademnood
Ademgeluiden Normaal ademgeruis is op afstand niet te horen mar
wel met een stethoscoop op de borst.
Inspiratoire stridor (een belemmering in de keel of Hoorbare, bemoeilijken inademing. De druk in de
larynx (strottenhoofd) luchtwegen daalt, omdat de spieren wel de thorax
vergroten maar weinig lucht wordt aangezogen.
Vernauwing in de onderste luchtwegen kunnen
vaak expiratoir piepen geven, want de lagere
luchtwegen worden juist met de long mee
gecomprimeerd. (Astma)
Ademfrequentie Een gezonde volwassene haalt 10 tot 19 keer per
minuut adem
Tachypnoe Een hoge ademfrequentie, is vaak door een
luchtwegobstructie of di usie problemen. De
vernauwde luchtwegen of verstoorde gaswisseling
leiden dan tot een stijging van de CO2 , PH daling
of verminderde zuurstof inspanning
Bradypnoe Een lage ademhalingsfrequentie
Respiratoire insu ciëntie:
Door onvoldoende functioneren van de ademhalingsorgaan kunnen de volgende afwijkingen
voorkomen:
- afgenomen zuurstofspanning (pO2-daling)
- afgenomen zuurstof saturatie (sO2-daling)
- Toegenomen kooldioxide spanning (pCO2-stijging)
- Acidose / verzuring (PH-daling)
- Cyanose
Gedeeltelijke respiratoire insu ciëntie is als de zuurstofspanning te laag is of de kooldioxide
spanning te hoog, vaak is allen de PO2 verlaagd en blaast de patiënt nog wel voldoende CO2 af.
Bij volledige respiratoire insu ciëntie zijn zowel zuurstofwaarden verlaagd als de pCO2
verhoogd . De ademhaling kan het bloed niet verzadigen met zuurstof en het ook niet ontdoen
van kooldioxide
Cyanose (blauw zien)
- Perifere cyanose
> zijn alleen de vingers of andere uitstekende delen blauw, deze verschijnselen kunnen een
normaal verschijnsel zijn bij kou maar treedt ook op bij hartfalen en shock
- centrale cyanose
> komt doordat alle bloed minder zuurstof bevat. Dan ziet de patiënt overal blauw, ook de tong.
Als de saturatie lager wordt dan 70% kunnen mensen blauw zien.
Ademfrequentie:
normaal: 15 tot 20 keer per minuut
Bradypenu: een vertragende ademhaling
Tachypneu: een te snelle ademhaling
3
ffi ff ffiffi
, COPD (chronic obstructive longziekten)
> worden er twee ziektebeelden aangeduid waarbij de luchtwegweerstand is toegenomen:
Chronische bronchitis: zijn de luchtwegen jaarlijk wekenlang ontstoken
Longemfyseem: is een onherstelbare aantasting van alveoluswandjes met elasticiteitsverlies
COPD is een chronische ontsteking van de grote luchtwegen, het slijmvlies in de trachea en
bronchiën is wisselend gezwollen en ook sputum vormt vaak een probleem. (Patiënten hebben
perioden weinig klachten en perioden met veel klachten). Vooral hyperactiviteit op rook en infecties
is verantwoordelijk op chronische bronchitis.
COPD ontstaat door prikkelende sto en uit de omgeving door bijvoorbeeld sigaret roken
Door de ontsteking verkrampt de gladspier weefsel in de wand van de kleine luchtwegen en neemt
de slijm productie sterk toe.
Bij COPD staat de chronische obstructie van de kleine luchtwegen centraal dit zorgt voor
beperking in het luchtstroom door de kleine luchtwegen tijdens de uitademing, hierdoor blijft er
meer lucht in de longen tijdens de uitademing.
COPD leidt tot een afwijkende gaswisseling.
De hoeveelheid zuurstof neemt af in het bloed, als de ziekte verloop erger wordt neemt de
koolzuurgas toe.
Klachten bij chronische bronchitis:
- Langdurig hoesten
- Productieve hoest (veel sputum opgeven)
- Prikkelhoest
- Kortademigheid
> opgezwollen slijmvlies en slijm productie (hoesten en opgeven van sputum)
Complicaties:
- pneumonie (de infectie breidt zich uit van de luchtwegen naar de longen)
- longemfyseem (de longweefsel wordt geleidelijk onherstelbaar beschadigd)
Onderzoek:
auscultatie: zijn rochi (rochelende geluiden) in de luchtwegen te horen
Sputum kweek: bij tekenen van infecties
Behandeling:
- uitlokkende factoren vermijden (stoppen met roken)
- Slijm beter ophoesten
- Antibiotica toedienen bij exacerbaties
- Acetylcysteïne gebruiken (dit is een slijmverdunner, die vrije radicalen wegvangt, uitschakelen
van deze reactieve deeltjes en vertraagt de ontwikkeling van longemfyseem)
4
ff
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper khudejaz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.