Samenvatting literatuur
Week 1
Techniekfilosofie: het medium is de maat – B. van den Berg & E.
Keymolen
Inleiding
Techniekfilosofie stamt al uit de vroege jaren, maar is echt bekend geworden in de 20 e eeuw. De
techniek kwam toen op vele plekken tot ontwikkeling. De 20 e eeuw kan worden opgedeeld in drie
fases van technologieontwikkeling: systeemtijdvak, apparatentijdvak en netwerktijdvak.
Het systeemtijdvak: (Ver)vreemde(nde) technologie
De eerste helft van de 20e eeuw stond bekend voor snelle en grootschalige technologische innovatie
en expansie. De nieuwe ideeën brachten ontwikkelingen aan voor het creëren van een compleet
systeem. De technologieën gingen gepaard met ondersteunende en bijkomende technologieën en
diensten genaamd systeemtechnologieën en daarom heet het tijdvak 1900-1950 het systeemtijdvak.
Deze opkomst leidde tot vragen binnen de filosofie.
Techniekfilosofen als Martin Heidegger (2003; 2010), Herbert Marcuse (2009), Arnold Gehlen (1988)
en Jacques Ellul (1990) richtten zich op de gevaren van massa-industrie en de opkomst van grote,
schijnbaar onbeheersbare systemen. Techniek werd gezien als een niet te stoppen, ‘autonome’
kracht, die de mens overdonderde en domineerde. Ze waren bang dat waarden als autonomie en
menselijke waardigheid onder druk kwamen te staan. De filosofen beschouwden technologie vanuit
een deterministisch perspectief. De lezer blijft achter met de conclusie dat de wereld, en de rol van
de mens daarbinnen, onherroepelijk veranderd is door de komst van systeemtechnologieën, en dat
deze verandering niet ten goede is.
Het apparatentijdvak: de normalisering van technologie
In dit tijdvak kwam de consumentenelektronica tot bloei. Deze apparaten richtten zich op het
ontlasten van de individuele gebruiker in huis. Dit leidde uiteindelijk tot meer werk, want de ideeën
over hygiëne en voeding veranderden. Daarnaast had het ook invloed op de werkvloer. Apparaten
werden belangrijker in de professionele sfeer. Veel van de apparaten ging een deel uitmaken van het
dagelijks leven. De periode van 1950-2000 heet daarom het apparatentijdvak.
In deze periode ontstond een ommekeer in het denken over technologie. Technologieën werden nu
gezien in hun empirische en historische context. Technologieën konden nu een enerzijds
transformerend effect hebben op de sociale werkelijkheid, maar anderzijds gevormd worden door de
sociaal-culturele werkelijkheid waarin zij worden ontwikkeld. Dit mutual shaping-perspectief zorgde
ervoor dat de grondstemming rondom technologische ontwikkeling minder pessimistisch werd. Er
ontstond techno-optimisme en techno-realisme.
Er waren twee benaderingen:
- Het bestuderen van de mediërende en transformerende eigenschappen van de specifieke
technologieën
- Het bestuderen van de transformerende werking van technologieën in specifieke domeinen
van de samenleving
Verschillende gebruik van verschillende apparaten leidde tot een ander type bemiddeling door de
technologie.
,Het netwerktijdvak: altijd aan
De apparaten zitten in dit tijdvak nog dichter op de mens hun huid. Veel nieuwe technologieën
waren er om de mens van binnenuit te verbeteren. Apparaten en netwerken krijgen steeds meer een
pro-actief karakter. Met verzamelde data wordt informatie steeds verder gepersonaliseerd.
In dit tijdvak is het niet duidelijk waar de technologie ophoudt en de mens begint. Er is een
configuratie tussen mens en technologie. De techniekfilosofie richt zich nu ook op vragen rondom
moreel actorschap. Dit actorschap wordt nu gedragen door mens en technologie en niet meer door
de mens alleen.
Verantwoordelijkheden en (morele) keuzes worden steeds meer uitbesteed aan artefacten.
A brief introduction to design thinking – M.G. Luchs
Introductie
Design thinking is steeds belangrijker geworden in het ontwikkelen van nieuwe producten (NPD) en
innovatie.
1.1 Het concept van design thinking and zijn rol binnen NPD en innovatie
Design thinking Een creatieve manier om problemen op te lossen of een systematische en
samenwerkende aanpak voor het identificeren en creatief oplossen van problemen. Dit is een niet-
lineair proces.
Wanneer moet je design thinking gebruiken
Design thinking kan het beste worden toegepast wanneer het probleem of de kans niet goed is
gedefinieerd en/of een doorbraakidee of concept nodig is, een idee met een significante en positieve
impact. Bij NDP is design thinking geschikt om te gebruiken voor een markt die snel veranderd en
wanneer de behoeften van de gebruikers onzeker zijn. Het kan ook gebruikt worden in volwassen
markten.
De oorsprong van design thinking
Design thinking is geëvolueerd in verschillende discipline en industrieën.
1.2 Een raamwerk van design thinking
Design thinking, als een systematische en collaboratieve aanpak voor het identificeren en creatief
oplossen van problemen, omvat twee hoofdfasen:
- Problemen identificeren
- Problemen oplossen
Beide fasen zijn belangrijk, maar binnen een bedrijf zijn mensen vaak
meer gefocust op de tweede. Vaak zijn deze ideeën niet geweldig.
Daarom is het belangrijk bij design thinking om ook het probleem goed te identificeren.
Ontdekken
Het doel van de eerste modus is het ontdekken van nieuwe klanteninzichten. Veel marktinformatie
wordt vaak omkaderd in termen van productspecificaties die relevant zijn voor bestaande producten.
Hierdoor worden er vaak maar kleine aanpassingen gedaan aan bestaande producten. Om met een
nieuw idee te komen, moet open gekeken worden naar de behoefte van de klant. Vooral de moeilijk
te verwoorden en onontdekte behoeften, genaamd klantinzichten. Deze modus is gebaseerd op
gegevensverzameling en gegevenssynthese. Het team moet kwalitatieve gegevens omzetten in
specifieke klantinzichten.
,Definieer
Deze modus wordt gekenmerkt door een destillatie van klantinzichten en framing van specifieke
inzichten en goed gedefinieerde problemen die moeten worden opgelost. Er moeten behoeften en
inzichten worden geïdentificeerd die het meest werken tijdens de volgende fase van het proces. Deze
behoeften en inzichten worden vaak ingekaderd als probleemverklaringen.
Creëren
Het doel van creëren is het ontwikkelen van een concept of een reeks concepten die kunnen worden
gedeeld met de doelmarkt voor feedback en die door iteratie kunnen worden verbeterd. De beste
feedback is de klantervaring van een prototype. De twee primaire activiteiten van het creëren zijn;
het generen van ideeën en prototyping.
Evalueren
Het doel van evalueren is om feedback te krijgen over conceptprototypes en de daarin ingebedde
ideeën en aannames. Veel van de feedback zal gebruikt worden om de concepten te herhalen en te
verbeteren. Er zijn twee activiteiten; prototypes delen met potentiële klanten om feedback te krijgen
en het synthetiseren van de feedback. Het doel is het verkrijgen van meer inzicht naast het
convergeren naar de meest veelbelovende oplossing of elementen van een oplossing. Aan de hand
hiervan beslist het team waar het verder gaat in het kader van het ontwerpdenken.
1.3 Design Thinking als een niet-lineair proces
Ontwerpdenken is niet bedoeld als een lineair proces. Het doel is om zo snel mogelijk potentiële
oplossingen te creëren. Ontwerpdenken is dus een iteratief proces i.p.v. een proces van stappen. Het
aantal iteraties is afhankelijk van het project.
1.4 De principes en de ‘mindset’ van ontwerpdenken
Naast proces gaat het hier ook over een mindset, wat gezien kan worden als een geïntegreerde set
van overtuigingen en attitudes. In de geest zijn enkele algemene principes van de denkwijze en
filosofie van ontwerpdenken:
- Mensgericht
o Een verschuiving van een product- en technologiegerichte oriëntatie naar een
primaire focus op de waarde, ervaringen en behoeften van mensen
- Cross-disciplinair en collaboratief
o Gebruik teams met een grote verscheidenheid aan achtergrond en training, en met
teamleden die open staan voor de verschillende perspectieven en mogelijkheden van
een divers team
- Holistisch en integratief
o Hoewel details belangrijk zijn, zijn ontwerpdenkers ook in staat om relaties en
interacties te zien en te overwegen, en de verbanden tussen schijnbaar ongelijke
ideeën te zien
- Flexibiliteit en comfort met ambiguïteit
o Ontwerpdenken is het meest geschikt voor het aanpakken van dubbelzinnig
gedefinieerde problemen en kansen, en vereis grote flexibiliteit met betrekking tot
zowel inhoud als aanpak
- Multimodale communicatievaardigheden
o Een bereidheid om te communiceren en te werken in verschillende modaliteiten,
waaronder verbale, visuele en tactiele
- Groeimindset
, o Een bereidheid om ideeën, concepten en prototypes te testen in een poging om te
leren, ongehinderd door faalangst
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RivdP. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.