STRUCTUUR EN FINANCIERING
COLLEGE 1 26.11.2020
Historische ontwikkeling van het Nederlandse zorgstelsel
Deel 1: Drie fasen in de ontwikkeling van zorgstelsels
Vier videocolleges
1. Drie fasen in de ontwikkeling van zorgstelsels
2. Zorg van privilege naar recht (1900-1940) Van privilege naar grondrecht.
3. Sociale ziektekostenverzekering (1941-1970)
4. Aanbod- en prijsregulering (1971-2005)
Leerdoelen
Na deze videocolleges kun je:
- Ontwikkelingsfasen van zorgstelsels onderscheiden en interpreteren
- Verschillen tussen Bismarck- en Beveridge-systemen uitleggen
- Verschillen tussen particuliere en sociale zorgverzekeringen uitleggen en hun rol binnen
het Nederlandse zorgstelsel gedurende de 20e eeuw verklaren
- Hoofdlijnen en redenen van overheidsingrijpen in het Nederlandse zorgstelsel in de
20e eeuw uitleggen en interpreteren
Drie fasen in de ordening van zorgstelsels (eerste videocollege)
Cutler (2002): overheidsingrijpen in zorgstelsels in OECD landen vertoont zelfde patroon:
Artikel; ontwikkeling zorgestelsel in groot aantal langen organisatie economic care en development
1. Eerste fase gericht op universele en gelijke toegang tot belangrijke zorgvoorzieningen
Iedereen recht er op tegen lage kosten, omdat betaalbaar moet zijn voor iedereen
Van de 20e eeuw tot 1960. In NL invoering sociale ziektekosten verzekering.
(1) het beschikbaar stellen van basiszorg aan onvermogenden en (2) het beschermen van de
bevolking tegen kwakzalvers
2. Een tweede fase gericht op kostenbeheersing rationing, expenditure caps
Prikkel kosten bewust gedrag bij partijen wegliep. Kosten en uitgaven namen sterk toe
Kunnen op termijn wel met zn allen betalen en toegang bieden?
Om te waarborgen maar ook geld over te houden voor andere publieke diensten
Overheid kan gezondheidszorg van bovenaf moeilijk beheersen
In 1970 NL escaleren van zorgkosten uitgaven. Dus focus op onder controle houden.
1980 ontevredenheid over de negatieve effeten van rationing policies. Leidde tot markt
gerichte gezondheidszorg.
3. Een derde fase gericht op verbetering van efficiëntie door versterking van de prikkels voor
kwaliteit en kostenbewust gedrag bij zorgvragers, zorgaanbieders en betalers van zorg
overheid richt op verbeteren efficiency. Allerlei manier hoe overheden ingrijpen
7 grote economieën binnen OECD past dit op NL? ja terug zien op ordening NL
De derde fase overlap met de 2e. Terwijl competitie werd geïntroduceerd ook controle prijs.
Competitie kan alleen tot tevredenheid leiden als aantal condities worden voldaan.
Deze precondities lange en voorzichtige implementatie proces (art 1)
,Drie fasen in ordening Nederlandse zorgstelsel
1. Invoering en uitbouw sociale ziektekostenverzekering (1941-1970)
Invoering sociale ziektekosten verzekering. Allemaal toegang tot
gezondheidszorgvoorzieningen.
2. Kostenbeheersing (1971-2005): aanbodregulering en budgettering
Ingrijpen op aanbod en prijs. Budgetten opleggen
3. Gereguleerde concurrentie (2006-…..)
Hoe ook andere partijen meer kosten bewust maken, kwaliteit en organisatie verbeteren
Gekeken hoe met markt prikkels systeem efficienter kunnen maken.
COLLEGE 1.2 HISTORISCHE ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDSE ZORGSTELSEL ART 2
DEEL 2: ZORG VAN PRIVILEGE NAAR RECHT (1900-1940)
Van privilege naar recht op zorg: 1900 -1940
Steeds meer als een recht dan als een privilege dat mensen kunnen betalen
Vond plaats door ontwikkeling geneeskunde
Eerste helft 20e eeuw:
+ Economic boom tussen 1910 en 1920
- Toenemende medische prestaties
Prestaties nemen toe, steriele operaties die mensen daadwerkelijk beter kunnen maken
Naar ziekenhuis shift.
- Toenemende kosten medische behandeling
Kan verschil tussen leven en dood betekenen. In 1910 vooral door verpleging, of gasthuizen.
Te gast waren en verpleegd werden als ze te ziek waren om thuis te blijven. Curatieve zorg
was er nauwelijks. Als er operaties waren kans niet heel groot dat je overleefd.
In 25 steriele operaties en kan je beter worden.
Steeds meer kon, minder aanvaardbaar geacht als je geen toegang toe had
Steeds meer als maatschappelijke waarde gezien, recht op gezondheidszorg.
- Gevolg: gezondheidszorg wordt in toenemende mate beschouwd als “recht” in plaats van als
een privilege voor degene die het kan betalen (marktgoed)
Niet langer een marktgoed maar meer als een recht. Hoe recht tot uitdrukking brengen?
Tot 1940: particulier initiatief dominant
- Rond 1900: zorg door meeste mensen grotendeels betaald uit eigen zak
Kon nog heel weinig in zorg. Betaalde zorg meeste deel uit eigen zak
Maar 10% kleine verzekering, armenzorg
, als geld het toeliet, probeerden de meeste ziekenfondsen dat te zijn mild als het ging om het
accepteren van personen met een hoog risico
- Armenzorg voor allerarmsten door gemeenten (Armenwet 1854/1912), kerkelijke en
liefdadigheidsinststellingen
Artsen in loondienst die armenzorg verrichtte. Overige mensen aangewezen eigen geld of..
- Vanaf 1900: steeds meer ziekenfondsen voor lagere inkomensgroepen
Opgericht door dokters zelf, die fondsen oprichtten van arbeid of onderneming:
o doktersfondsen, arbeidersfondsen, gildefondsen, ondernemingsfondsen, coöperaties
Iniatieven om onderlinge verzekeringsmaatschappijtjes op te richten.
o huisartsen in loondienst of betaald via abonnementshonorarium
Verzekerde vast bedrag betaalde per periode. Risico door huisartsen zelf gelopen
Abonnementshonorarium is inschrijftarief, bij inschrijven bepaald bedrag betalen
hoofdvergoeding: een vaste vergoeding per jaar voor elke in de praktijk ingeschreven
persoon
- Particuliere ziektekostenverzekeringen voor middenstand en hogere inkomensgroepen
Ook voor hen aantrekkelijk om te verzekeren. Boerhaave tegen kosten operatie verzekeren, 6
gulden per jaar.
Scheiding ziekenfonds – particuliere verzekering (1907-2006)
Scheiding afgedwongen door bindend besluit (1912) over de welstandsgrens van de NMG
(Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst)
Belang voor artsen dat er een onderscheid werd gemaakt. Afgedwongen met bindend besluit.
Bepaalde dat artsen alleen mogen aansluiten ziekenfonds als ze welstandsgrens hanteerden
Alleen beneden accepteren, en er boven particulier verzekeren of uit eigen zak betalen
- Belangrijk met wijze betaling en vergoeding. Ziekenfonds abbonementstarief, vast bedrag per
periode. Als veel mensen met veel zorg, betekent dat vast tarief veel zorg moeten verlenen
Bij particulier elke keer als langs kwam wordt je voor betaald. Aantrekkelijk voor huisarts om
particuliere patiënten te hebben, en lopen er zelf geen risico voor.
- Ook verschil is positie van de arts. Natura vergoeding: premie betaalt heb je recht op zorg.
Kosten van zorg vergoeden en niet zo zeer van zorg zelf. Natura vereist dat ziekenhuis
contract sluit met zorgverleners. Recht op zorg waar maken. Zeker weten dat huisarts zorg
verleent in ruil voor premie. Afhankelijkheidsrelatie.
- Resitutievergoeding geen contractuele relatie. Recht op vergoeding van zorg. Dus particuliere
verzekeraars onafhankelijk van huisartsen en vice versa. Onafhankelijk dus hier.
Artsen voorkeur voor particulier, grotere mate onafhankelijkheid en kleinere mate risico door
verrichtingentarief.
, - Ziekenfondsen, gegarandeerd van inkomen voor mensen met laag inkomen. Dat risico
afgedekt. Ontvangen in ieder geval abonnementstarief.
- Beide verzekeringen, vrijwillig. Mensen met hoger inkomen was verzekeringsgraad bleef laag.
- Particulier via fee for service en resitutievergoeding; one party agrees to pay for potential
losses or damages caused by another party
- hoofdvergoedingen betaald door ziekenfondsen boden artsen een gegarandeerd inkomen,
ze kwamen ook met een prijs: minder professionele autonomie, volledig wachten
kamers en moreel risico.
1900-1940: geen universele en gelijke toegang tot zorg
- Omvang en financiële draagkracht ziekenfondsen te klein om grotere risico’s
(ziekenhuisopname) te dekken
- Ongelijke toegang door premiedifferentiatie en selectieve acceptatie door verzekeraars
Niet de plicht om iedereen te accepteren. Hoog risico hogere premie betalen
Boven bepaalde leeftijd geen ziektekosten verzekering te verstrekken als gevraagd.
Soms ontzegd als hoge kosten maken aan het eind van de contractperiode.
Keeping high-risk individuals out of the risk pool was not seen as harsh, but as a sign of
responsible management and fairness
- Grote locale/regionale verschillen in de prijs en beschikbaarheid van zorg
Mensen hoog risico geen toegang tot zorg. Sommige gebieden weinig huisartsen en
ziekenhuis voorzieningen. En verschillen in tarieven. Geen gelijke toegang. Maatschappelijke
druk om universele toegang wel te verlenen. Moet er geen sociale verzekering komen
- Pogingen om verplichte sociale ziektekostenverzekering in voeren mislukken keer op keer
Artsen te weinig invloed, of werkgevers te veel moesten bij betalen, economische recessie,
kabinet viel. Duitse bezetters hebben het afgedwongen in 41.
By 1940, about 15% of the population had joined a local hospital insurance association and roughly
10% a private (commercial) health insurer
COLLEGE 1.3 HISTORISCHE ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDSE ZORGSTELSEL
DEEL 3: SOCIALE ZIEKTEKOSTENVERZEKERINGEN (1941-1970)
Hoe universele toegankelijkheid tot zorg te garanderen?
Betaalbare zorg voor iedereen > gezondheidszorg steeds meer gezien als een recht > toenemende
prestaties > en toenemende kosten van zorg
1. Bismarck 1840-1945. Rijkskanselier. voor mensen met lager inkomen, Krankenkasseversicherung.
Onder bepaalde loongrens. Verplicht om te verzekeren. In handen krankenkasse en uitvoering door
private zorg aanbieders. Bismarck systemen als lijkt op deze systemen.
premies alleen maar worden besteedt aan gezondheidszorg. Doel waarvoor premie is bedoeld
Uitvoering zorgverzekeraars, geld gaat ook naar hen. Niet noodzakelijk dat zorgkosten op begroting
van het rijk staan. Vloeien naar verzekeraars, die moeten vergoeden.
Geen noodzaak op publieke aanbieders.
- sociale verzekering,
- zorg is verzekerd recht
- uitvoering zorgverzekeraars