Tijdlijn/samenvatting Oude Geschiedenis
Het Oude Nabije Oosten
2.5 miljoen – 12.000 BCE: Paleolithicum
Eerste mensen vanuit Afrika over rest van de wereld verspreid
Jagers-verzamelaars
IJstijd
‘De eerste rijke beschaving’
Lage niveaus op steen gebaseerde technologieën en kleine (kleine
hoeveelheden mensen)/ jonge (vroeg sterven) bevolking
Tasaday in de Filipijnen: hedendaagse prehistorische samenlevingen
11.000 BCE: Neolithische Revolutie
Klimaatverandering (Holocene)
Meer geavanceerde (stenen) gereedschappen
Getemde dieren (vee)
Uitvinding landbouw (teelt van gewassen)
Introductie keramiek (pottenbakkerskunst) > voedselproductie, bewaren,
delen van voedsel
Eerste nederzettingen: Catal Huyuk (7500-5000 BCE)
Consequenties Neolithische Revolutie
Economisch: sedentaire landbouw (overschotten)
Demografisch: bevolkingsgroei
Sociaal: permanent vestigen, grotere complexere samenlevingen
Technologisch: verandering leidt tot gebruik metalen (goud, zilver, koper, brons)
De uitvinding van de landbouw
Opkomst van domesticatie van veeteelt (schapen, geiten, varkens, vee)
Akkerbouw: granen en rijst (linzen, kikkererwten, erwten, druiven, olijven, walnoten,
amandelen, abrikozen, vijgen,dadels, bonen)
9000 BCE: De eerste nederzettingen in Mesopotamie & Egypte: de vruchtbare Halve
Maan
Irrigatiecultuur > complexe sociale organisatie
Irrigatiekanalen (hebben onderhoud nodig)
Regelmatige oogst (staan opslag toe)
Complexe sociale organisatie
Complexe samenlevingen
Tempel als centrum van staat
Regulatie arbeid
Centrale administratie
Schrift (hiërogliefen in Egypte/ spijkerschrift in Mesopotamië de essentiële
technologie voor organisatie en macht
3000 BC: Introductie brons
, Legering kopen en tin
Ertsen gelokaliseerd, grondstoffen schaars
Verbondenheid is oorzaak en gevolg (globalisering??)
Geavanceerde gereedschappen en wapens
Vroege Bronstijd EGYPTE
2900-2600 BCE: Vroege Dynastieke periode
Samenkomst hoger- en lager Egypte
Dynastie 1
2600-2150 BCE: Oude Koninkrijk
Dynastieën 3 – 6
Hoofdstad Memphis
Pyramides
Gecentraliseerde staat, hiërarchische samenleving
Mobilisatie (gedwongen) arbeid
2150-2000 BCE: Eerste intermediaire periode
Crisis (andere dynastieën die macht claimden)
Dynastieën 7 en 8
Mesopotamië
2900-2300 BCE: Vroege Dynastieke periode (Sumerie, Ur & Akkad)
Sumerische stadstaten
Uitvindingen: wiskunde, astronomie, spijkerschrift
2350 BCE: Opkomst Akkadie
2350 BCE: Sargon, stichter van Akkadie
Centralisatie: goddelijk koningschap
Globale ambities (eerste Imperialist)
2100-2000 BCE: Sumerische Renaissance (Ur)
Tempel belangrijker dan paleis
Crisis
Vroege Bronstijd GRIEKENLAND
3000-2000 BCE:
Toename bevolking
Toenemende interactie
Kolonisering Egeïsche eilanden (Cycladen) > Griekse eilanden
Verschijning sociale differentiatie > sociale stratificatie
Midden-Bronstijd EGYPTE (2100-1800 BCE)
2100-1800 BCE: Middel Koninkrijk
Dynastieën 11 en 12
Nieuwe hoofdstad Thebes
Kweek fayum
Klassieke periode literatuur en kunst
1800-1550 BCE: Tweede intermediaire periode
Dynastieën 15-17
, Crisis
Invasies Hyksos
Midden-Bronstijd MESOPOTAMIE (Oud-Assyrische en Oud-Babylonische periodes)
2000-1760 BCE: Oud-Assyrische Rijk in Assur
1800-1600 BCE: Babylonische Rijk
+/- 1700 BCE: Koning Hammurabi verovert Mesopotamië en vaardigt ‘wet’ uit
Na 200 jaar: Snelle desintegratie Babylonië
2000-1700 BCE: Midden-Bronstijd (Kreta, Minoïsche beschaving)
Paleizen komen op
Rol van religie (vrouwen belangrijke rol)
Expansie invloed over Egeïsche Zee
Middellandse Zeegebied en Nabije Oosten in Late Bronstijd (1700-1100 BCE):
Een verbonden wereld
Mesopotamië in de Late Bronstijd (1600-1200 BCE):
De Midden-Assyrische en Midden-Babylonische periode
Sterk verbonden koninkrijken
1595-1155 BCE: Babylon Chassidische Koningen
1350-1200 BCE: Opkomst Assur
1200 BCE: Arameeërs en Chaldeeërs
1165 BCE: Elamieten (Iran) plunderen Babylon
Late Bronstijd in EGYPTE (1600-1200 BCE):
1550-1100 BCE: Nieuw Koninkrijk
18de Dynasty: Hatshepsut, Thutmosis, Achnaton Nefertiti (Monotheisme)
19de Dynastie: Ramses II
1200 BCE: invasie van de zeerovers
Late Bronstijd ANATOLIE, HITTITES, HATUSA
1700 BCE: Oud-Hitittische Koninkrijk
1500-1250 BCE: Neo-Hitittische Rijk Mitannie
1200 BCE: Invasies
Late Bronstijd GRIEKENLAND
1642 BCE: Vulkaanuitbarsting Thera?
Late Bronstijd MYCEENSE BEVOLKING (1700-1100 BCE):
Myceens paleizensysteem
Rol van geweld en leger (Trojaanse Oorlog)
Expansie invloed over Egeïsche Zee
Handelsrelaties met Nabije Oosten en Italië
Lineair B
Griekenland:
2000-1200 BCE: Myceense periode (Bronzen tijdperk)
, 1200-750 BCE: Donkere eeuwen/ Vroege ijzertijd
750-500/480 BCE: Archaïsche periode
500/480- 330 BCE: Klassieke periode
330-27 BCE: Hellenistische periode
Rome:
753-510/9 BCE: Monarchie
510/9-27 BCE: Republiek (res publica)
509-287 BCE: Vroege Republiek
287-133 BCE: Midden-Republiek
133-27 BCE: Late Republiek
27 BCE-476 CE: Imperialistische periode
Griekenland
De Myceense periode (2000-1200 BCE)
1600 BCE: Mycenae (ommuurde stadstaat in het zuidwesten van Griekenland)
De donkere Eeuwen (1200-750 BCE)
1200-750 BCE: De Donkere Eeuwen
– Afname in aantal nederzettingen vergeleken met Myceense tijd (Bronzen)
– Systemen storten ineen: het uiteenvallen in kleine delen, verdwijning van het schrift
(Lineair B), de afname van de populatie
1000 BCE: Griekenland bestaat uit kleine en geïsoleerde samenlevingen
De Illias van Homerus: Odysseus die wordt beschreven als een bevelen uitdelende,
edele krijgsheld en als stedenverwoester. Een heldenstatus. Thersites werd afgebeeld
als brutaal, alles zeggen wat hij dacht en lelijk.
Sociaal-politieke ordening: een hogere rangorde betekende meer aanzien en een
respectvolle beschrijving in de geschiedschrijving.
De dage raad van Europa
900-500 BCE: De dage raad van Europa: Griekse en Romeinse beschaving
– Nadruk op het ontstaan van de stadstaat = polis in Griekenland en Rome
– BEVOLKINGSGROEI
– Opkomst van de polis
– Kolonisering
– Ontwikkeling hoplite phalanx= de opstelling van zwaarbewapende infanteristen in
Oude-Griekse leger
De Archaïsche periode (750-500/480 BCE)