Tijdlijn Globalisering
Hoorcollege 1 (benchjaar 9000 BP) ‘De Neolithische Revolutie’
1,75 miljoen jaar: handbijl van vuursteen, lavasteen, steen
1,7 miljoen- 125.000: het ontwikkelen van gebruik vuur
500.000: oudste gevonden speren
200.000-300.000: Homo Sapiens
140.000-40.000: Neanderthalers
100.000-60.000: meer abstracte taal, symbolisch denken, technologische creativiteit.
Culturele overgang of cognitieve Revolutie?
60.000: Homo Sapiens Sapiens verlieten Oost-Afrika
40.000: oudste rituele objecten
32.000-10.000: overgang van jager-verzamelaars naar herders en landbouwers
11.000-5000: bijna overal ontstond een meer complexe samenleving
(hunebedden/piramiden)
11.000-7000: in 7 gebieden op aarde was te zien dat mensen meer sedentair gingen
leven, dat ze meer landbouwers/herders werden en dat ze in grotere
gemeenschappen gingen leven.
+/- 10.000: Er vonden 2 soorten veranderingen plaats:
1. Ecologisch: einde ijstijd, grotere droge vlaktes, de balans tussen prooidieren en
tamme dieren verschoof.
2. Sociaal: nieuwe vormen van menselijke en technologische organisatie
7 regio’s met een autonome ontwikkeling van de landbouw:
9000: De vruchtbare halve maan
9000: Zuid-Amerika, Andes
8000: China
6000: Centraal Amerika, Mexico
6000: Sub-Sahara Afrika
?: Noordoost Amerika
?: Zuidoost Azië
De verdwijning van grote prooidieren.
Het toenemen in typen tembare dieren en eetbare soorten:
Vee:
– Schapen, geiten (Halve Maan)
– Varkens, zijderups (China)
– Kalkoen (Midden-Amerika)
– Lama (Andes)
Graan, zaden, groenten:
– Tarwe, gerst, gierst, tuinbonen, linzen erwten (Halve Maan)
– Rijst, soya, gierst (China)
– Mais, bonen, pompoen (Midden-Amerika_
– Aardappel, pinda (Andes)
– Cassave, kafferkoren (Afrika)
, 10.000/9000-4000: Neolithische Revolutie in de vruchtbare halve maan
– Vee- en landbouw
– Lemen en stenen huizen
– Opslagpotten (voor graan)
– Ver-ontwikkelde gereedschappen
Power of Pots: specialisatie, sociale structuur, sociale stratificatie
4000-3000: De verspreiding van de Neolithische Revolutie
– Meeste gereedschappen universeel
– Verspreiding van de ploeg door Eurazië
5000-2000: Neolithische Revolutie in Noordwest-Europa
– Landbouw langs Donau, Rijn, Elbe, Maas
– Waarschijnlijk eeuwen met jagers-verzamelaars samengeleefd
5500: Het wiel ontwikkeld in de vruchtbare halve Maan > wielen, (strijd)wagens >
snelle soldaten
5000-3500: Hunebedden gebouwd door landbouwers (grote stenen monumenten)
Sinds 5000: Eerste kleitabletten in de vruchtbare Halve Maan
3000-500: Polynesië
– Migratie van hieruit
– Culturele eenheid vanuit Oost-China en de Filipijnen
– Sterke sociale, economische diversiteit
– Soms ook het verlies van landbouw
+/- 5500-5000 en verder: Vooruitgang in Vruchtbare Halve Maan
– Het wiel
– Kleitabletten
3000-2200: Grieken/Feniciërs botsen en integreren met elkaar. De vernieuwing van
de Mediterrane wereld.
– Transport van koper, ijzer, hout, graan, olijven, wijn, geschreven kennis
753 v. Chr- 476 n.Chr: Het Romeinse Rijk
– Kampioen van de westerse landbouwwereld
– Integratie/specialisatie
– Dikbevolkte populaties in de centrale gebieden
– Grote boerderijen/latifundia
– Slavernij
– Transportoverschot per boot
3600-246 BCE: Shang & Zhou China
– Kampioen van de Oost-agrarische wereld
– Koningen en rechtbank reisden van stadspaleis > stadspaleis om te consumeren
– Irrigatie/samenwerking in onderdanige gemeenschappen
– Hoge kwaliteit brons
– Eerste pogingen om China te integreren
221-206: Qin Dynastie
– Eenwording onder eerste keizer
– Bureaucratisch systeem
– Standaardisering eenheden, munten en schrift
, – Integratie/specialisatie
– Dichtbevolkt in centraal gebied
– Grote boerderijen/latifundia
– Slavernij
– Grote muur uitgebreid
– Hoofstad X’ian
– Confucianisme onderdrukt
206 BCE-220 CE: Han Dynastie
– Confucianisme officieel (door het aankweken van 6 deugden een superieur persoon
kunnen worden) nieuw leven ingeblazen
– Hoge officieren worden feodale heren
– Ijzer, papier, het kompas
Hoofdvragen:
1. Waarom was er een overgang van een samenleving van jagers-verzamelaars naar een
samenleving van herders en landbouwers? Wat waren de consequenties van deze
veranderingen?
Antwoord:
Oorzaken:
– Ecologisch (verandering van het klimaat, de temming van dieren)
– Sociaal (over populatie)
Gevolgen van deze verandering:
– Sedentaire samenleving (mensen bleven op 1 plek)
– Specialisatie (verdeling van het werk)
– Toename in handel (met boten en wagens)
2. Wat waren de 4 overeenkomsten tussen de 2 grote ‘agrarische’ rijken die bestonden
rond het begin van onze jaartelling?
– Slavernij
– Dikbevolkte centrale ‘stad’ waar mensen samenleefden
– Integratie (leden niet dominante groep mengen zich met de dominante groep) en
specialisatie
– Grote boerderijen/latifundia