Verdediging in Strafzaken – Bijeenkomst 1
De taken van de advocaat
De taak van de raadsman is om de verdachte bij te staan met zijn juridische kennis en zijn op
het strafproces afgestemde vaardigheden, zodat de verdachte tot zijn recht komt en de
argumenten die hij maakt ook daadwerkelijk worden gehoord. De door de advocaat te
verrichten werkzaamheden leiden tot een hogere kwaliteit van het proces en dragen zo bij aan
een eerlijker proces. Over de invulling van de taken van de advocaat is echter meer discussie
mogelijk.
Een effectieve verdediging rust op twee pijlers: de strafrechtadvocaat is het aan zijn cliënt
verplicht om zorg te dragen voor een kwalitatief geode en zorgvuldige verdediging, en de
overheid moet de strafrechtadvocaat bepaalde rechten en garanties toekennen om dit mogelijk
te maken. Uit dit laatste komen het verschoningsrecht, het recht op informatie, op vrij verkeer
en vrijheid van meningsuiting voort.
Wet- en regelgeving
Met betrekking tot de taakuitoefening van advocaten in strafzaken is weinig geregeld. De
enige bepaling die wel te vinden is, is art. 46 Advocatenwet. Deze stelt dat advocaten voor de
tuchtrechter ter verantwoording geroepen kunnen worden wanneer zij in strijd handelen met
de zorg die zij als advocaat behoren te betrachten ten opzichte van hun cliënt, bij inbreuken op
de verordeningen van de NOvA, en bij enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat
niet betaamt. Op deze bepalingen zijn de gedragsregels en de tuchtrechtspraak gebaseerd. Het
behartigen van de belangen van de cliënt is dus de hoofdtaak van de advocaat. Een aantal
instrumenten stellen vast hoe dit moet gebeuren:
- De gedragsregels 2018: deze gedragsregels zijn niet formeel bindend, maar dienen als
richtlijn voor zowel advocaten als de tuchtrechter.
- Het Statuut voor de raadsman in strafzaken: het Statuut specificeert de bepalingen uit
de gedragsregels voor strafrechtadvocaten en zet uiteen binnen welk normatief kader
de strafrechtadvocaat zijn praktijk dient uit te oefenen en wat nodig is voor een
effectieve verdediging. Ook de regels uit dit instrument zijn niet bindend, ze dienen
louter als leidraad en als signaal naar de buitenwereld, en als bron voor de
tuchtrechter.
, - De Verordening op de advocatuur: de verordening (en alle verordeningen uitgevordigd
door de NOvA) is bindend voor advocaten die op het tableau van de NOvA zijn
ingeschreven.
- De Advocatenwet: vanzelfsprekend ook bindend.
- Het wetboek van strafvordering: ook bindend natuurlijk. Vooral relevant m.b.t. art.
272 en de strafuitsluitingsgronden.
In de eerste regel van het Statuut voor de raadsman in strafzaken wordt de raadsman als
verdediger, vertrouwenspersoon en adviseur van de verdachte aangeduid. Het belang van de
cliënt is dus ook leidend voor het optreden van de raadsman (regel 5). De rechten van de
raadsman die te vinden zijn in het Sv zijn om die reden vaak een afgeleide van de verdachte.
Twee visies op de verhouding tussen verdachte en raadsman (vooral relevant bij kwetsbare
verdachten die niet onder art. 503 of 509a jo. 509d lid 3 Sv vallen):
- Melai: Het is de verdachte die als dominus litis optreedt, niet de raadsman. Het is
namelijk niet de taak van de raadsman om een tekort in de conditie van de verdachte te
compenseren. Hij draagt een element van deskundigheid bij waarover de verdachte
voor de weloverwogen bepaling van zijn proceshouding en de behandeling van zijn
zaak moet kunnen beschikken. Deze visie wordt ondersteund door ons
strafvorderlijke systeem. Een verdachte is er niet toe verplicht om zich te laten bijstaan
en de verdachte heeft altijd het laatste woord over de verdedigingsstrategie. (A.L.
Melai, ‘Het strafgeding: polariteit en tegenspraak’, in: A.L. Melai en M.S.
Groenhuijsen (red.), Het Wetboek van Strafvordering, Deventer: Kluwer (losbladig),
Inleiding, aant. 7.1).
- Reijntjes: De meeste verdachten zijn niet bekwaam om zelf hun verdediging te voeren.
De raadsman moet dit dan ook op zelfstandige wijze doen, al moet hij wel in
vergaande mate rekening houden met de wensen van de verdachte. Uiteindelijk is de
raadsman verantwoordelijk voor de procesvoering. Dit standpunt wordt bevestigd door
de Gedragsregels 2018 en de daarop gebaseerde tuchtrechtelijke jurisprudentie.
Reijntjes ziet dus niet de verdachte maar de raadsman als dominus litus. (J.M.
Reijntjes, A. Minkenhof’s Nederlands strafvordering (11 e druk), Deventer: Kluwer
2009, p. 82)
Welke visie je ook volgt, de raadsman heeft altijd slechts het belang van de verdachte te
dienen, en dient altijd goed te overleggen met de verdachte over de proceshouding en de te
volgen strategie. De raadsman is partijdig en mag de belangen van de verdachte dus niet
schaden. Ook mag de raadsman vanwege deze partijdigheid geen activiteiten verrichten die
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carmenftr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.