Capita Selecta Criminologie – Bijeenkomst 7
De voornaamste theorieën binnen de ‘environmental criminology’
De theorieën die binnen de environmental criminology passen hebben gemeen dat ze naar de
omstandigheden kijken in plaats van naar de persoon of naar de motivatie specifiek. Motivatie
is namelijk volgens deze theorieën een gegeven wanneer iemand crimineel gedrag vertoont.
Deze tak kan ook gelinkt worden aan de omgevingscriminologie, maar het is echt een andere
manier van denken, want het gaat om veel pragmatischere oplossingen. Je probeert niet de
cultuur binnen een wijk te beïnvloeden, maar hangt bijvoorbeeld op bepaalde plekken
camera’s op. Je kijkt specifiek naar het moment waarop een keuze wordt gemaakt en probeert
een directe oorzaak aan te pakken. Alle onderstaande theorieën zijn niet met elkaar in strijd,
maar zien op andere niveaus. Zo draait de rationele keuzetheorie om het microniveau, de
routine activities theory om het macroniveau en de crime pattern theorie om het mesoniveau.
Al deze theorieën gaan uit van vier aannames:
1. Criminaliteit is het resultaat van een interactie tussen aanleg en situatie. Hierbij zorgt
de situatie voor de mogelijkheden en soms voor stimulans.
2. Delinquenten kiezen ervoor om crimineel gedrag te vertonen. Dit omdat ze denken dat
het voordelig is.
3. Opportuniteit is een belangrijke oorzaak van criminaliteit.
4. Situationele factoren kunnen criminaliteit stimuleren.
Beccaria kwam als eerst (1738-1794) met de volgende theorie, gevolgd door Clarke &
Cornish beïnvloed door econoom Gary Becker (1986): De rationele keuzetheorie gaat er
van uit dat criminaliteit (mede) voortkomt uit een individuele (economische) keuze van
personen. Elke persoon is vrijdenkend en maakt een rationele keuze binnen elke situatie.
Vanuit de rationele keuze theorieën wordt gekeken naar hoe mensen denken, om zo te
voorspellen wanneer er een criminele daad voor gaat komen. Mensen maken een doelgerichte
keuze, gebaseerd op bepaalde factoren. Binnen deze theorie wordt er bestudeerd welke
factoren deze keuze beïnvloeden. Wanneer een persoon ervoor kiest een criminele daad te
begaan, dan heeft diegene het voordeel hoger ingeschat dan de pakkans. Wel is rationaliteit
gelimiteerd. Men heeft immers niet alle informatie of kan die niet altijd logisch verwerken.
Mensen focussen bijvoorbeeld eerder op de korte termijneffecten dan op de lange
termijneffecten. Met die beperkingen blijft het echter een rationele keuze. Dit is belangrijk
omdat het betekent dat je de situatie kan beïnvloeden, en dan dus ook de beslissing. Deze
theorie is een microtheorie die ziet op de keuze van het individu.
, Clarke & Cornish stellen dat er 3 key moments zijn:
1. Drive and readiness to commit a crime
2. Decision to actually commit a specific crime
3. Decisions related to the way the specific crimes are commited (reaction to chance event).
With whom, when exactly, what tools? There is a chance event, but then people have to
respond to it. It’s at this point that discouragement comes in: make it difficult.
Situational constraints and opportunities.
Felson & Cohen: routine activities theory. The routine activities theory looks at crime from
an offender's point of view. Veel criminaliteit komt voort uit gewoonte. Men is al op een
bepaalde plek en pleegt dan een misdrijf. De crimineel creëert niet zelf een bepaalde situatie,
maar veel gelegenheid ontstaat door de dagelijkse beslommeringen. Dit is dus de situatie
waarop routine activities ziet: dagelijkse routine waardoor een slachtoffer zich ineens
presenteert of waardoor een crimineel altijd op een bepaalde plek komt. A crime will only be
committed if a likely offender thinks that a target is suitable and a capable guardian is absent.
It is the offender's assessment of a situation that determines whether a crime will take place.
Deze theorie ziet meer op het macroniveau: brede veranderingen binnen een samenleving die
een stijging of daling in criminaliteit veroorzaken. Hoe voorkom je dat criminelen in een
dergelijk gewoontepatroon belanden?
Volgens Felson & Clarke zijn er 4 factoren die bepalen hoe kwetsbaar een object is:
VIVA
- Value (monetary or cultural)
- Inertia (portability)
- Visibility
- Access (well protected?)
Gelegenheidstheorie: deze theorie probeert te verklaren waarom er ‘crime hotspots’ ontstaan.
Waarom op die plekken en op die momenten en bij die mensen? Drie voorwaarden voor
criminaliteit:
- De aanwezigheid van geschikte plegers
- De aanwezigheid van geschikte slachtoffers
- De afwezigheid van geschikte beschermers (toezicht): capable guardians
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carmenftr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.