Samenvatting Inleiding tot de rechtswetenschap (week 1 t/m 6)
Week 1:
Descriptieve en normatieve algemene regels:
A. Descriptieve regels -> beschrijven de werkelijkheid / kunnen onderzoeken
B. Normatieve regels/ prescriptieve regels -> beschrijven gedrag wat we wenselijk
vinden
- Godsdienst
- Moraal ->
- Fatsoenregels ->
- (rechtsregels)
Recht <-> moraal en godsdienst
Bij scheiding van recht en godsdienst wordt godsdienstvrijheid mogelijk
Bij scheiding van recht en moraal is er sprake van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid
Rechtszekerheid: kunnen vertrouwen op wat je rechten zijn. Kan alleen als het is losgemaakt
van het moraal en godsdienst
Wet is democratisch, jurisprudentie niet
Gewoonterecht zijn ongeschreven rechtsregels gebaseerd op gewoontes waarvan de
bevolking vindt dat het een rechtsregel is.
Natuurrecht: geloven dat bepaalde beginselen van rechtvaardigheid van nature geldt.
(Wetten die ingaan tegen fundamentele waardigheid van mensen gelden niet, dan geldt het
natuurrecht)
Positief recht: recht uit de rechtsbronnen
Rechtspositivisme: is een stroming voor juristen die geloofd in positiefrecht
Materiel recht: rechtsregels
Formeel recht: wijze van procederen
,Hoofdfuncties van recht:
- Menselijke gedragingen ordenen en uniformeren zodat ze voor iedereen van gelijke
kracht zijn
- Ordenen van menselijk gedrag door het stellen van regels en zorgen dat deze worden
gehandhaafd.
personen- en familierecht
rechtspersonen recht
vermogensrecht
Empirisch onderzoek: onderzoek was gebaseerd is op eigen ervaring/ waarneming
Waarden: zaken die waardevol worden gevonden
Normen: richtlijnen hoe je aan je waarde kan voldoen
Als een genusbegrip aan de hand van een duidelijk criterum wordt onderverdeeld in
verschillende species, sluiten de species elkaar onderling uit (geschreven of ongeschreven
recht, iets is niet allebei)
Verschillende species van een genus hoeven elkaar niet perse uit te sluiten, er kan een
overlag zijn: dit ontstaat als 1 genus op twee verschillende manieren wordt onderverdeeld
aan de hand van twee verschillende criteria.
Materieel recht: regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in
hun onderlinge verkeer, zijn op de inhoud gericht
Formeel recht: regels over de wijze van procederen
, De rechtsgebieden:
Staatsrecht -> regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn organen
en op de bevoegdheden van die organen. Het bevat tevens de verhouding tussen de burger
en de staat. Het fundament is de Grondwet. Gewoonterecht komt ook voor
Vrijheidsrechten: vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting
Politieke rechten: geven burgers zeggenschap over het samenstellen van de
overheidsinstellingen
Sociale grondrechten: de overheid wordt verplicht zich in te spannen voor het algemene
welzijn
Organieke wet: over een bepaald onderwerp moeten nog nadere regels worden gemaakt in
de wet
Bestuursrecht -> rechtsverhouding tussen overheid en burger
Beschikking: een besluit van een bestuursorgaan in een individueel geval (art. 1:3 Awb)
Deze is alleen rechtsgeldig als ze in overeenstemming zijn met de wet en met de algemene
beginselen van behoorlijk bestuur.
Strafrecht ->
Materiele strafrecht: welke gedragingen strafbaar zijn
Formele strafrecht: voorschriften omtrent de gang van zaken bij de opsporing, het
onderzoek ter terechtzitting en het uitvoeren van de straf
Iets is alleen strafbaar als het staat opgenomen in een wettelijke strafbepaling (art. 16 Gw en
art. 1 Sr)
Burgerlijk recht -> regelt de juridische betrekking van personen onderling
Arbeidsrecht en het sociaal zekerheidsrecht -> arbeidsrecht wordt omschreven als het
geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de arbeidsverhouding van personen die in
loondienst werkzaam zijn. Omvat zowel de privaat als de publiek vorm.
Collectief arbeidsrecht: daarin wordt de rechtspositie geregeld van groepen werkgevers en
werknemers in het sociaal overleg (ook stakingen)
Sociale zekerheidsrecht: het onderdeel van het arbeidsrecht dat zich bezig houdt met het
stelsel van sociale voorzieningen
Privaatrecht is horizontaal
Publiekrecht is verticaal
Rechtsregels: hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en te uniformeren,
doordat ze voor iedereen van gelijke kracht zijn.
Het recht ordent menselijk gedrag door het stellen van regels en zorgt dat die regels
worden gehandhaafd door geschilbeslechting
Recht: het geheel van geldende rechtsregels
Recht: een recht is een aan het objectieve recht ontleende individuele bevoegdheid
Positief/ objectief recht: alle rechtsregels die op dat moment gelden (godsdienst en fatsoen
tellen niet meer)
Objectief recht: de verhouding tussen personen door aan hen bevoegdheden en
verplichtingen toe te kennen (ALGEMEEN)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliavanlaanen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.