Week 1: Contractenrecht herhaald 3
- Totstandkoming van overeenkomsten
- Geldigheid van de overeenkomst
- Uitleg van de overeenkomst 6
Week 2: Uitleg van overeenkomsten 7
- De noodzaak van uitleg
- Objectieve en subjectieve uitleg: Haviltex, CAO, DSM/Fox
- Een paar vuistregels 9
- Verband met wilsvertrouwensleer en Kribbebijter (wie is partij?) 10
- Uitleg van “commerciële contracten”
- Redelijkheid & billijkheid: Vodafone/ETC
Week 3: Nakoming & opschorting 12
- HR Inbev/V.d. Valk
- Uitgangspunten contractenrecht
- Coronacrisis 13
- RVR 2021/13 – Rb. Den Haag 21 januari 2021
- Nakoming
- Opschorting (art. 6:52 & 6:262 BW) 15
- HR Ammerlaan/Enthoven 16
- Schuldeisersverzuim
- HR Tyco/Delata 17
Week 4: Niet-nakoming (en schuldeisersverzuim) 18
- Tekortkoming – Wanprestatie
- PIP – implantaat
- Kopers – Heijmans 19
- WEA / Verweerder 20
- Aansprakelijkheid verkoper & vorderingen bij niet-toerekenbaarheid
- Art. 7:23 BW (klachtplicht), verzuim & ingebrekestelling (Fraanje/Alukon)
Week 5: Ontbinding en koop 23
- Ontbinding (Fisser BV/Tycho BV & Eigen Haard/Huurder)
- Koop (titel 7.1 BW) 24
- Consumentenkoop en Wetsvoorstel 35 734
- MBS/Prowi
Week 6: Invloed EU-recht op het Nederlandse contractenrecht 26
- Tekortkoming (directe/indirecte horizontale werking)
- Invloed primair en secundair Unierecht op contractuele rechtsverhoudingen 27
A. VWEU (mededingings- en staatssteunregels, vrijverkeerbepalingen)
B. Richtlijnen 30
,Week 7: Europese Richtlijn oneerlijke bedingen 33
- Inleiding
- Begrippenkader
- Totstandkoming
- Vernietigingsgronden 34
A. Onredelijk bezwarend (art. 6:233 sub a BW)
B. Schending informatieplicht (art. 6:233 sub b BW) 36
C. Uitgezonderd van een beroep op een vernietigingsgrond 37
- Vernietigd, en dan?
Week 8: Franchise 38
- Introductie
- Wet Franchise: precontractuele fase 39
- Wet Franchise: contractuele fase 40
- Wijzigingen doorvoeren in de franchiseformule 41
- Opzegging van de franchiseovereenkomst
- Wet Franchise: postcontractuele fase 42
Week 9: Aannemingsovereenkomst 44
- Wettelijke regeling BW en AV, contractvormen
- Oplevering 45
- Verjarings- en vervaltermijnen 47
- Waarschuwingsplicht aannemer 48
Week 10: Contracten maken 50
- Contracten maken
- Partijen en derden 51
A. Kettingbeding 52
B. Derdenbeding 53
Week 11: Opdracht / Reisovereenkomst 54
- Opdrachtovereenkomst
- (Pakket)Reisovereenkomst 57
Week 12: Elektronisch contracteren 58
- Introductie en rechtsbronnen
- Hot topics elektronisch contracteren 59
A. Informatieplichten
B. Totstandkoming 60
C. Herroepingsrecht 62
- Het vooruitzicht 63
Week 13: Contractenrecht in de (proces)praktijk 64
2
,Week 1: Contractenrecht herhaald
I. Totstandkoming van overeenkomsten
Bij de totstandkoming van een overeenkomst komt het aan op wat iemand wilde en als die wil niet
overeenstemt met wat de ander uit de verklaring mocht afleiden gelet op de omstandigheden van
het geval, dan wordt hij toch gebonden aan het vertrouwen dat hij heeft opgewekt (art. 3:35 BW;
wilsvertrouwensleer).
HR Spookhuis: koper kocht voor een redelijke prijs een huis, maar wist niet dat verkoper schizofreen
was en dacht dat er spoken waren. Verkoper wilde zijn huis eigenlijk niet verkopen. Koper had hier
gerechtvaardigd vertrouwd. Als verkoper zou hebben gezegd dat hij wilde verkopen vanwege spoken
in het huis, dan had koper niet gerechtvaardigd vertrouwd.
HR Bunde/Erckens (HR Misverstand): Erckens verkoopt een stuk grond in Bunde aan de gemeente.
In het koopcontract is afgesproken dat de gemeente de belastingschade van Erckens die het gevolg
is van die transactie zou vergoeden. De gemeente bedoelde hiermee een bepaald type
belastingschade zoals dat in de Onteigeningswet staat. Erckens bedoelde hiermee echter alle fiscale
gevolgen van de transactie. Het verschil in geld was 42.000 gulden. Er is wel al verkocht en geleverd.
Beide partijen beroepen zich op de voorloper van art. 3:35 BW. Hier is geen normale discrepantie
tussen wil en verklaring, namelijk een discrepantie tussen wat je zegt en bedoelt, maar achter het
woordje zit een andere betekenis.
- Hof: hier moet worden gekeken of er sprake is van een overeenkomst.
- HR: Hof heeft het verkeerd gedaan. Om te bekijken of er sprake is van een overeenkomst
moet je kijken naar wat partijen over en weer verklaard hebben en redelijkerwijs uit elkaars
gedragingen hebben mogen afleiden.
HR verwijst terug naar een nieuw Hof, weer cassatie, weer vernietiging van het arrest van het Hof en
verwijzing naar een derde Hof. Inmiddels heeft de gemeente aan 1000 mensen woningen en winkels
verkocht en geleverd etc. Het is inmiddels al tientallen jaren een bewoond gebied. Als het derde Hof
concludeert dat er nooit wilsovereenstemming was, dan is er nooit een overeenkomst tot stand
gekomen en dan was de gemeente doordat er geen geldige titel was nooit beschikkingsbevoegd
voor alle overeenkomsten die daarna komen. Met het huidige recht wordt dat gered door art. 3:88
BW, maar destijds bestond geen vergelijkbare bepaling.
- Hof Den Bosch: er heeft nooit wilsovereenstemming bestaan tussen partijen, dus dit
rechtsgevolg treedt in (alles is eigendom van de familie Erckens).
Er is dus geen principieel, fundamenteel verschil tussen totstandkoming van HR Bunde/Erckens
(wilsvertrouwensleer) en uitleg van HR Haviltex (wilsvertrouwensleer). In HR Kribbebijter zei de HR
dat de vraag met wie je een overeenkomst hebt gesloten afhangt van wat ze over en weer verklaard
hebben en redelijkerwijs uit elkaars verklaringen en gedragingen mochten afleiden
(wilsvertrouwensleer). Of je een overeenkomst hebt, met wie en wat je dan hebt afgesproken, is dus
allemaal de wilsvertrouwensleer.
II. Geldigheid van overeenkomsten
Precontractuele fase:
Uit HR Plas/Valburg; HR CBB/JPO blijkt dat al gebondenheid kan bestaan voorafgaand aan de
totstandkoming van de overeenkomst (precontractuele gebondenheid). Dit moet echter wel met een
3
, grote mate van terughoudendheid worden benaderd. M.n. uit HR CBB/JPO blijkt dat je in principe
nog terug kan zonder dat het je iets kost. Alleen in uitzonderlijke gevallen ( redelijkheid en billijkheid)
is het zo dat ondanks dat er geen wilsovereenstemming is, het je niet vrijstaat om te stoppen met
onderhandelen. Wanneer dat zo is hangt af van de omstandigheden van het geval. Die zijn de
essentie van het recht om twee redenen:
1) Door rekening te houden met de omstandigheden van het geval kan het recht functioneren
als een rechtvaardige organisator van de samenleving (het is geen one size fits all);
2) Hierdoor ga je de omstandigheden van het geval laden, gebruiken, een narratief maken.
Wat Bartels betreft heeft HR CBB/JPO geen einde gemaakt aan de drie fasen van HR Plas/Valburg.
Je moet echter niet in fases denken, want het heeft niets met tijd te maken of met hoelang je met
elkaar aan het praten bent. Het heeft met situaties te maken. Drie fasen:
1) Fase/situatie 1: gevallen waarin je niets hoeft te betalen (VB.: je kan elkaar niet vinden op de
koopprijs bij de verkoop van een huis);
2) Fase/situatie 2: gevallen waarin je enkel het negatief contractsbelang hoeft te betalen;
3) Fase/situatie 3: gevallen waarin je het negatief contractsbelang en het positief
contractsbelang moet vergoeden (dit kan nog altijd naar geldend recht; HR CBB/JPO).
Voorbeelden:
- Partijen spreken vaak al een soort onderhandelingsovereenkomst/rompovereenkomst af. Je
kan dan bijv. afspreken dat je subject to contract/subject to signature contracteert: je bet
pas gebonden als allebei de partijen hun handtekening over de overeenkomst hebben gezet.
Dit voorkomt dat je aan een mondelinge wilsovereenstemming gebonden raakt. Op die
manier beïnvloedt je dus het gerechtvaardigde verwachtingspatroon van de wederpartij, die
dus minder snel mag denken dat er wel een overeenkomst tot stand zal komen.
- Je kan ook subject to board approval contracteren. De onderhandelaar waarschuwt dan
gelijk bij de onderhandelingen dat de raad van het bestuur het wel moet goedkeuren om
aansprakelijkheid te voorkomen. Dit kan ook toestemming van de raad van commissarissen
of van de gemeente zijn.
Je kan dus wel afspraken maken die invloed uitoefenen op het totstandkomingsvertrouwen, maar je
kan precontractuele aansprakelijkheid niet geheel uitsluiten. De omstandigheden van het geval
kunnen er altijd toe leiden dat ondanks bepaalde afspraken toch een overeenkomst tot stand is
gekomen. VB.: subject to board approval, maar de CEO zit aan de onderhandelingstafel. Dan mag de
andere partij er op enig moment wel vanuit gaan dat als de CEO het ermee eens is, de board
approval geen probleem meer zal zijn.
Nietigheid (art. 3:40 BW):
Nietigheid heeft geen terugwerkende kracht (nodig), want nietigheid betekent dat het nop geen
enkel moment heeft bestaan. Nietigheid moet in principe door de rechter ambtshalve worden
toegepast. Nietigheid verjaart niet en werkt ten opzichte van iedereen.
Een rechtshandeling kan in beginsel in elke vorm plaatsvinden (art. 3:37 BW). Afhankelijk van de
omstandigheden kan zelfs het niet reageren al instemming betekenen. Soms heb je echter wel
voorschriften. Een rechtshandeling die niet in de voorgeschreven vorm is verricht is nietig, tenzij uit
het vormvoorschrift anders volgt (art. 3:39 BW). Je moet dus bij ieder vormvoorschrift kijken wat de
strekking ervan is en wat dan het rechtsgevolg is als hieraan niet wordt voldaan.
Voorbeelden:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jyttefaber22. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,99. Je zit daarna nergens aan vast.