Lecture 1 - Refresher Accounting basics
Accounting refresher
Deze lecture is een accounting refresher om de basisbegrippen van accounting te begrijpen:
- De interactie tussen income statement, balance sheet and cashflow statement.
- En de manier waarop deze elkaar beïnvloeden. .
What is Corporate Finance?
Corporate finance = houdt zich bezig met één groot doel → het maximaliseren van de
waarde van het bedrijf.
Dit is op te splitsen in 2 vragen:
1. Welke assets zal ik moeten kopen? → Gebruik een Net Present Value analysis.
Uitkomst positief → JA, wel investeren
Uitkomst negatief → NEE, niet investeren
→ is uitgelegd in course Finance van jaar 1.
2. Hoe moet ik mijn assets financieren? → gebruik Capital Structure Theory
→ zal in deze course (corporate finance) uitgelegd worden.
Revise liquidity ratios and profitability ratios.
, Balance sheet (Balans)
Balance sheet = financiële positie van een bedrijf op een bepaald moment in tijd.
Hierbij geldt → Assets (activa) = Liabilities (verplichtingen) + Equity (eigen vermogen)
Assets = Alle spullen die bij een bedrijf horen, die het bedrijf behoudt met het idee er inkomsten mee te
genereren.
Current assets (CA) = bezittingen waarvan verwacht Fixed assets (FA) = bezittingen waarvan niet verwacht
wordt dat ze binnen één jaar worden omgezet in geld, wordt dat ze binnen één jaar worden omgezet in geld,
worden verkocht of op een andere manier het bedrijf worden verkocht of op een andere manier het bedrijf
verlaten. verlaten.
Soorten current assets: Soorten fixed assets:
1. Cash 1. Tangible assets (Materiële vaste activa)
2. Account receivable (debiteuren) (PPE - Property, Plant, Equipment). Materiële items die
Geld dat (door klanten) nog verschuldigd is aan het langer dan een jaar worden gebruikt bij de
bedrijf bedrijfsvoering
3. Inventory 2. Intangible assets (Immateriële activa)
Alle goederen die gekocht of geproduceerd zijn om te Patenten, handelsmerken, franchiserechten, goodwill
verkopen om inkomsten te genereren. Deze goederen en andere items die toekomstige voordelen bieden,
passen binnen de normale bedrijfsactiviteiten van het maar geen fysieke inhoud hebben.
bedrijf.
Opmerkingen:
- De verschillen tussen current- en fixed assets is niet altijd helder. Sommige bedrijven verkopen producten
die soms langer dan één jaar binnen het bedrijf wachten (Bv. motors van Harley Davidson). Deze
producten vallen technisch gezien onder inventory (ook al blijven ze langer dan 1 jaar binnen het bedrijf).
Maar bij ratio analyse moet hier wel rekening mee gehouden worden.
- Current ratio = (current assets – inventory longer than one year) / current liabilities.
- Activa die bestemd zijn om te worden gebruikt, zoals inventaris en materiële vaste activa, worden tegen
hun historische kostprijs (historical cost) (oorspronkelijke aanschaffingskosten) in de balans opgenomen.
- Bv. kledingwinkel heeft een halfjaar geleden een magazijn voor €100.000 gekocht. Dit magazijn is
nu nog maar €90.000 waard. De historische kostprijs is €100.000. Historische kostprijs heeft
voordeel van betrouwbaarheid.
Liabilities = huidige (financiële) verplichtingen van een onderneming aan derden. Dit wordt onder andere
gebruikt om de activa te financieren. Denk bijvoorbeeld aan een hypotheek om een pand te financieren. Wanneer
er geld wordt ontvangen voordat de opbrengst wordt erkend, is er sprake van een schuld.
Current liabilities (CL) = verplichtingen die binnen Fixed liabilities (FL) = verplichtingen die na een jaar
een jaar betaald moeten worden. betaald moeten worden.
Soorten current liabilities: Soorten fixed liabilities:
1. Accounts payable (crediteuren) 1. Long term debt (Langlopende schulden)
Leveranciers waarvan goederen zijn afgenomen, maar Bedragen die zijn geleend van schuldeisers en die naar
waarvan de factuur nog niet betaald is door de verwachting over meer dan een jaar zullen worden
onderneming. terugbetaald. (Vb. hypotheek)
2. Accrued liabilities (overlopende passiva) 2. Overige langlopende verplichtingen
plichtingen voor uitgaven die zijn geregistreerd, maar Diverse verplichtingen, die minimaal een jaar later
nog niet zijn betaald. (Bv. nog te betalen salaris) zullen worden betaald. (Vb. garantievoorziening → een
3. Short term borrowings spaarpotje voor eventuele kosten in de toekomst)
Kortlopende schulden aan de bank of andere
crediteuren.
,Equity (E) = Het kapitaal dat door de eigenaren van het bedrijf is verstrekt. (geld van het bedrijf)
Het kan worden berekend door de schulden (liabilities) van de bezittingen (assets) af te trekken.
Soorten Equity:
1. Share capital / capital stock (aandelen kapitaal) → Het bedrag dat de aandeelhouders geïnvesteerd hebben
in de onderneming.
2. Retained earning (ingehouden winsten) → Winsten verkregen uit bedrijfsvoering die niet zijn uitbetaald aan
de aandeelhouders, maar in het bedrijf worden gehouden.
Opmerkingen Equity:
- Equity is het geld dat hoort bij het bedrijf. Het is niet juist om te zeggen dat het geld van de shareholders
zijn. Het geld is namelijk van het bedrijf en het bedrijf is van de shareholders. Shareholders verschaffen
het bedrijf eigen vermogen wanneer ze aandelen kopen en kunnen in ruil daarvoor dividenden ontvangen
en/of kunnen in de toekomst profiteren van het winstpotentieel van het bedrijf.
- Dividends = een deel van de bedrijfswinst dat uitgekeerd kan worden de shareholders.
- Equity heeft twee basiscomponenten:
- Contributed capital (ingebracht kapitaal) = netto-opbrengst die een bedrijf heeft ontvangen door
het uitgeven en het terugkopen van zijn aandelen.
- Earned capital (verdiend kapitaal) = het cumulatieve nettoresultaat (en verlies) dat de
onderneming behoudt en niet als dividend aan de shareholders uitkeert.
- DUS → Ending retained earnings = Beginning retained earnings + net income - dividend
, Income statement (Winst- en verliesrekening)
Income statement = laat de financiële prestatie van een bedrijf zien over een bepaalde
tijdsperiode, meestal een jaar.
Hierbij geldt → Income (income) = Revenues (omzet) - Expenses (kosten)
Revenue or sales
– Expenses
= Profit before tax
– Tax (25%)
= Net income
Revenue /sales (omzet) = Geld dat het bedrijf genereert bij het doen van bedrijfsactiviteiten.
→ Vb. Universiteit. Het geld dat verdiend wordt bij het verkopen van een universiteitsgebouw
kan dus niet als revenue gezien worden, sinds de operationele activiteit van de universiteit
het lesgeven aan studenten is en niet het verkopen van gebouwen. De universiteit kan dus
het geld wat het verdiend heeft met de verkoop van zijn gebouw niet als revenue zien.
Expenses = De kosten die gemaakt zijn bij het genereren van revenue.
→ Company pays something but no new asset is created. And no new asset is created
because you will use up / consume in much less than one year. E.g. company uses cash
(CA) and for that cash buy a car (FA). Cash goes down and the specific asset car would go
up with the exact same amount. The income statement is not affected at all. If however we
are a firm and rent our headquarters, then by paying the rent I do not get ownership of the
building and this is recorded as an expense on the income statement.
→ It matters because you can now distinguish between situations when a transaction
creates a new asset or when a transaction helps recording an expense.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilaydaaah18. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.