Inhoudsopgave
DEEL 1........................................................................................................................................................... 3
Algemeen.............................................................................................................................................................3
Gedogen...............................................................................................................................................................3
Het onderscheid tussen herstellende en bestraffende sancties...........................................................................5
Medewerkingsplicht tijdens verhoor...............................................................................................................5
Last onder bestuursdwang (art. 5:21 Awb).....................................................................................................7
Last onder dwangsom (art. 5:31d Awb)..........................................................................................................8
Bestuurlijke boete............................................................................................................................................8
Overige onderwerpen...........................................................................................................................................9
DEEL 2.......................................................................................................................................................... 10
Uitgangspunten en stappenplan bestuursrechtelijk rechtsbescherming...........................................................10
Het stappenplan voor bevoegdheid...................................................................................................................11
Voorprocedures..................................................................................................................................................12
Beroep bij de bestuursrechter............................................................................................................................14
Verschillende behandelingen procedures.....................................................................................................16
Voorlopige voorziening..................................................................................................................................16
Omvang van het geding.....................................................................................................................................17
Bewijsrecht.........................................................................................................................................................18
Trechtermodel....................................................................................................................................................19
Relativiteit..........................................................................................................................................................21
Uitspraakbevoegdheden en bestuurlijke lus......................................................................................................22
Bestuurlijke lus...............................................................................................................................................22
Rechtsgevolgen in stand laten.......................................................................................................................23
DEEL 3.......................................................................................................................................................... 23
Taakverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter.......................................................................................24
Schadevergoeding bij onrechtmatig overheidshandelen...................................................................................24
Verhouding bestuursrechter-burgerlijke rechter toegepast op Titel 8.4 Awb...................................................25
Inhoudelijke beoordeling van het schadeverzoek..............................................................................................26
Onrechtmatige daad:.....................................................................................................................................26
Aansprakelijkheid voor niet-appellabele besluiten............................................................................................27
Nadeelcompensatie bij rechtmatig overheidshandelen....................................................................................28
Inhoudelijke onderbouwing verzoek strekkende tot nadeelcompensatie...................................................29
DEEL 4.......................................................................................................................................................... 30
Toepassingsbereik art. 6 EVRM..........................................................................................................................30
Onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak......................................................................................................30
Redelijke termijn.................................................................................................................................................30
Recht op toegang tot de rechter........................................................................................................................32
Recht op leven....................................................................................................................................................32
,EU-RECHT.................................................................................................................................................... 32
Loyale samenwerking, institutionele en procedurele autonomie en beperkingen hiervan...............................32
Beginsel van formele rechtskracht en EU-recht.................................................................................................34
Schadevergoeding..............................................................................................................................................35
Kennisclips................................................................................................................................................... 35
Kennisclip 1, het verschil tussen herstel- en bestraffende sancties....................................................................36
Kennisclip 2, Bewijslastverdeling........................................................................................................................39
Kennisclip 3, nadeelcompensatie en het égalitébeginsel...................................................................................42
BESTUURS(PROCES)RECHT II
,DEEL 1
Algemeen
Een bestuursorgaan kan handhavend optreden. Er zijn 3 soorten mogelijke sancties:
a) Bestuurlijke sanctie
a. Herstelsanctie
b. Bestraffende sanctie
b) Strafrechtelijke sanctie
c) Privaatrechtelijke sancties
Blijkens het woordje “kan” in art. 125 Gemeentewet is de beslissing tot handhaven een
discretionaire bevoegdheid van het verantwoordelijke bestuursorgaan. De Afdeling is het
hier niet mee eens. Volgend uit ABRvS Ligplaats Goes (r.o. 7.1) is er een beginselplicht tot
handhaven. Gezien het algemeen belang dat gediend is met handhaving, moet er in beginsel
gehandhaafd worden. Een uitzondering hierop is gedogen. Overigens bestaat in de
toezichtfase geen beginselplicht tot handhaving.
Gedogen
Zoals gesteld bestaat de mogelijkheid van gedogen voor het bestuursorgaan. Gedogen
betekent dat er een overtreding wordt geconstateerd maar het bestuursorgaan kiest om
niet op deze overtreding te handhaven. Er zijn wel enkele vereisten:
- De gedoogbeslissing moet expliciet genomen zijn. Het bestuursorgaan mag niet
kiezen om de overtreding ‘door de vingers te zien’.
- Gedogen mag slechts voor een bepaalde, zo kort mogelijke, periode.
- Gedogen kan onder het stellen van voorwaarden
- Gedogen mag slechts na een zorgvuldige procedure waarin ieders belangen
meegenomen zijn.
Volgend uit ABRvS Gedoogverklaring Mariekerke is de gedoogbeslissing een besluit waar
bezwaar en beroep tegen open staat. Blijkens ABRvS Gedoogde Hoogeloonse Stal is er een
nieuwe maatstaf: “een gedoogbeslissing kan niet gelijkgesteld worden met een besluit,
omdat het geen rechtsgevolg beoogt. Een uitzondering hierop is mogelijk als er zeer
klemmende, concrete gronden zijn voor het aannemen van een rechtsplicht die aan het
gedoogverzoek ten grondslag liggen.” Dit betekent dat de hoofdregel is dat een
gedoogbeslissing geen beschikking is. Blijkens bovengenoemde uitspraak is hier een
uitzondering op.
, Eisen gedogen:
a) Expliciete beslissing
b) Er moet een uitzondering uit ABRvS Hennes & Mauritz opgaan. Er moet sprake zijn
van:
a. Zicht op legalisatie;
b. Beroep op een materieel beginsel van behoorlijk bestuur;
c. Situaties van absolute overmacht;
d. Handhaven is zeer onevenredig (ABRvS Ligplaats Goes, art. 3:4 lid 2 Awb)
c) Niet categorisch, het moet een individuele afweging zijn
d) Indien nodig moeten er voorschriften vermeld worden
Er bestaan zogenoemde beginselen van behoorlijk bestuur. Een voorbeeld hiervan is het
vertrouwensbeginsel. Dit beginsel ziet op de het feit dat het bestuursorgaan een toezegging
heeft gedaan en de burger daarop mocht vertrouwen. Blijkens ABRvS Blokhutten Teylingen
dient:
1. De toezegging te zijn gedaan door een bevoegd persoon
2. De toezegging voldoende concreet en onvoorwaardelijk zijn
Hieropvolgend kwam de uitspraak ABRvS Amsterdams Dakterras. Deze uitspraak ziet
uitsluitend (!) op het omgevingsrecht. Er dient in het omgevingsrecht 3 stappen gezet te
worden om een beroep op het vertrouwensbeginsel te laten slagen.
1. Er is een toezegging
2. De toezegging kan het bevoegde bestuursorgaan worden toegerekend
3. Belangenafweging hier moeten alle concrete omstandigheden van het geval
gewogen worden.
Zo bestaat ook het gelijkheidsbeginsel. Dit betekent dat in een gelijk geval er een gelijke
behandeling moet volgen.
1. Zijn de gevallen in voldoende mate vergelijkbaar?
2. Is er een objectief gerechtvaardigde reden voor ongelijke behandeling? Het
bestuursorgaan moet dit aantonen.
Een voorbeeld waar een beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagde, is ABRvS Bibob-
beleidsregel Eindhoven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jokeschraagen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.