Psychopathologie samenvatting
Bijeenkomst 1
1.1.1 Wat is afwijkend gedrag?
Psychopathologie is een deelgebied van de psychiatrie en de psychologie dat zich
bezighoudt met het beschrijven van psychische stoornissen, oorzaken daarvan en
behandelingen daarvoor.
Hoewel bijna iedereen wel iemand in de familie of kennissenkring heeft die je ‘anders’ zou
kunnen noemen, kennen we vaak maar weinig mensen die we echt ‘gestoord’ vinden. Toch
hebben we allemaal op de een of andere manier met psychische problemen of stoornissen
te maken, ook doordat wij zelf allemaal in meerdere of mindere mate wel eens extreme of
onprettige gedachten en gevoelens hebben of vreemde, onbegrijpelijke reacties of gedrag
vertonen.
Ongeveer een op de twee mensen in Nederland krijgt op een bepaald moment in zijn leven
rechtstreeks te maken met een diagnosticeerbare psychische stoornis. Een psychische
stoornis is het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat wordt
gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren en persoonlijk lijden.
Beschrijvingen van psychische problemen of stoornissen bevatten specifieke eigenschappen
of kenmerken van die psychische stoornissen. Deze specifieke eigenschappen of
kenmerken noemen we symptomen.
1.2.1 Criteria voor afwijkend gedrag
Deskundigen op het gebied van de geestelijke gezondheid gebruiken verschillende criteria
om te beoordelen of emoties, gedachten en gedrag afwijkend zijn. Hieronder staat een
overzicht van de meest gebruikte criteria:
- Uitzonderlijk gedrag krijgt vaak het etiket ‘afwijkend’ of ‘abnormaal’. Slechts weinig
mensen beweren dat zij dingen zien of horen die er in werkelijkheid niet zijn.
Uitzonderlijkheid op zichzelf is niet voldoende om gedrag afwijkend te noemen, maar
toch is het een maatstaf bij de beoordeling van abnormaliteit.
- Sociaal afwijkend gedrag. Alle samenlevingen hebben normen die bepalen welke
vormen van gedrag acceptabel zijn in een bepaalde context. Als behandelaars zich
afvragen of gedrag normaal of afwijkend is, moeten ze rekening houden met
culturele verschillen. Ook is het belangrijk om te weten dat wat de ene generatie
afwijkend vindt, voor de volgende generatie heel normaal kan zijn.
- Foute perceptie of interpretatie van de realiteit. Normaal gesproken vormen onze
zintuigen en cognitieve processen een accurate mentale representatie van onze
omgeving. Als iemand dingen ziet of stemmen hoort die er in de werkelijkheid niet
zijn, zeggen we dat hij hallucineert. Dat wordt in onze cultuur gewoonlijk opgevat als
teken van een onderliggende psychische stoornis.
- Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon. Persoonlijk lijden als gevolg van
problematische emoties kan afwijkend zijn. Soms zijn angst en depressie normale
reacties op een situatie, bijvoorbeeld wanneer je werkelijk wordt bedreigd of als je
mensen of dingen kwijtraakt die je dierbaar zijn. In dat geval zou afwezigheid van
een emotionele reactie juist abnormaal of afwijkend zijn.
1
, - Ongepast of contraproductief gedrag. Gedrag dat geen bevrediging maar
onprettige gevoelens oproept, vinden we over het algemeen afwijkend. Gedrag dat
ons beperkt in ons vermogen om bepaalde rollen te vervullen, of ons ervan
weerhoudt om ons aan onze omgeving aan te passen, kan ook als afwijkend worden
opgevat.
- Gevaar. Gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen,
noemen we gewoonlijk afwijkend. Ook hierbij is de sociale context van groot belang.
Afwijkend gedrag kunnen we dus op verschillende manieren definiëren. Afhankelijk van de
situatie wegen sommige criteria zwaarder dan andere, maar in de meeste gevallen
gebruiken deskundigen een combinatie van de genoemde criteria. Het is belangrijk om je te
realiseren dat als iemand in een bepaald opzicht afwijkend is, dat niet hoeft te betekenen dat
de persoon in zijn geheel afwijkend is.
Bij de diverse invalshoeken en modellen die in dit boek aan de orde komen, zijn de volgende
vragen belangrijk:
1. Wat is het afwijkende in het gedrag en welke karakteristieken heeft dit gedrag?
2. Welke oorzaken voor het afwijkende gedrag onderscheiden we?
3. Hoe gaan we om met een persoon die afwijkend gedrag vertoont en hoe behandelen
we hem of haar?
4. Draagt de cultuur waarin de persoon leeft bij aan het afwijkende gedrag? En zo ja,
hoe?
1.2.2 Culturele aspecten van afwijkend gedrag
Verschillende culturen kijken anders naar wat afwijkend gedrag is. Gedrag dat in de ene
cultuur als afwijkend wordt bestempeld, kan in een andere cultuur heel normaal zijn. Het is
bij de beoordeling van afwijkend gedrag dan ook van belang om rekening te houden met
bijvoorbeeld culturele gebruiken, tradities, gewoonten, verklaringen en normen.
Zelfs de woorden waarmee wij psychische stoornissen beschrijven, woorden als depressie
of geestelijke gezondheid, hebben in verschillende culturen een andere betekenis, of er
bestaat geen equivalent voor. Dat betekent niet dat depressie in andere culturen niet
bestaat. Het wil alleen zeggen dat we erachter moeten zien te komen hoe mensen in andere
culturen met emoties omgaan en hoe ze deze ervaren.
1.3 Historische visies op afwijkend gedrag
Hippocrates stelde dat de gezondheid van het lichaam en de geest wordt bepaald door een
evenwicht in de humores, de lichaamssappen. Een verstoring van het evenwicht tussen d e
humores was verantwoordelijk voor afwijkend gedrag.
In de middeleeuwen vond de katholieke kerk dat afwijkend gedrag een teken van
bezetenheid door boze geesten of de duivel was. ‘Bezeten’ mensen werden bij voorkeur
door middel van exorcisme of uitdrijvingen behandeld. In ongeveer dezelfde tijd werd in de
Arabische psychiatrie een humane visie op en behandeling van psychiatrisch patiënten
nagestreefd.
Het eerste psychiatrische ziekenhuis ter wereld opende haar deuren in 705. Rond 1600
werden krankzinnigengestichten, of gekkenhuizen gebouwd. In de gestichten woonden
2
,zowel bedelaars als geestelijk gestoorden en de levensomstandigheden waren er
beklagenswaardig.
Mede dankzij de inspanningen van Pussin en Pinel ontstond morele therapie. Deze
behandeling was gebaseerd op het idee dat patiënten door een menselijke bejegening en
verblijf in een ontspannen en respectvolle omgeving weer normaal zouden gaan
functioneren.
In de jaren vijftig van de twintigste eeuw begon er een nieuwe wind te waaien in de
psychiatrie door de introductie van nieuwe effectieve medicijnen en therapeutische
behandelingen. Dit leidde ertoe dat steeds meer patiënten in de gewone maatschappij
konden functioneren.
De antipsychiatrische beweging in de jaren zeventig ging ervan uit dat psychische
stoornissen überhaupt niet bestonden en dat patiënten helemaal niet moesten worden
behandeld, zeker niet in ziekenhuizen. Eind twintigste begin eenentwintigste eeuw
overheerst het idee dat je patiënten niet moet opnemen, tenzij er geen alternatief is. De
laatste jaren hebben burgers en patiënten in eerste instantie zelf de verantwoordelijkheid om
te participeren en hun problemen aan te pakken. Daarbij werken professionals steeds vaker
vanuit de herstelbenadering, is er een toenemend gebruik van ervaringsdeskundigheid en
krijgt het thema stigmatisering steeds meer aandacht.
De evidence-based medicine is het streven om gebruik te maken van het beste
beschikbare bewijs bij het maken van een keuze voor de behandeling van een patiënt.
Hieruit zijn verschillende behandel richtlijnen en behandelprotocollen voortgevloeid. Deze
zijn een poging om de kwaliteit van de zorg te verbeteren en de resultaten meetbaar en
vergelijkbaar te maken.
1.4 Ethiek in onderzoek
Twee belangrijke ethische principes zijn informed consent en vertrouwelijkheid. Het
principe van informed consent vereist dat proefpersonen de vrijheid moeten hebben ervoor
te kiezen al dan niet mee te doen aan onderzoek. Bij vertrouwelijkheid gaat het erom dat
degenen die meewerken aan een onderzoek anoniem zullen blijven. Onderzoekers zijn
verplicht de vertrouwelijkheid te beschermen, door hun verslagen veilig op te bergen en
geen identiteiten aan anderen te onthullen.
Er zijn in ieder geval zeven aspecten kenmerkend voor een kritische houding en denkwijze:
- Blijf sceptisch
- Denk na over de definities en terminologie
- Weeg de aannamen of premissen waarop argumenten gebaseerd zijn
- Houd in gedachten dat correlatie niet gelijk staat aan een causaal verband
- Overweeg de aard van bewijzen waarmee conclusies worden onderbouwd
- Simplificeer niet te sterk
- Generaliseer niet te sterk
3
, Factoren die van invloed zijn op de huidige ontwikkelingen in de geestelijke
gezondheidszorg
Inhoudelijke factoren Financieel-economische Cultureel-
trends maatschappelijke factoren
Evidence-based en practice- Spanning tussen financiële Wisselende tolerantie in de
based werken ruimte en vraag naar maatschappij ten opzichte
psychiatrische zorg van mensen met psychische
stoornissen en verslaafden
Specialisering van de zorg De vraag van de patiënt en Invloed van immigratie op
en ontwikkeling van diens oordeel over de zorg opbouw van de bevolking en
kenniscentra wordt toenemend van voorkomen en aard van
belang psychiatrische problematiek
Ontwikkeling van effectieve Schaalgrootte van Veranderende positie van
gerichte gezondheidsorganisaties patiënt naar zorgconsument
psychotherapeutische neemt toe
behandelingen
Toenemend inzicht dat een Fusies deels als reactie op Meer digitale toepassingen,
complexe interactie tussen de financiële noodzaak om van e-health en Elektronisch
mens en omgeving aan de kosten te besparen Patiëntendossier tot online
basis ligt van een stoornis therapie en virtual reality-
behandelingen
Ontwikkeling van
behandelrichtlijnen
2.2 Het biologische perspectief
Biologische factoren als een verstoorde werking van de neurotransmitters in de hersenen,
erfelijkheid en onderliggende afwijkingen in de hersenen spelen een rol bij het ontstaan van
afwijkend gedrag. Bij sommige stoornissen is er rechtstreek een causaal verband tussen
biologische processen en de stoornis. Het biologische perspectief levert dan ook een
belangrijke bijdrage aan ons begrip van afwijkend gedrag.
Het zenuwstelsel is opgebouwd uit neuronen, die met elkaar communiceren door
chemische boodschappers, neurotransmitters. Neurotransmitters transporteren de
zenuwimpuls van het ene naar het andere neuron door de synaps, de smalle spleet tussen
twee neuronen. Het zenuwstelsel bestaat uit twee belangrijke onderdelen:
- Het centrale zenuwstelsel, dit wordt gevormd door de hersenen en het
ruggenmerg.
- Het perifere zenuwstelsel, dit bestaat ook weer uit twee belangrijke onderdelen:
- Het somatische zenuwstelsel, dat de informatiestroom tussen het centrale
zenuwstelsel en de zintuigen en spieren verzorgt.
- Het autonome zenuwstelsel, dat de gewoonlijk onbewuste lichaamsprocessen
aanstuurt. Het autonome zenuwstelsel heeft twee takken of onderafdelingen: het
sympathische en het parasympatische.
Kernvraag bij dit perspectief:
4